Ooit was Huib Schwab (1953) natuurkunde- en filosofiedocent aan het Amsterdamse Montessori Lyceum. Als een van de eersten in Nederland begon hij ook filosofie te geven in de eindexamenjaren. ‘Dat kon niet zomaar, begin jaren negentig. We moesten voortdurend formulieren invullen,’ vertelt hij in het restaurant van een Amsterdams hotel. ‘Al snel rees het de pan uit.’
In die jaren legde Schwab de basis voor zijn eigenzinnige variant van de socratische methode, die hij in zijn onlangs verschenen boek Socratic Design heeft beschreven. Hij woont en werkt sinds 2005 in Spanje, waar hij teams, klassen en individuen helpt om los te komen van ‘verslavende gedachtepatronen’ en om samen te leren denken. Zijn klanten variëren van CEO’s en managers tot ambtenaren en kunstacademiestudenten uit heel Europa.
Het begon in dat Amsterdamse leslokaal. ‘Voor zover filosofie op scholen bestond, was het hoofdzakelijk teksten bestuderen en kennis reproduceren. Ik ging met leerlingen in gesprek, ik probeerde hen te ondersteunen in hun zelfbegrip. Dat werd heel spannend, zelfs de grootste spijbelaars wilden dat doen. Dankzij mijn leermeesters Karel van der Leeuw en Otto Duintjer ging ik altijd uit van concrete vragen. Marx zei: filosofen willen de wereld interpreteren, maar ze moeten de wereld veranderen. Ik zeg: filosofen moeten niet onderling filosoferen, ze moeten zorgen dat mensen gaan filosoferen. En zo de wereld veranderen.’
‘Gooi alles van je af waarvan je denkt: dat ben ik’
Anti-zelfmoordles
Praktische filosofie werd Schwabs handelsmerk. ‘De meeste mensen die zich bezighouden met filosofie doen uitsluitend aan filosofiegeschiedenis. Maar dat is helemaal geen filosofie! Ze zijn als theoretici van het tennis die zelf nog nooit een bal geslagen hebben. Ze staan zo ver van het menselijk leven af, het is de abstractie van de abstractie.’
U gaf jaarlijks een anti-zelfmoordles.
‘Die les begon ik met de vraag: “Wie van jullie denkt dat je zelfmoord moet kunnen plegen?” Steevast gingen dan alle vingers de lucht in. Dan legde ik ze uit dat ze helemaal geen individuen zijn, geen ondeelbare gehelen. Als jij jezelf berooft van het leven, beroof je ook anderen van jouw leven. Een van de dominante collectieve vooronderstellingen in de westerse cultuur is dat mensen rationele individuen zijn, maar daar kunnen we John Dewey tegenover zetten: je bent de interacties die je aangaat. Na een uur dachten ze er heel anders over. Ik gaf ook anti-homo-les.’
Pardon?
‘Als je denkt dat je uit de kast moet komen – dat is een dwanggedachte. Als jij op Piet valt, zeg dan: “Ik val op Piet.” Niet: “Ik ben homo.” Dat vertelde ik uit eigen ervaring. In het katholieke milieu waarin ik opgroeide in Den Haag moest je dat op een gegeven moment wel zeggen. Maar dat betekende ook dat je dan moest ophouden met leven. Dus heb ik op mijn veertiende die God afgezworen en die hele filosofie. Ik ging naar gay bars, maar dat was óók verschrikkelijk: allemaal belangrijke heren die perverse dingen deden. Het begrip “homoseksualiteit” heb ik toen ook afgezworen. Dus eigenlijk begon socratic design daar al: je hoeft niet mee te gaan in het heersende narratief met bijbehorende termen, je kunt je eigen leven vormgeven.’
Met enkele anderen, onder wie René Gude, voerde Schwab een politieke lobby om filosofie als eindexamenvak op de havo en het vwo in het curriculum te krijgen. Nadat dat in 1998 gelukt was en hij ook talrijke filosofiedocenten getraind had, emigreerde hij – eerst naar Italië, daarna naar een klein dorpje in het Spaanse Catalonië.
Huib werd Humberto. Waarom?
