Het is altijd een leuk moment als zijn studenten kennismaken met de boeddhistische filosoof Nagarjuna, zegt Michiel Leezenberg, hoofddocent niet-westerse filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Nagarjuna gaat in tegen alles wat we in de westerse denktraditie als vanzelfsprekend beschouwen,’ licht hij toe. ‘Volgens Nagarjuna bestaan de dingen niet echt, maar zijn ze leeg. Alle dingen die je ziet – tafels, bomen, huizen, mensen – zijn volgens hem eigenlijk illusies. Maar, kun je je afvragen, bestaan we dan zelf eigenlijk wel? En als alles leeg is, bestaat de leegte dan wel? Of is de leegte zelf ook leeg?’
Er gebeurt bij zijn studenten op zo’n moment iets wat je volgens Leezenberg nog het beste kunt karakteriseren als een ‘ontploffing van het denken’. ‘Je komt er echt even niet meer uit.’ Zo’n ‘denkontploffing’ is tekenend voor Nagarjuna, die mensen probeerde te bevrijden van hun gangbare manier van denken. Leezenberg vertaalde Nagarjuna’s boeddhistische klassieker Basisverzen van het middenpad in het Nederlands, en schreef er uitgebreid tekstcommentaar en een inleiding bij. ‘Er bestond nog geen Nederlandse vertaling die recht deed aan het filosofische gehalte van het boek. Toen ben ik die zelf gaan maken.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Michiel Leezenberg (1964) is filosoof en classicus. Hij is gespecialiseerd in niet-westerse filosofie en werkt als hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder vertaalde hij De deugdzame stad van Al-Farabi. Er verschenen meerdere boeken van zijn hand, onder andere De minaret van Bagdad. Seks en politiek in de islam (2017), Rede en religie. Een verkenning (2007) en Islamitische filosofie. Een geschiedenis (2001).
Over Nagarjuna’s leven is niets met zekerheid bekend. ‘Waarschijnlijk is hij ergens in de tweede eeuw van onze jaartelling in Zuid-India geboren, maar ook dat is een gissing,’ zegt Leezenberg. ‘Sommige bronnen stellen dat hij een tovenaarsleerling was die zich later bekeerde, andere zeggen dat hij lesgaf aan een belangrijk boeddhistisch centrum van geleerdheid.’ Nagarjuna geldt als de belangrijkste filosoof van de Indiase boeddhistische traditie. ‘Eigenlijk gaan alle latere boeddhistische werken in Tibet, China, Korea en Japan terug op zijn Basisverzen van het middenpad.’ Toch is het werk erg moeilijk te begrijpen, niet in de laatste plaats omdat Nagarjuna’s ideeën zo radicaal zijn. ‘Nagarjuna probeert ons te bevrijden door ons te doen ervaren: alles is leeg, zelfs jij en ik.’
Wat is er bevrijdend aan het idee dat alles leeg is?
‘Volgens de boeddhistische traditie is heel het leven lijden. De bron van dat leed is onze begeerte: we hechten ons aan de dingen en mensen om ons heen. Maar omdat alles vergankelijk is, lijden we constant onder het verlies van de dingen en personen waaraan we ons zo krampachtig gehecht hebben. Volgens het vroege boeddhisme is het zaak om je van de personen en de dingen om je heen los te maken, zodat je ook niet zult lijden onder het verlies ervan.
Nagarjuna gaat nog een stap verder. Hij schreef dat we niet alleen gehecht zijn aan de dingen en personen die we zien, maar ook aan de begrippen waarmee we denken, zoals tijd, ruimte en causaliteit. Maar, stelde hij, eigenlijk is alles leeg: niet alleen de dingen om ons heen, maar ook de begrippen waarmee we denken; ze bestaan niet echt. Op die manier probeert hij ons te bevrijden van elke vorm van dogmatisch denken. Zo kunnen we op een open, spontanere manier in het leven staan.’
Bestaat er dan helemaal niets?
‘Dat ook weer niet. Nagarjuna’s filosofie is geen nihilistische ontkenning van het bestaan van dingen. Dat maakt het begrip “leegte” zo fascinerend. Leegte is geen niet-bestaan, maar iets tussen bestaan en niet-bestaan in.’
Hoe kan dat?
