Home Historisch profiel 10 jaar geleden overleed René Gude. Hij bleef zijn leven lang een kritisch optimist
Historisch profiel

10 jaar geleden overleed René Gude. Hij bleef zijn leven lang een kritisch optimist

Door Florian Jacobs op 12 maart 2025

René Gude filosoof Denker des Vaderlands
beeld Wim Oskam
Filosofie Magazine 2025 Maakt pessimisme gelukkig? Arthur Schopenhauer
03-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Tot het einde van zijn leven propageerde voormalig Denker des Vaderlands René Gude (1957-2015) zijn filosofisch humeurmanagement.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

René Gude wordt op 2 maart 1957 geboren in Surabaya (Indonesië). Een jaar later keert het gezin terug naar Nederland, waar Gude opgroeit in Haren en Laren. Hij begint na zijn eindexamen aan een studie sociale geografie, maar als duidelijk wordt dat hij liever fundamentele vragen stelt over de stof dan deze tot zich neemt, stapt hij over op filosofie.

Al enkele maanden na de oprichting van Filosofie Magazine (1992) verruilt Gude de universiteit, waar hij aan een wetenschapsfilosofisch proefschrift werkt, voor een plek bij het nieuwe filosofische publieksblad, eerst als advertentieverkoper, later als hoofdredacteur en uitgever. Zijn bedrijfje Spandiensten, een handel in voegafdichtingsprofielen, raakt dan al snel op de achtergrond.

In die tijd zet Gude zich samen met filosofiedocent Humberto Schwab ook succesvol in voor de invoering van filosofie in het curriculum van de havo en het vwo.

De wereld is op ieder willekeurig moment een voorlopig optimum

Als hoofdredacteur is hij niet alleen van groot belang voor de verfijning van het filosofisch essay als genre in de Nederlandse kranten en tijdschriften, hij munt in die rol ook de term ‘cultuuroptimist’ en kruist met een vlijmscherpe vrolijkheid de degens met de vele zwartkijkende opiniemakers.

In 2002 wordt Gude directeur van de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden. Hij is al intiem bekend met de plek: als student filosofie had hij er gewerkt als inwonend conciërge en klusjesman.

Op de ISVW is hij misschien nog wel meer in zijn element als filosofisch inspirator. Het cursusinstituut bloeit op onder zijn leiding en hij kan zich bovendien volop wijden aan het lesgeven over zijn favoriete filosofen. ‘Er is niets prettiger dan leraar zijn,’ zegt hij aan het einde van zijn leven. ‘Als docent krijg je op alles wat je beweert direct commentaar; wanneer je schrijft, moet je maar zien of er reacties komen.’

Tekst loopt door onder afbeelding

René Gude ISVW
Gude (rechts) als conciërge bij de ISVW, waarvan hij later directeur werd.

Kloterigheid

In 2007 krijgt de optimist een zware tegenslag te verwerken. Na een beenbreuk wordt botkanker ontdekt. Door het zware ziekteproces en een beenamputatie moet Gude in 2013 afscheid nemen als directeur van de ISVW, maar verdwijnt allerminst uit de filosofie, vanwege zijn benoeming tot Denker des Vaderlands (nu: Denker der Nederlanden). In deze rol wordt hij een bekende Nederlander: hij vertelt openhartig op televisie over zijn ziekte en de steun die filosofie daarbij biedt, en publiceert onophoudelijk. Is hij de jaren voordien vooral filosofiepopularisator en filosofieleraar, nu begint hij ook zijn eigen gedachtegoed gestalte te geven. Dat gebeurt voor het eerst in boekvorm in Stand-up filosoof (2013), een interviewboek waarin Volkskrant-journalist Wilma de Rek hem levensvragen stelt.

