We hebben al veel artikelen kunnen lezen over de gevaren van kunstmatige intelligentie, als volgende stap in een verontrustende reeks die van start ging met ‘alternative facts’, ‘fake news’ en natuurlijk de complottheorieën. Wat kunnen we nog als waar beschouwen? De vraag lijkt hedendaags maar is het natuurlijk niet. Ze handelt over een probleem dat als rode draad door de geschiedenis van de filosofie loopt: hoe verhoudt onze waarneming zich tot de werkelijkheid?
Twee antwoorden wisselen elkaar af, te beginnen met Plato. We zien slechts schaduwen van de werkelijkheid die zich buiten onze grot bevindt, als weerspiegeling van eeuwige Ideeën. Lijnrecht tegenover Plato’s idealisme staat het ‘what you see is what you get’ van Aristoteles. Zijn empirisme kleurt de moderne wetenschap, zij het met een ommetje langs Immanuel Kant. De dingen op zich krijgen we nooit te pakken, enkel de dingen zoals wij ze kunnen waarnemen op grond van onze denkvermogens.
Case closed, dacht men, tot dezelfde vraag opdook in de natuurkunde, als resultaat van een wild om zich heen slaande revolutie. Tussen waarneming en werkelijkheid schoven we experimenten en vooral, een steeds complexere wiskunde. Nergens werd dit duidelijker dan in de kwantumfysica, waar wetenschappers met hun formules elementaire deeltjes te voorschijn toverden die we nooit zullen kunnen zien – tot vandaag is ‘Three quarks for Muster Mark’ (James Joyce) de mooiste omschrijving.
Even tussendoor… Meer shortreads lezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Nog steeds rollen wetenschapsfilosofen vechtend over de vloer, postmodernisten tegenover metafysisch-realisten, weliswaar in een alsmaar kleiner wordend kamertje van de academie. Het antwoord op de vraag in welke mate wetenschap een correcte weerspiegeling van de wereld biedt, blijft onduidelijk. Wat in mijn ervaring betekent dat de vraagstelling fout is. Het idee dat wij de werkelijkheid zo correct mogelijk willen beschrijven en verklaren, gedreven door een verheven drang naar kennis, is een mooie illusie.
Vanaf de mist der tijden is er een andere bekommernis die ons drijft. Hoe kunnen wij de werkelijkheid veranderen ten behoeve van onszelf? Of wetenschap een correcte beschrijving biedt van de werkelijkheid, zal homo sapiens worst wezen. Iets is waar wanneer het wérkt. Millennia lang deden we dat aan de hand van technologie, met het maken van vuur en vuistbijlen als start. De voorbije eeuwen kwam wetenschap daar bovenop en hebben we de wereld ingrijpend veranderd. We zijn daar zo succesvol in dat we de bijbehorende vraag uit het oog verloren hebben: welke wereld willen we, en voor wie? Ethiek is stukken belangrijker dan wetenschapsfilosofie, maar dat kamertje is nóg kleiner.
Wat we al helemaal uit het oog verloren hebben, is dat er een wereld voorbij onze kennis ligt, waar wetenschap om structurele redenen nooit bij geraakt. Wat op zich geen probleem hoeft te zijn, het wordt pas problematisch als we gaan ontkennen dat die wereld er is.
In de online rubriek ‘shortreads’ zoekt Filosofie Magazine elke week in een kort essay naar het antwoord op een alledaagse filosofische vraag.