‘Om dat te begrijpen, is het belangrijk om je af te vragen wat Nagarjuna nu precies bedoelt als hij zegt: “De dingen bestaan niet.” Wat hij daarmee wil zeggen is dat geen enkel ding een “zelfbestaan” heeft, oftewel een onafhankelijk, massief of onvergankelijk bestaan. Alles is immers altijd vergankelijk en afhankelijk van andere dingen. Dat de dingen geen zelfbestaan hebben, betekent dus niet dat er niets is. De dingen bestaan niet, zegt Nagarjuna, maar ontstaan in afhankelijkheid. Leegte kun je dus negatief begrijpen als de afwezigheid van een onafhankelijk zelfbestaan, en positief als een constant “ontstaan in afhankelijkheid”. Ontstaan in afhankelijkheid is wat Nagarjuna “het middenpad” noemt: iets tussen de extremen van bestaan en niet-bestaan in.
Een simpel voorbeeld dat Nagarjuna hiervan geeft is de onderlinge afhankelijkheid van vuur en brandstof. Brandstof en vuur kunnen niet los van elkaar bestaan, maar ontstaan in wederzijdse afhankelijkheid. Zonder brandstof kan er geen vuur bestaan. En omgekeerd kan brandstof niet op zichzelf bestaan, als brandstof, zonder vuur.’
‘Leegte is iets tussen bestaan en niet-bestaan in’
Alle dingen zijn dus afhankelijk van elkaar. Dat klinkt niet eens zo radicaal.
‘Maar de existentiële implicaties zijn enorm. Nagarjuna’s werk fungeert als een soort spiegel. Hij wil laten zien dat we geneigd zijn om onszelf en de dingen om ons heen een “zelfbestaan” toe te kennen om de vergankelijkheid ervan niet onder ogen te zien. Daarom zijn we ook zo van slag als we een geliefde verliezen: ergens hebben we ons aan die persoon gehecht alsof hij of zij niet zou kunnen sterven. Daaraan zie je dat het idee dat dingen bestaan diep verankerd is in ons leven.’
In de inleiding schrijft u dat Nagarjuna’s Basisverzen van het middenpad ‘duister en complex’ zijn, maar ook dat het boek ons helpt om mentale rust te vinden. Hoe kan zo’n moeilijk werk ons tot rust brengen?
‘Het werk is inderdaad erg ingewikkeld: het bestaat uit korte, soms raadselachtige stellingen die vaak nauwelijks worden uitgelegd. Tijdens het vertalen moest ik regelmatig denken aan de Tractatus van taalfilosoof Ludwig Wittgenstein. Dat boek staat ook vol met korte, ingewikkelde stellingen, die al snel de vraag oproepen: wat is dit voor technisch gedoe? Maar Wittgenstein schreef: al deze logische stellingen zijn als een ladder die je kunt gebruiken om een nieuw inzicht te bereiken. Als je de ladder eenmaal beklommen hebt, kun je hem achter je weggooien. Iets vergelijkbaars gebeurt denk ik bij Nagarjuna. Wat hij doet, is via allerlei logische stappen laten zien dat élke vorm van logisch of conceptueel denken uiteindelijk onhoudbaar is. Al zijn ingewikkelde denkstappen dienen dus slechts als hulpmiddelen om je gehechtheid aan de dingen los te laten.’
Goed leven
De mensen en dingen om je heen, maar ook concepten als tijd, ruimte en causaliteit – volgens Nagarjuna zijn het dus allemaal slechts hulpmiddelen die je helpen je leven te leiden, niets meer dan dat. ‘Dat geldt overigens ook voor alle boeddhistische concepten, zoals “verlichting” of “medelijden”,’ benadrukt Leezenberg. ‘Zelfs de Boeddha is leeg. Nagarjuna waarschuwt dat ook het boeddhisme een bron van lijden kan worden als het wordt gezien als méér dan een hulpmiddel voor een goed leven, als het dogmatisch wordt.’
Als alles leeg is, heeft het leven dan nog wel zin?
‘Ik krijg die vraag heel vaak. Maar voor Nagarjuna betekent onthecht zijn niet hetzelfde als onverschillig zijn. Je kunt je in het dagelijks leven nog steeds betrokken voelen bij de mensen en dingen om je heen, maar het is een betrokkenheid die accepteert dat niets een onvergankelijk bestaan heeft. Zo zit het ook met onze concepten: dat die leeg zijn, betekent niet dat die betekenisloos zijn. Het betekent enkel dat hun betekenis niet in steen is gebeiteld, en dat er geen eeuwige, onafhankelijke waarheid is waaraan we ons kunnen vastklampen. Dat maakt Nagarjuna ook zo interessant voor hedendaagse academische filosofen, van Franse denkers zoals Deleuze en Derrida, die elk metafysisch denken aan een radicale kritiek onderwerpen, tot de strengste logici.’
