Home Vrijheid Maggie Nelson: ‘Soms ervaar je vrijheid door vrijheid op te geven’
Vrijheid

Maggie Nelson: ‘Soms ervaar je vrijheid door vrijheid op te geven’

Volgens de Amerikaanse schrijver Maggie Nelson worden we vrijer als we paradoxen toelaten in ons denken.

Door Ira Pronk op 25 maart 2024

Maggie Nelson schrijver

Volgens de Amerikaanse schrijver Maggie Nelson worden we vrijer als we paradoxen toelaten in ons denken.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Er zijn weinig begrippen waar we meer van houden en die we vaker gebruiken dan ‘vrijheid’, zegt de Amerikaanse schrijver en criticus Maggie Nelson (1973) in een hotellobby in Amsterdam. ‘Toch leidt de taal waarin we over vrijheid spreken vaak tot onvrijheid. In de Verenigde Staten zijn twee dominante manieren om over vrijheid te spreken: de eerste komt van Afro-Amerikanen die zich wilden bevrijden van racisme en slavernij, de tweede van witte kolonisten die met hun land of liberty de genocide en onderdrukking van bevolkingsgroepen juist wilden rechtvaardigen.’ Volgens Nelson is het begrip ‘vrijheid’ een soort kameleon die afhankelijk van de context telkens een andere betekenis krijgt. Soms dus zelfs die van onderdrukking.

Maggie Nelson (1973) is schrijver, essayist en criticus. Ze schreef negen boeken, waaronder het veelgeprezen werk De argonauten (2015). Ze staat bekend om de originele wijze waarop ze filosofie en theorie combineert met persoonlijke memoires. Nelson woont in Los Angeles en geeft er les aan de School of Critical Studies.

Nelson verwierf internationale bekendheid met genre-overstijgende werken als Bluets (2009) en De argonauten (2015) waarin ze persoonlijke ontboezemingen over zwangerschap, genderfluïditeit en eenzaamheid verweeft met citaten van filosofen als Susan Sontag, Judith Butler en Ludwig Wittgenstein. In haar recentste boek Over vrijheid. In kunst, seks, drugs en klimaat (2022) gaat ze theoretischer te werk en denkt ze na over een van de meest gestelde vragen uit de geschiedenis van het denken: wat is vrijheid?

‘Na elke bevrijding begint het gerommel dat je vrijheid kunt noemen’

Dat het begrip ‘vrijheid’ niet alleen tot vrijheid maar ook tot onderdrukking kan leiden is een van de vele paradoxale conclusies uit het boek. Nelson bespreekt gangbare ideeën over vrijheid, waarna ze vaak een onverwachte wending maakt door op ongerijmdheden te wijzen die binnen een bepaalde discussie over het hoofd worden gezien. Over kunst: is kunst misschien juist emanciperend als het dat niet probeert te zijn? Over seks: waarom kan de roep om seksuele emancipatie verstikkend werken? Over drugs: hoe kan het dat onderwerping soms bevrijdend voelt? En over klimaat: waarom heeft het zin om te handelen alsof de toekomst nog open ligt, zelfs als dat niet het geval is?

U schrijft dat we vaak over vrijheid praten in slogans: op een te simpele en te eenzijdige manier. Moet het begrip vrijheid worden bevrijd?
Nelson lacht. ‘Dat klinkt wat activistisch, maar vooruit.’ Ze vervolgt: ‘Een van de redenen om dit boek te schrijven is dat ik zag hoe over vrijheid meestal wordt gesproken in termen van bevrijding, dus als een eenmalige gebeurtenis of als een scheidslijn. We koesteren vrijheidsdromen waarin vrijheid een moment van afrekening is, zoals in de I-have-a-dream-speech van Martin Luther King. Ik geloof zeker dat zulke dromen strategisch nuttig kunnen zijn. Maar ze kunnen er ook voor zorgen dat we vrijheid zien als een streven voor de toekomst in plaats van iets wat zich afspeelt in het hier en nu.

Vrijheid staat in de praktijk nooit los van haar tegendelen: zorg, beperking, plicht, discipline of verslaving. Om die reden houd ik van het onderscheid dat de Franse filosoof Michel Foucault maakt tussen “bevrijding”, als een kortstondig moment, en “vrijheidspraktijken”, als een voortdurende en noodzakelijke bezigheid. Na elke bevrijding begint het gerommel dat je vrijheid kunt noemen: het laveren tussen zorgen voor jezelf en zorgen voor anderen, vrij willen zijn van verplichtingen en tegelijk deze verplichtingen koesteren. Vrijheid is dus nooit onbegrensd, of vrij van macht.’

Dat maakt ‘vrijheid’ wel een stuk minder romantisch.
‘Ja, maar het doet wel recht aan de realiteit waarin we leven. Ook van seks hebben we vaak een romantische voorstelling. Seks zou in essentie goed, bevrijdend en empowering zijn. Maar in de praktijk gaat seks vrijwel altijd gepaard met ongemakkelijke gevoelens, onhandigheid of zelfs met pijn. Dat wil niet zeggen dat het niet alsnog bijzonder of mooi kan zijn, maar vaak is het dat op een andere manier dan je verwacht.’