‘De ui-klank kennen ze in die landen niet. En ik vond mijn naam toch al nooit bij me passen.’
En wat doet u nu eigenlijk met mensen?
‘Dat verschilt per situatie. Teams of mensen die zijn vastgelopen kunnen zichzelf opnieuw uitvinden – ze maken samen een nieuw narratief, op basis van gedeelde waarden. Maar eerst zijn er drie hordes om te nemen. De eerste is: mensen denken dat ze denken. Academici denken zelfs dat ze heel goed kunnen denken. Maar mensen kunnen helemaal niet denken! Het enige wat ze doen is verslavende gedachten herhalen.’
Waar baseert u dat op?
‘De Amerikaanse filosoof en natuurkundige David Bohm wist het al, en hij wordt erin bevestigd door de neurowetenschap. De evolutionaire basis hiervoor ligt in het oudste deel van onze hersenen, het reptielenbrein. Als je oog in oog staat met een tijger, moet je niet eerst gaan reflecteren, want dan ben je al dood. Dus dat primitieve deel van ons brein beloont snelle actie met dopamine. We weten allemaal wel dat dit geldt voor suiker, drugs, seks en andere potentieel verslavende lustervaringen. Maar ook het herhalen van gedachten geeft dit soort beloning. We kunnen zelfs verslaafd raken aan een destructieve gedachte over onszelf, die uit pijn ontstaan is. En het tragische is dat dit je weerhoudt van het ware geluk, dat je ervaart als je in flow bent en complexe handelingen verricht – een som oplossen, een sport beoefenen, muziek maken. Dan is de neocortex actief, een ander deel van het brein, en krijg je serotonine. Dat geeft een diepere voldoening.’
En wat is de tweede horde?
‘Dat we niet luisteren. Als we aan het eerste socratische gesprek beginnen, zijn mensen vaak totaal gechoqueerd wanneer ze ontdekken hoe slecht ze zelf luisteren. Ze worden dan gedwongen om te herhalen wat de vorige gespreksgenoot gezegd heeft. In het dagelijks leven luisteren we vaak narcistisch: je gebruikt een deel van wat iemand anders zegt om de cirkel van verslavende gedachten in je eigen hoofd weer rond te maken. Dit geeft heerlijke dopaminen. Maar al die tijd luister je niet. Dit verklaart waarom vergaderingen vaak zo vermoeiend zijn.’
We kunnen niet luisteren en niet denken, en dan komt horde drie nog?
‘En dat is de allerergste, haha. We weten niet dat we in een narratief zitten, laat staan in welk narratief. Filosoferen wordt vaak gezien als iets vaags dat geen nut heeft. Los van de vraag of “nut” altijd het belangrijkste criterium moet zijn: socratische technieken zijn erop gericht om vooronderstellingen bloot te leggen en zo nodig te ontmantelen. Dat is niet vaag, maar glashelder. Mensen zijn totaal onwetend van wat er in hun eigen hoofd en lichaam gegraveerd staat.’
Noem eens zo’n problematische vooronderstelling.
‘“Alleen datgene wat je kunt waarnemen doet ertoe en is zinvol. Al het andere is onzin.” De fixatie op meetbaarheid en waarneembaarheid is zover gegaan dat onze cultuur al het andere gediskwalificeerd heeft. Dit hebben we te danken aan de logisch positivisten van de Wiener Kreis, die zich baseerden op Ludwig Wittgenstein. Een kolossaal misverstand, want Wittgenstein bedoelde precies het tegenovergestelde. Hij sprak in de geest van Plato: het echte, het absolute is niet te verwoorden. Dus daarover moet je zwijgen, zegt hij dan. De logisch positivisten hebben dit verhaspeld tot: alleen empirische wetenschap kan de waarheid vertellen. De gevolgen zien we nu overal om ons heen. Dat is de ziekte waar bijna alle crises waar we nu in zitten uit voortkomen.’