Gudes gedachtegoed steunt op twee pijlers: kritisch optimisme en humeurmanagement. Kritisch optimisme gaat over onze houding in een schijnbaar chaotische wereld, humeurmanagement over onze verhouding met een wereld die ons tegenwerkt. Een definitie van dit kritisch optimisme treffen we al aan in een artikel in De Standaard uit 2002. ‘Een kritisch optimist beschouwt de wereld niet als minimum (een totale chaos) en ook niet als maximum (een paradijs). De wereld is op ieder willekeurig moment een voorlopig optimum: de best haalbare verhouding van kloterigheid en verrukking. Maar niets weerhoudt ons ervan om ons een voorstelling te vormen van een gunstiger verhouding en ervoor te ijveren dat die werkelijkheid wordt. Wij stellen ons gewoon een net iets beter optimum voor en richten ons doen en laten daarop in.’

Gudes optimisme laat zich omschrijven als een combinatie van de kentheoretische gedachten van René Descartes (1596-1650) en Immanuel Kant (1724-1804). Van Des­cartes neemt hij het idee over dat er, ondanks alle mogelijke twijfel en scepsis, een fundament van ware kennis is, en dat we dat kunnen bereiken. ‘Ik heb bitterlijk zitten wenen bij de eerste regels van de Principes de la Philosophie van Descartes uit 1644,’ bekent Gude op schrift. ‘Misschien was ik weemoedig door gedachten aan mijn kindertijd, misschien was het de vrees voor troebelen in het verschiet, maar misschien was het ook wel simpelweg omdat ik in Descartes een figuur had gevonden, net zo’n emotionele dweil als ik, die mijn taal bleek te spreken.’

In de eerste regels van zijn Principes de la Philosophie merkt Descartes op dat we als kind zoveel onware overtuigingen voor waar hebben gehouden dat ‘een residu van veel van die opvattingen’ ons het zicht op de waarheid ontneemt. Gude herkent zich in dit inzicht, in de taal van de denker en vooral in zijn oplossing. Al hebben we veel redenen om te wanhopen over onze gebrekkige kennis, we kunnen deze toch grondig opfrissen, mits we eens twijfelen aan alles waarin we ook maar de kleinste onzekerheid vermoeden. Voor Gude is Descartes’ beroemde gedachte-experiment een geschenk. Descartes stelt troostrijk dat de wereld kenbaar is. De kritische optimist beschouwt de wereld niet als een totale chaos, maar weet dat kennis ervan mogelijk is. Nu resteert alleen nog het hoe.

Hiervoor ging Gude bij Kant te rade, wiens werk hij ‘een imposante routebeschrijving’ noemt. Gude vat Kants kentheoretische project op als een voortdurend verbeteringsprogramma. Dat begint met de acceptatie van Kants onderscheid tussen aan de ene kant de wereld en aan de andere kant het beeld dat wij vormen van die wereld: ons wereldbeeld. Kant stelt dat we dat wereldbeeld altijd construeren. En dat doen we noodzakelijk met zijn allen. ‘Dat hoort bij het menselijk tekort: wij kunnen zo slecht waarnemen, zo slecht redeneren, elkaar zo slecht verstaan dat alles wat we samen in elkaar knutselen een gebrekkige manier is om de wereld in kaart te brengen.’ Maar, hoe gebrekkig dat wereldbeeld ook is, het ís tenminste een wereldbeeld. En het werkt nog best aardig ook, als je om je heen kijkt en stilstaat bij wat we allemaal weten en bereikt hebben. Dat betekent niet dat het wereldbeeld niet beter kan, integendeel. Het betekent dat we een opdracht hebben om het onophoudelijk te verbeteren. Gude citeert Kant instemmend: ‘In educatie schuilt het grote geheim van de menselijke natuur.’

Tekst loopt door onder afbeelding

René Gude krijgt lintje opgespeld door Eberhard van der Laan
Gude ontvangt een lintje van Eberhard van der Laan tijdens de lintjesregen in 2014. beeld ANP

Doodeenvoudig

Het kritisch optimisme maakt van een hoopvolle kentheorie een hoopvolle houding. Hoe je je ook tot de wereld verhoudt, het is altijd mogelijk om je een gunstiger verhouding voor te stellen en je ervoor in te zetten dat die werkelijk wordt. Of, zoals Gude zijn kritisch optimisme treffend samenvat: ‘Je kunt nadenken over je slechte gewoontes en besluiten betere gewoontes te ontwikkelen.’

