Home Filosofie en literatuur Zonder Hannah Arendt wint Alcibiades niets
Filosofie en literatuur

Zonder Hannah Arendt wint Alcibiades niets

Door Hans Achterhuis op 11 oktober 2023

Socrates berispt Alcibiades in het huis van een courtisane Germán Hernández Amores
'Socrates berispt Alcibiades in het huis van een courtisane', olieverfschilderij van Germán Hernández Amores uit 1857
Politiek draait niet om waarheid, laat Ilja Leonard Pfeijffer zijn Alcibiades zeggen. Hans Achterhuis herkent hierin het denken van Hannah Arendt.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Waar blijven de filosofen? Literaire interpretatoren en politieke beschouwers hebben al uitgebreid hun licht laten schijnen over Alkibiades, de monumentale recente roman van Ilja Leonard Pfeijffer. Maar voor zover ik kan overzien houden de filosofen zich stil, hoewel filosoof Socrates één van de hoofdfiguren van de roman is. Alcibiades* erkent dat hij hem als zijn grote leidsman beschouwt en dat hij verliefd op hem is. Hij heeft verschillende keren gehuild nadat Socrates hem overtuigd had dat zijn ideeën over een politieke carrière op los zand waren gebouwd.

Dat laatste is een verwijzing naar Alcibiades I, de dialoog van Plato die in diens verzameld werk voorafgaat aan en vooruitloopt op de centrale politiek-filosofische tekst De Staat. Pfeijffer volgt de gedachtenlijn van de dialoog nauwgezet. In zijn hele romaneske navertelling verantwoordt de auteur op wetenschappelijke wijze zijn weergave van zijn held met maar liefst 200 pagina’s noten en verwijzingen. Natuurlijk moet hij soms voor de loop van zijn verhaal ook uitdrukkelijk zijn verbeelding te hulp roepen, maar steeds maakt hij de lezer dan duidelijk dat een bepaald gegeven op fictie berust. Die fictie heeft allereerst betrekking op het psychologische portret dat Pfeijffer van Alcibiades schildert. De oude Griekse bronnen van zowel Plato als de historicus Thucydides bekommerden zich nauwelijks om de zielenroerselen van de personen die zij beschrijven. Daar is nu juist in de moderne literaire vorm van de roman alle aandacht voor.

Maar behalve als invoelend psycholoog gaat Pfeijffer ook op de filosofische toer. Hij vat niet alleen de tekst van Plato samen, maar bedenkt ook een tweede gesprek tussen de ouder geworden Alcibiades en zijn vroegere leermeester, dat we kunnen beschouwen als een antwoord op en een weerlegging van de eerste dialoog. In tegenstelling tot alle door Plato overgeleverde teksten delft Socrates hier het onderspit. Zijn vroegere posities tegenover Alcibiades ziet hij verwaaien ‘als as in de wind’.

Interessant is dat deze nieuw dialoog voor een belangrijk deel gebaseerd is op het artikel ‘Waarheid en politiek’ van Hannah Arendt. Dit is de enige keer in het vuistdikke werk dat Pfeijffer naar een modern filosoof verwijst. Mede met behulp van aan Arendts tekst ontleende argumenten wordt het eerdere betoog van Socrates weerlegd. Hoe moeten wij als hedendaagse filosofen, die nog steeds op de schouders van Plato en Socrates staan, hiermee omgaan? Ik geef een kleine voorzet.

Kwakende kikkertroep

In het begin van Alcibiades I wordt de jonge politicus, die net een succesvolle rede in de Atheense volksvergadering heeft gehouden, door Socrates op zijn nummer gezet. Socrates beweert dat Alcibiades zijn onderricht nodig heeft om als politiek leider te slagen. Die ontkent dat. Hij heeft Socrates voor zijn politieke carrière niet nodig. ‘Ik ben er zeker van dat de tijd van leven die mij nog rest niet zal volstaan om alles te leren wat jij mij kunt leren over het schone en het goede, over rechtvaardigheid en liefde, maar de politiek is toch iets anders.’ Socrates is het hier radicaal mee oneens. De politiek is een vak dat je net als een ambacht van hem kan leren. In een lang vraag- en antwoordspel overtuigt hij zijn leerling dat hij hem hierin kan inwijden.

