Home Psyche ‘Ons onbewuste bevat de verhalen die er niet mogen zijn’
Bewustzijn Psyche Vrijheid

‘Ons onbewuste bevat de verhalen die er niet mogen zijn’

Volgens filosoof en psycholoog Arthur Eaton hebben we allemaal narcistische trekjes. Hij schreef een psychoanalytische essaybundel.

Door Femke van Hout op 04 mei 2023

Arthur Eaton psycholoog filosoof waar ik ophoud beeld Tessa Posthuma de Boer

Volgens filosoof en psycholoog Arthur Eaton hebben we allemaal narcistische trekjes. Hij schreef een psychoanalytische essaybundel.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Ieder mens heeft verhalen die het daglicht niet kunnen verdragen,’ zegt psycholoog en filosoof Arthur Eaton (1988), zittend in een Amsterdams café. ‘Het zijn verhalen waarvan we niet willen dat ze er zijn en die we vaak zonder het te weten onderdrukken.’

Precies die ‘schaduwverhalen’ zoekt Eaton op in zijn psychoanalytische essaybundel Waar ik ophoud. In het boek verbindt hij psychoanalytische theorieën met maatschappelijke analyses en casussen uit zijn eigen psychologische praktijk. ‘Ik wil mensen uitnodigen om af en toe een psychoanalytische bril op te zetten. Wie zich bewust wordt van zijn onbewuste, wordt een vrijer mens.’

Psychoanalyse heeft onterecht een nogal verheven imago, schrijft u.
‘Bij psychoanalyse denken we al snel aan deftige spreekkamers, droomduiding, een patiënt op de divan. Maar eigenlijk draait het om heel gewone dingen: gevoelens, relaties, de wereld om je heen. Met mijn bundel wil ik mensen laten proeven aan wat er in de spreekkamer gebeurt. Ik wil laten zien dat psychoanalyse gaat over het leven van alledag.’

Gaat psychoanalyse niet juist om het onbewuste, de dingen waar we in ons dagelijks leven niet goed bij kunnen komen?
‘Het fascinerende aan het onbewuste is dat het er niet en tegelijkertijd wel is. Psychoanalytici zien de mens als een verdeeld wezen dat verschillende versies van zichzelf in zich draagt. Er zijn versies waar je wakende ‘ik’ niet goed bij kan. Dat is het onbewuste: de verhalen die er van ons niet mogen zijn en daarom weggemaakt worden. Verhalen over seks of angst voor de dood bijvoorbeeld. Toch dringt het onbewuste zich in het dagelijks leven steeds aan ons op in de vorm van ingesleten patronen, gedragingen, versprekingen of dromen. Of in onze keuzes voor bepaalde vrienden, liefdesrelaties of leiders. De Sloveense filosoof Slavoj Zizek verwoordt het mooi: volgens hem is het onbewuste iets wat je alleen vanuit je ooghoek kunt zien, maar nooit direct.’

Even tussendoor… Meer lezen over psychoanalyse en het onbewuste? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Hoe maakt u als therapeut mensen bewust van hun onbewuste?
‘In de spreekkamer luister je niet alleen naar het verhaal dat iemand over zichzelf vertelt, maar ook naar de versprekingen, de verhaspelingen. Je probeert iemand zoveel vrijheid van spreken te geven dat hij zichzelf kan verrassen met iets wat hij niet over zichzelf wist. De meeste mensen gaan in therapie omdat ze op de een of andere manier zijn vastgelopen. Ze zijn depressief, angstig of lusteloos, ervaren spanning of onverklaarbare lichamelijke pijnen. Vaak lossen de klachten op tijdens het therapeutische proces. Maar eigenlijk is genezing een bijproduct: in de kern gaat het om zelfkennis, om je met meer vrijheid tot de kanten van jezelf te verhouden die je eerst niet onder ogen kon komen.’

