De Duitse journaliste en feministe Alice Schwarzer raakte begin jaren zeventig bevriend met de feministische filosofe Simone de Beauvoir. Ze zou haar een aantal keer interviewen voor bladen en op televisie. De bundeling van deze gesprekken, die tussen 1972 en 1982 plaatsvonden, zijn nu verschenen in Nederlandse vertaling. Een mooi boekje, waarin elk interview vergezeld gaat van een geweldige foto van de filosofe.
In haar voorwoord vertelt Schwarzer over etentjes van groepen activisten, waarbij De Beauvoir zich had aangesloten. Het was tijdens een van deze diners, die Les bouffes avec Simone werden genoemd, dat Schwarzer het idee opvatte voor de interviews. Ze vond het van belang dat ook de buitenwereld zou zien dat de schrijver van De tweede sekse zich bij een vrouwenbeweging had aangesloten. Na het verschijnen van De tweede sekse (1949) wilde De Beauvoir zichzelf namelijk geen feministe noemen. Ze had haar boek afgesloten met de vaststelling dat vrouwenbewegingen overbodig waren. De onderdrukking van de vrouw zou vanzelf opgelost worden zodra het socialisme de overhand zou nemen.
Hierover was De Beauvoir in de loop der tijd van mening veranderd. Het idee dat met het opheffen van de klassenongelijkheid ook de traditionele arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen zou veranderen, bleek een illusie. Bovendien bleek het socialisme met andere machtsstructuren gepaard te gaan en tot dictatoriale regimes te leiden. Daarnaast waren er rechten, zoals het recht op abortus, die duidelijk bevochten moesten worden.
De gesprekken gaan vooral over activisme, ze zijn wat dat betreft meer praktisch dan filosofisch van aard. Maar ze schetsen een interessant tijdsbeeld. En ze sluiten aan op het existentialistische uitgangspunt dat je voor je eigen levensinvulling moet kiezen en strijden.
Carrière maken
Naast het socialisme, de vrije liefde en ouderdom is een terugkerend onderwerp het feministische geloof in de vrouwelijke natuur. Dit is een gedeelde bron van ergernis voor de gespreksgenoten. Hoewel De Beauvoir de biologische verschillen niet ontkent, benadrukt ze – zoals ze ook in De tweede sekse doet – dat het maatschappelijke patronen zijn die de vrouw gevangenhouden. Feministen die de vrouwelijke natuur beklemtonen, houden het patriarchaat juist in stand. Bijvoorbeeld door het moederschap heilig te verklaren. Hierdoor worden ze volgens De Beauvoir slaven van het huiselijk leven: ‘Omdat je maar moeilijk tegen vrouwen kunt zeggen dat het afwassen van potten en pannen een heilige taak is, wordt hun gezegd: kinderen opvoeden is een heilige taak. Maar in de wereld zoals die nu is, heeft het grootbrengen van kinderen heel veel te maken met afwassen van potten en pannen.’
Voor zichzelf kiezen, carrière maken, leiderschap en autonomie tonen behoren klassiek gezien tot de mannelijke voorrechten. Maar dat is geen reden om die voorrechten af te keuren, benadrukt De Beauvoir. Vrouwen zouden ze meer moeten toe-eigenen. Al heeft ze in haar magnum opus als geen ander de positie van de vrouw geanalyseerd, De Beauvoir wil niet de verschillen tussen de seksen blijven onderstrepen. Ze wil gelijkheid nastreven.
Biseksualiteit
Schwarzers voorwoord geeft de gesprekken, die soms gedateerd aandoen, een historische context. Zo beschrijft ze hoeveel woedende brieven er binnenkwamen naar aanleiding van De Beauvoirs uitspraken over het moederschap. Bijna alle interviews zorgden overigens voor ophef, het gesprek over het falen van het socialisme voor de vrouwenzaak werd over heel de wereld vertaald en ‘circuleerde in talloze vrouwengroepen als roofdruk’. Ook vertelt Schwarzer dat de filosofe in persoonlijke gesprekken een stuk opener was dan in de publieke interviews, vooral over haar biseksualiteit. Op zich is het niet verwonderlijk dat De Beauvoir niet alles publiekelijk bloot wilde geven. Toch bleek de filosofe hier achteraf zelf ontevreden over. Niet lang voor De Beauvoirs dood stelde Schwarzer haar de vraag of er iets is wat ze nu anders zou doen, waarop zij antwoordde: ‘Ik zou eerlijker zijn. Ik heb dingen verzwegen over mijn seksualiteit.’
Als motto van het boek koos Schwarzer voor de volgende opmerking van de filosoof: ‘In mijn hele leven heb ik niemand ontmoet die zo begiftigd was met geluk als ik – ook niemand die zich met dezelfde koppigheid erin heeft vastgebeten.’ Wat het meeste bijblijft van deze gesprekken is De Beauvoirs besef van haar bevoorrechte bestaan in combinatie met haar wilskracht om elk moment en elke situatie al denkend uit te diepen en ten volste te doorleven.
De legendarische gesprekken met Alice Schwarzer
Simone de Beauvoir
vert. Josephine Rijnaarts
Tzara
120 blz.
€ 22,99