Het kritisch optimisme zorgt voor een hoopvolle instemming met de wereld. Maar wat als de wereld je steeds met tegenslagen overstelpt? Gudes optimisme krijgt de ene knauw na de ander te verwerken. Dan kun je wel mooi hebben bedacht dat het op het besluit aankomt een beter wereldbeeld en betere gewoontes te ontwikkelen, maar als je dokter je vertelt dat je nog 10 procent kans hebt om de komende twee jaar te overleven, kom dan je bed nog maar eens uit. Gudes denken verschuift van een project ter verbetering van een hoopvolle houding in de wereld naar een project om stand te houden in de wereld. Hij spreekt zelf van humeurmanagement en stemmingmakerij. Deze gedachten werkt hij het meest uit in een op televisie uitgezonden gesprek met een andere journalist, Wim Brands, dat in boekvorm verscheen als ‘Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het’ (2014).

Het enige wat ons in de weg zit om de wereld te veranderen is een rothumeur

In hun gesprek tuigt Gude een ‘bemoedigend wereldbeeld’ op. Dat lukt hem ondanks de pittige ondervraging van Wim Brands, die meer de rol van de somberaar op zich neemt. Gude neemt zijn kritische optimisme als uitgangspunt om ertoe te redeneren dat somberte ook maar een keuze is. Hij verrijkt het Nederlands zelfs met een nieuwe term: ‘Soms is je beeld van alles somber terwijl de wereld daar onvoldoende aanleiding toe geeft. Sterker nog, het is lekker om te somberen: jouissance de souffrir, somberlust.’ Gude stelt voor om eerst je somberlust aan te pakken, alvorens je iets van de wereld vindt. Vaak genoeg geeft die wereld immers helemaal geen aanleiding tot somberte. Dan, zo stelt de optimist die ten tijde van het interview nog maar een paar maanden te leven heeft, kun je ineens met van alles instemmen.

‘Je verlamming verdwijnt en je hebt aandacht en energie over om iets aan de soms akelige rafelranden van het leven te doen. Dit is wat ik bedoel met humeurmanagement en stemmingmakerij. Pas kritisch naar de wereld kijken als je je eigen rothumeur in bedwang kunt houden. Het is allereerst een stemmingskwestie. We weten eerlijk gezegd allang wat we aan de wereld zouden kunnen veranderen. Het is helemaal niet zoveel en we weten eigenlijk ook wel hoe dat moet. Het enige wat er in de weg zit is onze stemming.’

Even tussendoor… Meer lezen over hedendaagse filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Het zijn de laatste woorden die Gude zelf aan het papier toevertrouwt. Op 13 maart 2015, de dag waarop de nieuwe Denker des Vaderlands, Marli Huijer, zich presenteert, overlijdt hij. Zijn filosofisch nalatenschap laat hij na aan de Internationale School voor Wijsbegeerte, die veel ervan nog postuum publiceert. Zinvolle volzinnen bevat een overzicht van Gudes beste oneliners, Het agoramodel zet Gudes hoogstpersoonlijke wereldbeeld uiteen en in René Gude over René Descartes vind je alles wat René over René schreef. Ook aan memoires is er geen gebrek. De indrukwekkendste ervan schreef Babs van den Bergh, Gudes levensgezel. Haar Wat kan mij gebeuren? is een ontroerend relaas van de onstuimige laatste jaren van zijn leven.

Boeken

Stand-up filosoof. De antwoorden van René Gude
Wilma de Rek
ISVW Uitgevers
128 blz.
€ 15,45

Zinvolle volzinnen. Eeuwige kennis komt altijd precies op tijd
René Gude
ISVW Uitgevers
128 blz.
€ 13,-