Home IJzeren Lijst IJzeren Lijst 3. Politeia van Plato
IJzeren Lijst Klassieke Oudheid Politiek

IJzeren Lijst 3. Politeia van Plato

In de Politeia (De ideale staat) gaat de Griekse filosoof Plato (427-347 v.Chr.) op zoek naar de ideale staatsvorm.

Door Alexandra van Ditmars op 10 januari 2015

Buste van Plato in de Vaticaanse musea Politeia ideale staat

In de Politeia (De ideale staat) gaat de Griekse filosoof Plato (427-347 v.Chr.) op zoek naar de ideale staatsvorm.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Zoals gebruikelijk in Plato’s werk, is Politeia – vertaald als De Staat, Het Bestel en De Republiek – geschreven in dialoogvorm, waarin zijn leermeester Socrates een grote rol speelt. Plato laat hem in de dialoog met andere geleerde mannen discussiëren over de definitie van ‘rechtvaardigheid’, een essentieel begrip voor het vormgeven van de ideale staat. Socrates fungeert in deze gesprekken als spreekbuis van Plato’s eigen gedachten. Al snel wordt duidelijk dat zijn idee van rechtvaardigheid behoorlijk verschilt van onze moderne notie ervan: de opvatting dat mensen ongelijk zijn staat erin centraal.

Filosoof-koning

Stel je voor dat je ziek bent en niet weet hoe je van je klachten af moet komen. Zou je dan voor advies naar een arts gaan of zou je een groep onwetende mensen naar de beste remedie vragen, waarbij de meeste stemmen gelden? Naar een arts, stelt Plato; je wilt advies van iemand die een specifieke opleiding heeft genoten om deze taak uit te voeren. Dit gaat niet alleen op voor de geneeskunde, maar ook voor de heerschappij van een staat. De gezondheid van een staat is minstens zo belangrijk als de gezondheid van elke individuele inwoner van die staat – en daarom moet die worden overgelaten aan de experts. En net zoals niet iedereen in staat is een studie geneeskunde cum laude af te ronden, zo is ook niet ieder individu in staat de vaardigheid van regeren onder de knie te krijgen.
In bovenstaande analogie komt het al naar voren: Plato is absoluut geen voorstander van de democratie. Niet verwonderlijk, want zijn grote voorbeeld Socrates kreeg door een democratische stemming de gifbeker toebedeeld. Democratie is volgens Plato een systeem dat gedoemd is te falen. Regeren vereist een bekwaamheid die slechts door enkelen verkregen kan worden, dus het hele idee van democratie is irrationeel en absurd, zo beargumenteert hij.

Maar waar vind je experts op het gebied van heerschappij? Plato’s antwoord is simpel: ‘filosofen moeten koningen worden, of koningen filosofen’. Alleen dan komen ‘politieke grootsheid en wijsheid’ samen, en is een rechtvaardige maatschappij mogelijk. Het is belangrijk in te zien dat Plato’s idee van ‘rechtvaardigheid’ afwijkt van wat wij er tegenwoordig onder verstaan. Rechtvaardigheid is voor Plato een toestand van orde en evenwicht, die ontstaat doordat iedereen goed met elkaar samenwerkt.

Even tussendoor… Meer lezen over Plato? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Een staat is eigenlijk net een persoon, schrijft hij. Zij heeft dezelfde eigenschappen als een mens, maar dan op grote schaal. Vandaar dat Plato’s indeling van de verschillende groepen mensen in de samenleving overeenkomt met zijn opvatting van de ziel. De ziel bestaat volgens hem uit drie delen: begeerte, streven en kennen. Alleen als deze delen goed met elkaar samenwerken kan innerlijke harmonie en rechtvaardigheid in het lichaam bereikt worden – en hetzelfde geldt voor de maatschappij. Bij elk individu heeft een van de aspecten van de ziel de overhand, waardoor er drie groepen mensen ontstaan. Elke groep heeft een eigen rol binnen de staat en een kenmerkende deugd. De verschillende groepen moeten met elkaar samenwerken om te zorgen dat de maatschappij gezond en in balans is. Hierbij is er sprake van een duidelijke hiërarchie; volgens Plato zijn mensen nu eenmaal niet gelijk, en daarom moeten de ‘lagere mensen’ luisteren naar de ‘hogere mensen’.

De arbeiders vormen de laagste klasse. Bij hen overheerst het begerende deel van de ziel: verlangen, plezier en genot heeft bij hen de overhand. Het merendeel van de bevolking behoort tot deze groep. Als kenmerkende deugd moeten zij matigheid tonen. Daarna komt de middenklasse, bij wie het strevende zielsdeel overheerst. Zij krijgen een militaire taak toebedeeld, waarbij dapperheid de voornaamste deugd is. Tot slot is er de leidende groep die de bestuurlijke taken op zich moet nemen: de filosofen. Bij hen overheerst het kennende zielsdeel, waarbij de deugd wijsheid hoort.