Zwak denken

Nelson praat behoedzaam en precies formulerend, afgewisseld door een hartelijke lach. Haar toon is niet veel anders dan in haar boek, dat ze zelf omschrijft als een ‘hardop denken met anderen’. Ze presenteert nadrukkelijk geen hapklare conclusies, maar wil het denkproces zelf laten zien. Daarin komt Nelson voortdurend met nieuwe uitweidingen, brengt ze nuances aan en komen vele discussiepartners om de hoek kijken. Ook denkers met wie ze het grondig oneens is: ‘Zwak denken is het gevolg van enkel boeken lezen die je mening bevestigen. Daarom probeer ik alles te lezen.’

Er spreekt liefde voor het denken uit dit boek. Maakt denken volgens u vrijer?
‘Dat denk ik wel. Ons instinctieve gedrag is niet erg vrij. In een opwelling snauw je tegen je kind of val je uit tegen je partner. Door te pauzeren kun je nadenken: is er iets wat ik anders zou kunnen doen? Op een macroniveau geeft denken mensen een ervaring van vrijheid, omdat ze ervaren dat ze meer dan één set gevoelens kunnen voelen. Dit denk ik trouwens niet alleen, die gedachte vind je terug bij veel denkers, zoals Freud, en in het boeddhisme.’

‘Kunst staat buiten de wereld van oorzaak en gevolg’

In een ander interview haalt u psychoanalyticus Jacqueline Rose aan, die denken definieert als ‘het volhouden van een psychische ambivalentie’.
‘Die definitie vind ik geweldig. In deze tijd waarin autocratische krachten en fascistische neigingen de kop opsteken ligt gedemoniseerd denken op de loer: we zien de ander als vijand en zijn overtuigd van ons gelijk. Als psychoanalytisch schrijver benadrukt Rose dat je je moeder tegelijkertijd kunt haten en liefhebben. Je hoeft niet te kiezen. Hoe onmogelijk het ook mag klinken, vaak lucht het op om meerdere waarheden tegelijk vol te houden.’

In Over vrijheid bespreekt u het niet willen vervallen in tegenstellingen aan de hand van het begrip le neutre (het neutrale) van de Franse filosoof Roland Barthes. Wat bedoelde hij hiermee?
‘Barthes maakte voor mij duidelijk dat je niet mee hoeft te werken aan een systeem dat eist dat je conflicten aangaat en dat je kiest tussen tegenstellingen die je niet zelf hebt gemaakt en waarin je eigenlijk ook geen trek hebt. Met het neutrale wees hij erop dat er altijd nog een derde weg is: je kunt de tegenstelling afwijzen, iets heel anders vinden of misschien zelfs überhaupt niets vinden.’

U schrijft ook over kunst, een onderwerp dat u als criticus en docent op een kunstacademie nauw aan het hart ligt. Kan kunst een vrije ruimte bieden?
‘Ik schrijf over de reparative turn in de kunst: kunst moet tegenwoordig helend zijn en een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij. Nu vraag ik mij af hoeveel kunstenaars dit echt over hun werk denken, maar het wordt in elk geval vaak vereist bij subsidieaanvragen. En je ziet het ook terug in tentoonstellingen. Opvattingen over wat kunst zou moeten doen zijn er altijd geweest. Of dat nu shockeren, emanciperen, verheffen of verzorgen is, of zelfs zorgen voor financieel gewin. Maar ik beargumenteer dat kunst, hoewel ze al die dingen kan doen, ook altijd nog iets anders is.

Even tussendoor… Meer lezen over vrijheid? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Er is geen direct verband tussen wat iemand beweert dat een kunstwerk doet en wat het daadwerkelijk met je doet. Kunst staat als een derde element tussen mensen in en de betekenis behoort niemand toe. Kunst sluit elke uniforme overdracht uit en staat als het ware buiten de wereld van oorzaak en gevolg, juist dat maakt haar uniek. Vandaar de uitspraak van Jacques Rancière: “Kunst is geëmancipeerd en emanciperend, wanneer ze ophoudt ons te willen emanciperen.” Kunst is in zekere zin onbeheersbaar, dat vind ik er cool aan.’

U bent lange tijd verslaafd geweest aan alcohol. Wat heeft u van die ervaring over vrijheid geleerd?
‘Door mijn verslaving ervoer ik de paradox van vrijheid: soms ervaar je vrijheid door vrijheid op te geven. Als je verslaafd bent, ben je niet langer een autonoom individu dat invulling moet geven aan zijn bestaan. In dat zelfverlies en in die overgave schuilt een vorm van vrijheid, maar wel een gemankeerde. Wanneer je verslaafd bent, vernauwt je wereld zich tot de behoefte aan dat ene middel. Ik kon midden in de nacht door een sneeuwstorm rijden naar een slijterij waarvan ik wist dat die nog open was. Een leven dat ontdaan is van alle andere ambities is een soort horror.

Toen ik besefte dat ik moest stoppen met drinken had ik het meest intense vrijheidsgevoel dat ik ooit heb gehad. Ik bevond me daarvoor in een onmogelijke positie: ik was ervan overtuigd dat ik voor eeuwig moest blijven drinken, maar ik kon me tegelijk niet voorstellen dat ik dat vol kon houden. Tot ik opeens inzag dat een andere optie mogelijk was. Er was een derde weg. Er ging als het ware een nieuwe deur open, een deur die eerst niet eens in de muur zat.’

Over vrijheid. In kunst, seks, drugs en klimaat
Maggie Nelson
Atlas Contact
320 blz.
€ 24,99