Alcibiades blijkt geen weerwoord te hebben. Hij belooft de wijze raad van Socrates op te volgen en de deugd voortaan na te streven. Centraal daarbij staat de beroemde spreuk van het orakel van Delphi, ‘ken jezelf’. Alleen door zich op deze wijze om zichzelf te bekommeren kan hij leren te heersen over de burgers in de volksvergadering die Socrates minachtend omschrijft als ‘een kwakende kikkertroep’.

Even tussendoor… Meer lezen over filosofie en literatuur? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

De verdere geschiedenis van Alcibiades is bekend. Hij heeft zich totaal niet aan zijn belofte aan Socrates gehouden, maar zich met alle listen en gewelddadigheden die erbij horen in de politiek gestort. Daarbij heeft hij twee keer zijn vaderstad verraden door naar de vijanden Sparta en Perzië over te lopen. Zo wordt hij vanaf Plutarchus, die als eerste specifiek over hem schreef, het prototype van de verrader. Filosofische commentatoren verbinden dit verraad graag met het gegeven dat Alcibiades de raadgevingen van Socrates in de wind heeft geslagen. Pfeijffer draait de zaak verrassend, en voor de lezer overtuigend, om. Alcibiades zou ook in Sparta en in het Perzische rijk zo goed mogelijk de belangen van Athene hebben behartigd. En hij had groot gelijk om de raad van Socrates te verwerpen. In de tweede discussie tussen beide protagonisten verdedigt hij met verve zijn optreden.

Waarheid en politiek

Op de achtergrond van de tweede dialoog met Socrates speelt het onderscheid dat Arendt aanbrengt tussen de ambachtsman die als ‘homo faber’ individueel zijn werkstuk maakt en de politiek handelende burger die die samen met zijn medeburgers de polis vormgeeft. Socrates probeert eerst nog terug te gaan naar de maakbaarheidsdiscussies uit het eerste gesprek, maar Alcibiades geeft geen krimp. Daarom stelt Socrates een ander onderwerp voor, ‘de moeizame relatie die de politiek onderhoudt met de waarheid’. Alcibiades erkent dat hier grote problemen liggen, maar hij weigert om op grond daarvan het politieke handelen als verachtelijk en minderwaardig te zien. Geduldig legt hij nu aan Socrates uit, die nog nooit de volksvergadering als burger bezocht heeft, hoe daar niet allereerst feitelijke waarheden maar meningen met elkaar worden uitgewisseld. Daarbij is er geen plaats voor de absolute tegenstelling tussen waarheid en leugen, waaraan Socrates wil vasthouden.

Socrates lijkt overtuigd. Hij erkent zijn ongelijk en belooft de volksvergadering eens te bezoeken om het verschil te ervaren tussen een filosofische dialoog en een politieke uitwisseling van meningen. Om zijn filosofie verder te ontwikkelen zal hij zich, zij het met zichtbare tegenzin, eens naar de kwakende kikkertroep van zijn medeburgers gaan luisteren.

Daar horen volgens de Alcibiades, die Pfeijffer presenteert, ook vrouwen bij. Dit betekent een tweede radicale beuk met de tekst van Plato. Socrates had daarin geponeerd dat mannen en vrouwen in hun maatschappelijke rollen van elkaar gescheiden moesten worden en dat er geen vriendschap tussen hen kon bestaan. Dat beaamde de jonge Alcibiades nog, maar de oudere pikt dit op grond van zijn levenservaring niet meer. Veel van wat hij heeft bereikt, dankt hij aan vrouwen. Wanneer hij aarzelt om zijn tweede gesprek met Socrates te gaan voeren, overtuigt zijn vrouw Timandra hem om toch zijn vroegere leermeester op te gaan zoeken. Socrates had volgens haar gemakkelijk praten als burger die zich van de politiek in Athene afzijdig hield. Alcibiades daarentegen durfde de verantwoordelijkheid voor de stad op zich te nemen.

Aan deze door Pfeijffer bedachte vrouwelijke inspiratie danken wij het spannende vervolggesprek tussen Socrates en Alcibiades. En natuurlijk aan Hannah Arendt, als een moderne reïncarnatie van Timandra.

*Hoewel Pfeijffer zelf de Griekse spelling van ‘Alkibiades’ gebruikt in zijn boek, hanteren wij met ‘Alcibiades’ de gangbare Latijnse spelling.

Lees ook het interview met Ilja Leonard Pfeijffer over Alkibiades: ‘Een democratie kan aan zichzelf ten onder gaan’

Alkibiades
Ilja Leonard Pfeijffer
De Arbeiderspers
960 blz.
€ 34,99