Home Identiteit Gilles Deleuze: de mens is een dividu
Identiteit

Gilles Deleuze: de mens is een dividu

De mens is volgens de Franse denker Deleuze geen individu meer, maar een dividu: een wirwar van verlangens en strevingen zonder eenheid.

Door Ivana Ivkovic op 24 september 2014

dividu maskers gebroken gezichten beeld Rach Teo/Unsplash

De mens is volgens de Franse denker Deleuze geen individu meer, maar een dividu: een wirwar van verlangens en strevingen zonder eenheid.

10-2014 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Het individu is dood, aldus de Franse denker Gilles Deleuze. De mens is geen ondeelbare eenheid met een vastomlijnde identiteit – dat is wat ‘in-dividu’ letterlijk betekent – maar een chaotische veelheid, gespleten en vol tegenstrijdigheden. De mens, meent Deleuze, is een ‘dividu’.

Eerder, aan het eind van de negentiende eeuw al, heeft Nietzschede dood van God’ aangekondigd: een onbetwistbare autoriteit is er niet meer in onze wereld. Een andere Franse denker, Michel Foucault, stelde vervolgens ‘de dood van de mens’ vast: de humanistische visie die de mens op de troon zette en hem als maat van alle dingen zag behoort volgens hem tot het verleden. De mens bleek minder redelijk, minder autonoom, minder maatgevend te zijn dan dit beeld veronderstelde.

Deleuze gaat nog een stapje verder: de mens is niet eens een eenheid, maar een wirwar van verlangens en strevingen. Het dividu heeft geen vastomlijnde identiteit. Voor zover hij wel een identiteit heeft, is die veel­voudig en vluchtig. Zoals Nietzsche al constateerde, huist er niet één ziel in de mens, maar vele zielen. Online hebben we niet meer één identiteit, maar creëren we vele avatars. Wij kunnen experimenteren met nieuwe en steeds andere personae. Niet één gezichtspunt is eigen aan de mens, maar oneindig veel.

Die veelheid laat zich niet eens begrenzen. Deleuze gebruikt ook een ander woord: rizoom. Dat verwijst naar het wortelstelsel van planten dat zich ondergronds in alle mogelijke richtingen verspreidt. De mens als dividu is een woekering. Maar in hoeverre is dit echt iets nieuws? Want ook offline, in ons sociale leven, dragen we verschillende maskers, spelen we verschillende rollen. Een persoon zijn betekent letterlijk een masker dragen: een persona is in het Latijn het masker dat in het theater werd gedragen. Dus een veelheid van personen-rollen is ons nooit vreemd geweest. Toch is er verschil, een belangrijk verschil: een individu draagt zijn maskers, een dividu is slechts een veelheid aan maskers zonder een drager. Geen van die masker-identiteiten is belangrijker of oorspronkelijker dan een andere.

Dat de mens als dividu zijn identiteit verliest, daar zou Deleuze niet rouwig om zijn. Want hij vindt dat die ondeelbare eenheid alleen kan bestaan door de ontkenning van die vele identiteiten die in een mens om voorrang strijden. Deleuze wil juist verschil en verandering een centrale plek geven in zijn denken.

Wat blijft er over van de mens? Betekent het omarmen van die veelheid niet dat de mens oplost door al die splijtingen? Het is zeker niet Deleuzes bedoeling om alles wat menselijk is aan de mens te vernietigen. Hij wil het menselijke juist intensiveren. Die veelvoudigheid van het dividu zou juist als een soort versterker van verschillen moeten werken – de verschillen die werden onderdrukt door die ene, vastomlijnde identiteit. Eenvoudig is dat nieuwe leven niet: in de kern is de gedachte van een dividu een Nietzscheaans experiment in onmogelijke spanningen uithouden.

Autonoom

Daarmee is niet gezegd dat de gedachte van een dividu niet problematisch is. Want onze cultuur is juist gestoeld op de waardering van de mens als individu. Het zijn bijvoorbeeld de keuzes van een individu die we respecteren. Alleen een individu kan autonoom zijn. Waarom zouden we de keuzes van een innerlijk verdeeld wezen op dezelfde manier respecteren? Dit is niet langer een louter speculatieve vraag sinds de ontwikkelingen in de neurowetenschappen precies hetzelfde idee van een uniek zelfstandig individu ondergraven. Bovendien kan alleen een individu verantwoordelijk worden gehouden voor zijn eigen keuzes en zijn daden. Ons rechtssysteem is helemaal niet op dividuen toegesneden. En evenmin is ons politieke systeem geschikt voor dividuen. Democratie gebruikt ook individuen als bouwstenen en probeert op basis van vele individuele gezichtspunten tot collectieve beslissingen te komen. Dus als het individu tot het verleden behoort, is er een indrukwekkende lijst zaken waar dan ook een streep doorheen kan.

Daarentegen zijn ontwikkelingen zoals big data en steeds verdergaand toezicht juist wel op dividuen toegesneden. Een houder van een bonuskaart is eigenlijk een verzameling aankopen, die bepaalde patronen vertoont. Iemand die met zijn elektronisch patiëntendossier bij een arts aanklopt is een bundel aandoeningen, therapieën en ingrepen. Het dividu wordt gekwantificeerd, gemonitord, gemeten. En op basis van die metingen kan het gedrag worden gemodificeerd in een bepaalde richting. Door gerichte aanbiedingen te doen – in het geval van Albert Heijn – of door een hogere ziektekostenpremie te koppelen aan verschillende parameters uit een dossier.

Even tussendoor… Meer lezen over Deleuze en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Een individu wordt op zijn verantwoordelijkheid aangesproken. Een dividu wordt gestuurd door nudges, duwtjes in een juiste richting. Gedragsmodificatie komt bij het dividu tot stand zonder dat deze persoon dat zelf beseft. Een individu, bijvoorbeeld, besluit na bepaalde zelfinzichten, verkregen in psychotherapie, zijn leven om te gooien. Een dividu slikt medicijnen en leeft daarna anders dan voorheen. Aangezien individuele autonomie een heel krachtige basis was voor een kritische verhouding tot de macht, dreigt de opkomst van het dividu in het teken te komen staan van een lauwe en kritiekloze levenswijze: een dividu neemt geen stelling in.

Toch zou het Deleuze tekortdoen om te stellen dat met de dood van het individu de mens een machteloze speelbal van de controlerende machten is geworden. Want uiteindelijk staat de veelheid die het dividu vormt in het teken van het leven, en niet in het teken van de meetbaarheid en calculatie. En op dat punt zou het dividu juist kritiek kunnen hebben op de exponenten van big data en de nudgers. Wat zij gemeen hebben, is de veronderstelling dat de veelheid te meten en te beheersen is. Deleuze leert juist dat veelheid altijd onbegrensd is en die woekering stelt de mogelijkheid van meetbaarheid en controle telkens weer ter discussie.