Filosoof word je overigens niet door enkele jaren filosofie te studeren. Nee, Plato heeft een omvangrijk educatiesysteem uitgedacht, met onder andere vijftien jaar militaire dienst. Pas als je deze educatie – die vijftig jaar duurt – glansrijk hebt doorstaan mag je jezelf filosoof noemen, en samen met de andere filosofen het land besturen.

Grot

Nu Plato heeft uitgelegd dat filosofen aan de macht zijn in de ideale staat, is het van belang te weten wat een filosoof eigenlijk precies is. Daaraan wijdt hij dan ook het tweede deel van Politeia, waarin de bekende allegorie van de grot wordt beschreven. Volgens Plato zijn alle dingen die we zien slechts afbeeldingen van de werkelijkheid. De afbeeldingen in de wereld kunnen veranderen, maar ze worden altijd gedragen door de onzichtbare werkelijkheid, waarin alles vast staat. In deze werkelijkheid bestaat van alles waarover wij kunnen praten of denken een ideaalbeeld, die Plato ‘Ideeën’ of ‘Vormen’ noemt. Deze onveranderlijke Ideeën stellen ons in staat om de concrete objecten in al hun veranderlijkheid en verschil te herkennen en een naam te geven.

Neem bijvoorbeeld het aanschouwen van een paard. Hoe komt het dat we een paard als paard herkennen? Niet doordat er een lijstje essentiële eigenschappen bestaat waaraan een paard moet voldoen: kleur en afmeting van een paard zijn variabel, en een paard met drie benen herkennen we nog steeds als paard. Plato stelt dat er zoiets als ‘de Idee Paard’ bestaat, die voorafgaat aan onze kennis over elk individueel paard, en ervoor zorgt dat we elk paard als paard herkennen. Dit Idee is te vinden in ons denken, en alle paarden die we in de buitenwereld zien zijn slechts afschaduwingen van dit perfecte beeld van ‘Paardachtigheid’.

Een filosoof, zo betoogt Plato, zal enkel aandacht hebben voor de Ideeën, de ware kennis. Om dit te illustreren bedenkt hij de allegorie van de grot. De wereld waarin wij leven is vergelijkbaar met een grot, waarin wij zitten vastgeketend. Achter ons bevinden zich objecten, maar wij kunnen enkel recht vooruit kijken, naar de schaduwen van die objecten op de wand. Wij denken dat deze imperfecte afspiegelingen tot de werkelijkheid behoren, en zijn onwetend over het bestaan van de ware objecten. Om de werkelijkheid te aanschouwen moet je ‘je van je boeien bevrijden, je omkeren van de schaduwbeelden naar wat de schaduw werpt en het licht, uit het onderaardse opgaan naar de zon’, schrijft Plato. Enkel de filosoof is hiertoe in staat; alleen hij kan zich bevrijden uit de grot en de werkelijkheid aanschouwen. Hiermee onderscheidt hij zich van de andere inwoners van de staat, en daarom is het aan hem de taak – met zijn ware kennis – de leiding op zich te nemen.

Vrijheid

Ondanks het feit dat Plato het ondertussen al behoorlijk duidelijk heeft gemaakt, benadrukt hij in het derde deel dat een ideale staat absoluut een aristocratie is; een staat moet bestuurd worden door ‘de besten’. Daarna bespreekt hij nog vier andere staatvormen en rangschikt ze in volgorde van degeneratie. Na een aristocratie is een timocratie, waarin de militairen aan de macht zijn, de beste keuze. Hierna volgt een oligarchie, waarin de rijken het voor het zeggen hebben. Plato wil niet dat rijkdom de maatschappelijk status bepaalt, maar zelfs dat is nog beter dan de democratie, die op de vierde plek staat. De enige staatsvorm die erger is dan een democratie is volgens hem een tirannie – waar een democratie overigens altijd op uitloopt, vanwege de overvloed aan vrijheid die de burger daarin krijgt.

Politeia is van grote invloed geweest op de ethiek en de politieke filosofie. Het werk is een pleidooi voor het onafhankelijke denken, dat volgens Plato simpelweg niet voor iedereen is weggelegd. Mocht je niet in staat zijn wijsheid te vergaren, dan is luisteren naar de meest wijze mensen die je kunt vinden volgens hem de beste keuze.

De ideale staat

De ideale staat – Politeia
Plato
vert. Gerard Koolschijn
Athenaeum
424 blz.
€ 23,99