Volgens Camus is er maar één serieus filosofisch probleem: de zelfmoord. In zijn prettig amorele boekje laat filosoof Simon Critchley zien dat de zelfverkozen dood een rationele keuze kan zijn.
Moeten we leven of sterven? Dit was de vraag die Albert Camus zich in zijn boek De mythe van Sisyphus stelde. Camus heeft zelf nooit kunnen beslissen over het einde van zijn leven: hij verongelukte bij een auto-ongeluk – met het reeds gekochte kaartje van de treinreis die hij eigenlijk zou maken in zijn broekzak.
Simon Critchley – hoogleraar filosofie aan de New School for Social Research in New York –meent dat Camus hier een fundamentele vraag stelt. Mensen onderscheiden zich door het feit dat ze ervoor kunnen kiezen niet meer te leven. Dit is dan ook het uitgangspunt van zijn boek Gedachten over zelfdoding. Ondanks de dikte van het boek – het beslaat slechts 108 pagina’s – liegt de inhoud er niet om. Critchley, die eerder vooral boeken uitbracht over continentale filosofie, lijkt niet alleen de ideeën van de Frans-continentale traditie te ondersteunen, maar ook hun voorliefde voor complexe zinnen.
Voor wie hier doorheen weet te lezen, biedt het boek een verrassende nieuwe invalshoek: Critchley benadert de zelfmoordvraag zonder uit te gaan van een moreel of juridisch standpunt. Dit is volgens hem precies waar de meeste beschouwingen de mist in gaan: we zitten vast in een christelijk dogma dat ons vertelt dat het leven een geschenk van God is dat niet opgegeven mag worden. De plek van God is in de huidige tijd weliswaar overgenomen door de maatschappij of de staat, maar de zelfmoord zit nog steeds vast aan hetzelfde impliciete morele oordeel. Critchley toont zich gedurende zijn boek een groot voorstander van de volledig autonome mens die vrij is te beslissen over zijn eigen dood.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Zelfmoord roept volgens Critchley twee gangbare reacties op: iemand is niet goed bij zijn hoofd en handelt onverantwoordelijk en egoïstisch, of iemand heeft – door bijvoorbeeld een zware depressie of verslaving – geen controle meer over zijn gemoedstoestand. Een analyse van deze reacties leidt tot Critchleys belangrijkste inzicht: als iemand uit vrije wil zelfmoord pleegt veroordelen we dit, maar als iemand zelfmoord pleegt door factoren buiten hemzelf, noemen we hem onvrij.
Critchley laat in zijn boek zien dat je zelfmoord ook kunt benaderen zonder iemand ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Deze nuchtere visie waarbij het sentiment buitenspel staat zorgt voor een verfrissende kijk op de zelfdoding. Door die aanpak heeft Critchley ook oog voor praktische bezwaren die in meer moralistische debatten over het hoofd worden gezien. Neem bijvoorbeeld het geval van strafbare zelfdoding: hoe straf je iemand die al dood is?