‘Onthecht zijn is niet hetzelfde als onverschillig zijn’
Dus als een geliefde doodgaat, mag je daar nog steeds verdrietig om zijn?
‘Ja, al denkt Nagarjuna dat het verdriet waarschijnlijk overgaat als je durft te onderzoeken waar het vandaan komt. Nagarjuna hoort bij een traditie die denkt dat lijden vooral veroorzaakt wordt door onwetendheid. Want waarom lijd je? Omdat je iets verloren bent. Maar eigenlijk “had” je de ander nooit: hij of zij was altijd al vergankelijk. Filosofie heeft voor Nagarjuna dus een ethische of therapeutische functie: je staat opener in het leven als je inziet dat je je nergens aan hoeft te hechten, zelfs niet aan het bestaan van je eigen “ik”.’
Hoe kan ik nu denken dat ik niet besta? Dat klinkt als een paradox.
‘Ja, dat vind ik ook lastig. Het idee dat je zelf niet bestaat is voor ons heel moeilijk te vatten, want in de moderne westerse filosofische traditie wordt het “ik” of het “subject” beschouwd als het fundament van alle kennis. In zijn beroemde twijfelexperiment stelde René Descartes dat we aan alles kunnen twijfelen, behalve aan ons eigen bestaan. Je kunt namelijk niet betwijfelen dat er iemand is die twijfelt, oftewel: “Ik denk dus ik ben.” Vervolgens zat Descartes wel met een probleem, want hoe moest hij dat denkende “ik” nu weer verbinden met de rest van de wereld, die hij net zo grondig in twijfel had getrokken? Descartes bleef over met een subject dat volledig geïsoleerd lijkt van de wereld om hem heen.
Nagarjuna heeft dat probleem niet, want hij laat zien dat het ik bestaat noch niet bestaat: net als alle andere dingen ontstaat het in afhankelijkheid. Het ik is voor hem dus niet geïsoleerd, zoals het cartesiaanse subject, maar vergankelijk en innig verbonden met al het andere. Mede hierdoor zijn veel hedendaagse westerse filosofen zo in Nagarjuna geïnteresseerd: hij introduceert een denkwijze die veel problemen van de westerse filosofie omzeilt.’
Nirvana
Uiteindelijk, zegt Leezenberg, is het Nagarjuna’s doel om mensen te helpen Nirvana te bereiken, oftewel de verlossing van het eeuwige lijden. ‘Volgens de boeddhistische leer zitten we, tot het moment waarop we de verlichting bereiken, gevangen in een eindeloze cyclus van reïncarnaties. Het lijden houdt dus niet op als je bent gestorven, want daarna begint het leven gewoon weer opnieuw.’
U schrijft dat Nagarjuna ook aan Nirvana een nieuwe invulling geeft.
‘Vóór Nagarjuna stelden boeddhisten dat je uiteindelijk uit de eeuwige reïncarnatiecyclus moet breken. Het idee was: als je goed leeft, reïncarneer je hopelijk ooit als een mannelijke monnik, en dan kun je pas proberen de verlichting te bereiken. Maar Nagarjuna stelde dat de verlossing juist in het alledaagse leven te vinden is. Wie zich weet los te maken van elk krampachtig geloof in begrippen en doctrines, komt los van het lijden. Daar hoef je geen monnik voor te zijn; de verlossing kan in het hier en nu, en door iedereen, bereikt worden.’
We moeten dus leven met de leegte?
‘Ja, maar het is volgens Nagarjuna wel belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat ook het begrip “leegte” slechts een hulpmiddel is dat ons helpt om onze gehechtheid los te laten, en geen ultieme metafysische doctrine over de wereld is. Uiteindelijk gaat Nagarjuna’s idee van verlichting om ons alledaagse handelen en om onze alledaagse ervaring van de wereld. Die kunnen we niet in concepten of doctrines vatten – want al onze concepten zijn leeg, zelfs de leegte.’
Basisverzen van het middenpad
Nagarjuna
vert. Michiel Leezenberg
Boom
216 blz.
€ 24,90