Babies in big bodies
Als hij obstakels en belemmerende vooronderstellingen benoemt, klinkt Schwab bijna als een cultuurpessimist. Maar dat is hij allerminst, zijn boek én methode ademen juist een enorm geloof in maakbaarheid. ‘Er moet nu eenmaal eerst afgebroken worden, voordat je opnieuw kunt opbouwen,’ zegt hij. ‘Dat geldt zowel op cultureel niveau als op het persoonlijke vlak. We zoeken de collectieve intelligentie van de groep, maar die is alleen te vinden als de leden van de groep ook afzonderlijk hun eigen narratief herschrijven. Veel mensen zijn babies in big bodies. Daarom beginnen we altijd met autobiografische schrijfopdrachten, waardoor mensen inzien dat ze dingen doen op grond van de raarste vooronderstellingen, zonder daar ooit bij stil te staan. Bijvoorbeeld doordat een leraar iemand vroeger “een lantaarnpaal zonder lamp” heeft genoemd.’
Komen we dan niet eerder op het terrein van de psychologie?
‘Ook bij de psychotherapeut kun je jezelf heruitvinden. Maar vaak loop je aan tegen de grenzen van de behandelmethode – die is zelf ook weer gebaseerd op aannames. Filosofie is het enige domein waarin je alle bedenksels, inclusief de psychologie, ook weer kritisch kunt beschouwen.’
‘In het dagelijks leven luisteren we vaak narcistisch’
En dan is elk persoonlijk narratief te herschrijven?
‘Zeker. Gooi alles van je af waarvan je denkt: dat ben ik. Dat ben je dus helemaal niet, en je hebt het ook helemaal niet nodig om iemand te zijn. Dewey zegt: je bent de ervaring die je praktiseert, ervaring is altijd de wisselwerking tussen de omgeving en jouzelf. Als je gaat filosoferen ben je de filosoof. Als je lacht ben je de lachende mens. Als je depressief praat, ben je de depressieve mens. Je kunt het helemaal zelf veranderen. Als je ruziemaakt met je partner, vraag je dan af: wil ik dat? Nee, eigenlijk niet. Hou er dan mee op. Ga nu lachen met je partner. Dat kan gewoon. Direct, in één seconde.’
Het klinkt te mooi om waar te zijn.
‘Ik heb complete afdelingen en bedrijven erdoor zien veranderen. En stellen die in crisis zaten. Een man die wilde scheiden ging bij ons zijn vrouw socratisch interviewen en kreeg een heel andere visie op haar, door de vooronderstellingen die bloot kwamen te liggen, en de waarden die ze nog steeds bleken te delen. Scheiding van de baan! Je kunt je interacties zelf vormgeven op elk moment van de dag, als je erkent dat je niet aan het denken bent.’
Hoe zou dit op bestuurlijk of politiek niveau kunnen helpen?
‘Men probeert de toeslagenaffaire nu via de bekende Rutte-methode op te lossen: abstract, zo snel mogelijk resultaat, zonder morele reflectie. Vooronderstellingen als “de mens is een wolf voor zijn medemens” – zie Thomas Hobbes – werken gewoon door. En dus werkt het wantrouwen, de bron van de crisis, gewoon door. In Amsterdam onderzoeken we momenteel met de gemeentelijke afdelingen hoe we vraagstukken vanuit andere vooronderstellingen kunnen aanpakken aan de hand van Dewey, Bohm en Harris. De normativiteit van de ambtenaren doet ertoe, ook het mensbeeld dat zij hanteren. Als de medewerkers van het stadhuis gevoeliger hun eigen binnenwereld kunnen waarnemen, ontwikkelen ze ook een beter instrumentarium om de beleving van medestadsbewoners voor ogen te houden.’
Humberto Schwab
(1953) is een Nederlands filosoof en socratisch gespreksleider. Jarenlang doceerde hij filosofie en natuurkunde in het middelbaar onderwijs. In 2005 richtte hij de Socratic Design Academy op. Met zijn trainingen helpt hij mensen en bedrijven zich bewust te worden van wat zij een goed en betekenisvol leven vinden. Zijn motto is ‘samen denken naar een goede wereld’. Schwab woont in Spanje.Socratic Design. Hoe we zelf het bestaan ontwerpen
Humberto Schwab | ISVW Uitgevers | 178 blz. | € 19,95