Home Dieren Frans de Waal: ‘Mensapen hebben een vrije wil’
Dieren

Frans de Waal: ‘Mensapen hebben een vrije wil’

Door Jeroen Hopster op 25 april 2013

Frans de Waal primatoloog dieren
beeld Kick Smeets
Cover van 05 -2013
05 -2013 Filosofie Magazine Lees het magazine
Wat antwoorden denkers van onze tijd op de vier grote vragen van Immanuel Kant? Dit keer: primatoloog Frans de Waal over dieren.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Volgens Immanuel Kant (1724-1804) past elke filosofie in 4 vragen: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens?

01 Wat kan ik weten?

‘Je weet nooit precies wat een dier voelt, wat er omgaat in die kop. Ook van de medemens weet je dat niet. Maar dieren hebben emoties, en omdat emoties heel lichamelijk zijn, kun je die meten. Daarin hebben de neurowetenschappen ons enorm geholpen. Als je een rat stimuleert in de amygdala krijg je een angstreactie; leg je een mens onder een scanner en vraag je hem naar zijn angsten, dan zie je ook een reactie in de amygdala. De amygdala is dus betrokken bij angst, zowel bij een rat als bij de mens. Door zulke ontdekkingen is het taboe om emoties bij dieren te beschrijven verdwenen.

Antropomorf taalgebruik, het toedichten van menselijke eigenschappen aan andere diersoorten, heeft een negatieve bijklank. Maar voor het begrijpen van dieren die dicht bij ons staan is het juist een nuttig hulpmiddel. De regel die ik meestal toepas vindt zijn oorsprong bij David Hume: als je twee soorten hebt die nauw verwant zijn, en die zich onder vergelijkbare omstandigheden op een vergelijkbare manier gedragen, dan is de veiligste aanname dat ook de psychologie daarachter vergelijkbaar is. De bewijslast ligt bij degene die het tegendeel beweert.

Zo durf ik te stellen dat mensapen een vorm van vrije wil hebben. Er is bekend onderzoek naar zelfbeheersing bij kinderen: je laat een kind alleen in een kamer met een snoepje en maakt duidelijk dat als hij het snoepje niet meteen opeet, hij over een kwartier twee snoepjes krijgt. De filosoof Harry Frankfurt heeft zo’n vermogen tot zelfbeheersing geassocieerd met de vrije wil. Interessant genoeg blijken mensapen bij vergelijkbare proeven ook in staat zich te beheersen: sommige apen kunnen zich achttien minuten bedwingen voordat ze de snoepjes pakken.’

02 Wat moet ik doen?

‘Empathie, gevoeligheid voor de emoties en situatie van iemand anders, is een van de steunpilaren van de moraal. Basale niveaus van empathie vinden we bij alle zoogdieren, maar bij olifanten, mensapen en dolfijnen zie je ook hogere niveaus van empathie, zoals gerichte hulpverlening.

Altruïstisch gedrag kan evolutionair voordeel bieden: wie hulp biedt, zal ook eerder geholpen worden. Maar dat betekent niet dat je, op psychologisch niveau, alleen maar hulp biedt om er zelf beter van te worden. Evolutionair nut en psychologische motivatie vormen twee verschillende niveaus van verklaring. Er is heel veel hulpverlening, zowel bij dier als mens, die echt altruïstisch is en niet berust op calculaties over de kosten en baten. Vaak handelen wij altruïstisch, simpelweg omdat dat een zekere voldoening geeft: het voelt goed om goed te doen.

Even tussendoor… Meer lezen over dieren en moraal? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Er is een spanning tussen de empathische neigingen die wij van nature hebben en het streven om een objectief moreel systeem te bouwen dat boven onze onmiddellijke omstandigheden uitstijgt. Dat streven om uit te stijgen boven je eigen relaties is iets typisch menselijks; ik heb geen enkele aanwijzing dat chimpansees daarnaar op zoek zijn. Maar ons morele systeem kent ook speciale verplichtingen ten opzichte van onze naasten. Als ik mijn vrouw en kinderen in de steek laat, is dat veel immoreler dan wanneer ik onbekenden in de kou laat staan. Die speciale verplichtingen liggen meer in lijn met onze dierlijke natuur dan universele voorschriften.

Ik heb daarom moeite met het utilitaire denken van bijvoorbeeld Peter Singer, dat zulke loyaliteiten min of meer ontkent. Een volkomen utilitair systeem wil zo veel mogelijk mensen zo gelukkig mogelijk maken; er is geen enkele reden waarom ik mijn kinderen of familie daarbij zou bevoordelen. Als ik de wereld een gelukkiger plek kan maken door mijn kinderen te verwaarlozen, dan zou dat in een utilitair systeem toegejuicht worden. Dat is een volkomen antibiologische opvatting; in werkelijkheid zou het tot chaos leiden.’  

03 Wat mag ik hopen?

‘Religie en wetenschap worden vaak vergeleken en tegen elkaar afgezet, alsof het twee gelijke krachten in de samenleving zijn. Niets is minder waar. Geloof in het bovennatuurlijke is een universeel verschijnsel bij de mens: het is heel oud, heel algemeen, en komt ook heel makkelijk op. Het kost geen enkele moeite om kinderen religieus op te voeden. Kinderen wetenschap bijbrengen neemt daarentegen lange tijd in beslag. Wetenschap is een veel beperkter verschijnsel, dat pas een paar duizend jaar geleden in een aantal samenlevingen is ontstaan. Als je een groep kinderen achterlaat op een onbewoond eiland, kun je er donder op zeggen dat er taal ontstaat, dat zich relaties van dominantie ontwikkelen, en dat zich een cultuur vormt met elementen van politiek, spel en geloof in het bovennatuurlijke. Maar dat op dat eiland ook wetenschap zal ontstaan lijkt me heel onwaarschijnlijk.’  

04 Wat is de mens?

‘Dat wij tegenwoordig vliegtuigen bouwen en iPads bedienen, is natuurlijk pas een heel recente ontwikkeling. De mens is tot technologische hoogstandjes in staat, maar ik denk niet dat dat de mens definieert. Dans, muziek, vuurbeheersing, taal, geloof in het bovennatuurlijke – dat zijn elementen die ik meer als typisch menselijk beschouw. Taal is denk ik de belangrijkste van het stel. Taal is niet zomaar communicatie, maar symbolische communicatie, die allerlei andere aspecten van ons leven is gaan beïnvloeden. Door dingen te categoriseren, een naam te geven, organiseren we het leven om ons heen. Dat heeft onze ontwikkeling sterk beïnvloed. Maar meer dan de verschillen treft mij vooral de continuïteit tussen de mens en onze evolutionaire verwanten.’

De bonobo en de tien geboden, Frans de Waal - Paperback - 9789046707562

De bonobo en de tien geboden. Moraal is ouder dan de mens
Frans de Waal
Olympus
288 blz.
€ 20,-