In uw essays laat u ook zien dat mensen in dezelfde maatschappij kunnen worstelen met dezelfde onbewuste krachten. Hoe werkt dat?
‘Een van mijn grote inspirators is de Duitse filosoof en psychoanalyticus Erich Fromm. Fromm liet zien dat veel pathologieën een sociale oorsprong hebben. Volgens hem is het belangrijk om te kijken welke normen de samenleving ons oplegt: wat mogen we wel en niet voelen of denken? Welke schaduwzijden of onbewuste worstelingen komen daaruit voort?’ 

Heeft u een voorbeeld van zo’n worsteling?
‘In een van mijn essays vraag ik me af: wat is toch de aantrekkingskracht van narcistische leiders als Donald Trump? Komen zij misschien aan een bepaalde psychische behoefte tegemoet? Voor de duidelijkheid: ik geloof niet per se in een narcistische persoonlijkheidsstoornis en al helemaal niet dat je zoiets op afstand kunt diagnosticeren. Wat ik bedoel is dat een leider als Trump een zijnsstijl heeft die overeenkomt met wat Sigmund Freud de “narcistische fase” in de vroege kindertijd noemt. Om te overleven, redeneerde Freud, is een pasgeborene alleen met zichzelf en zijn eigen behoeftes bezig. Een kind dat veilig gehecht is leert langzaam maar zeker die focus op de eigen behoeftes los te laten.

Toch houdt iedereen narcistische trekjes. We voelen allemaal wel eens het verlangen om ons terug te trekken in onszelf, ons niet meer met de rest van de wereld bezig te houden. Dat is op zich geen probleem, zolang je daar niet in blijft hangen.’

Wat vinden mensen dan zo aantrekkelijk aan een narcistische leider?
‘Mijn suggestie is dat een narcistische leider een onbewust probleem voor ons oplost. Ons inlevingsvermogen wordt tegenwoordig constant overvraagd. Bijna elke keer dat we op onze telefoon kijken zien we iets wat onze steun of medeleven vraagt. Het is te veel. We lijden aan wat je compassiemoeheid kunt noemen. De narcistische leider ontslaat ons van de plicht om empathisch te zijn. Hij moedigt een terugtrekkende beweging aan door te zeggen: er is niets te doen aan het leed in de wereld, verschuil u achter uw landsgrenzen, houd vreemdelingen buiten.’

Kunnen we iets tegen die onbewuste narcistische kracht doen?
‘Volgens Fromm kan dat door onze empathie aan te spreken. Narcisme is een onbewuste kracht, maar empathie is dat net zo goed. Empathie kun je oefenen – Fromm stelt zelfs dat het onze morele plicht is om dat te doen. Als je je bewust wordt van de verschillende tegenstrijdige onbewuste processen in je, kun je vrijer worden om de ene kracht meer te laten spreken en de andere minder.’

Zitten er ook gevaarlijke kanten aan de psychoanalytische blik op de samenleving? Als iemand tegen jou zegt: ‘Onbewust wil jij dit’, kun je je daar niet echt tegen verweren.
‘Daar waarschuwde wetenschapsfilosoof Karl Popper ook voor: psychoanalytische interpretaties zijn vaak niet te toetsen en dus moeilijk wetenschappelijk hard te maken. Je interpreteert en beweegt weg van wat je kunt meten en weten. Het gevaar bestaat dat je de realiteit uit het oog verliest. Of dat je de samenleving pathologiseert door te zeggen: we zijn allemaal psychisch ziek. Maar als psychoanalist wil je mensen juist niet categoriseren als ziek of gezond. Je wilt meegaan in de zijnswijze van de ander en onderzoeken wat iemand buitensluit door te geloven wat hij gelooft. Af en toe kun je een handreiking doen: zou het kunnen zijn dat…? Het is aan de patiënt of hij die handreiking aanneemt. Net zo moet een maatschappelijke psychoanalyse nooit meer dan een suggestie zijn.’

Waar ik ophoud. Psychoanalytische essays
Arthur Eaton
Athenaeum
208 blz.
€ 20,-