Home Waarom niet-Europees willen denken typisch Europees is

Waarom niet-Europees willen denken typisch Europees is

Door Paul van Tongeren op 20 maart 2018

Waarom niet-Europees willen denken typisch Europees is
Cover van 04-2018
04-2018 Filosofie magazine Lees het magazine
Om onze Europese moraliteit eens van een afstand te bezien, om haar af te zetten tegen andere, vroegere of toekomstige moraliteiten, daarvoor moet je doen wat een reiziger doet die wil weten hoe hoog de torens van een stad zijn: daarvoor gaat hij weg uit die stad. Indien ‘gedachten over morele vooroordelen’ geen vooroordelen over vooroordelen willen zijn, gaan ze uit van een plaats buiten de moraal, een plaats voorbij goed en kwaad’, waarnaar je moet klimmen, klauteren of vliegen – en in het huidige geval op z’n minst een plaats voorbij óns goed en kwaad, een vrij-zijn van elk ‘Europa’, dat laatste opgevat als een optelsom van commanderende waardeoordelen die in ons vlees en bloed zijn gaan zitten.
Friedrich Nietzsche, De vrolijke wetenschap, aforisme nr. 380

Filosoof en Nietzsche-kenner Paul van Tongeren werd uitgenodigd om een periode aan een Zuid-Afrikaanse universiteit te werken. Het leek hem een mooie kans om eens aan zijn Europese wortels te ontsnappen. Het werd een leerzame mislukking.

Toen ik het aanbod kreeg om drie maanden als fellow (onderzoeker) te komen werken op het Stellenbosch Institute for Advanced Study (STIAS) in Zuid-Afrika, herinnerde ik me dit aforisme van Nietzsche. Zou het niet fantastisch zijn om eens vrij te kunnen zijn van mijn eigen Europese vooroordelen? Ik had een paar jaar geleden een boek gepubliceerd over Nietzsches gedachten over het Europese nihilisme. Het leek me de moeite waard te proberen het Europese karakter van het nihilisme en het nihilistisch karakter van Europa nader te bestuderen door Europa te verlaten en over mijn vragen in gesprek te gaan met filosofen en wetenschappers uit een ander deel van de wereld, een andere cultuur. Het werd een leerzame mislukking.

Natuurlijk – ik realiseer me dat Zuid-Afrika weliswaar ver weg is, maar bepaald niet het meest on-Europese deel van de wereld is. Er wonen nog steeds enkele miljoenen mensen die afstammen van de Nederlandse, Engelse en Duitse kolonisten die slechts een paar honderd jaar geleden uit Europa vertrokken, en van al diegenen die hen volgden. En zeker in Stellenbosch, tussen de eikenbomen, de Kaap-Hollandse geveltjes van de huizen en de victoriaanse gebouwen van de universiteit, is er veel van die Europese voorgeschiedenis terug te vinden. Maar op het onderzoeksinstituut zaten mensen van over de hele wereld, en ik probeerde vooral te spreken met zwarte collega’s uit verschillende Afrikaanse landen. Dat mijn project niettemin – althans in zekere zin, en op een niet onproductieve manier – ‘mislukte’, heeft minder met Zuid-Afrika te maken dan met de aard van mijn vraagstelling.

Tekst loopt door onder afbeelding

De interculturele dialoog is niet makkelijk. Maar toch gaan wij het proberen. Tijdens Thinking Planet op 21 april 2018 (TivoliVredenburg, Utrecht). Meer informatie >>
Illustratie: Koch en Bos

De belangrijkste reden daarvoor? Het blijkt veel moeilijker om Europa te verlaten dan we wellicht denken. Een eerste simpel voorbeeldje: toen ik aan het begin van mijn verblijf mijn project presenteerde aan mijn mede-fellows, was een van de vragen die ik kreeg: ‘Waarom Afrika?’ Mijn antwoord was simpel: het had ook ergens anders kunnen zijn, maar ik kreeg deze kans. ‘Ja maar’, vroeg een literatuurwetenschapster uit Kaapstad, ‘waarom spreek je van “Afrika”’? Nou ja, om nog zo weinig mogelijk in te vullen: ik duid alleen maar een ander continent aan dan Europa. En toen voelde ik het met enige schaamte. Ik had in het vliegtuig al het boek van Joep Leerssen gelezen, Spiegelpaleis Europa, waaruit ik onder meer leerde hoe Europa zichzelf heeft bepaald tot het continent dat het nu is en zich heeft onderscheiden van andere continenten. Ook het begrip ‘continent’ is een Europese constructie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Heimatlos

Die ervaring had ik elke keer opnieuw, en op verschillende manieren. Ik presenteerde mijn vragen en eerste bevindingen op een conferentie, georganiseerd vanuit de universiteit van Fort Hare in de Oost-Kaap, een ander deel van dat grote land. De conferentie had als titel en thema: ‘Displaced.’ Ik dacht dat mijn onderwerp daar goed in paste: Nietzsche is immers de filosoof die zichzelf graag aanduidt als ‘heimatlos’ en die inderdaad de meest productieve jaren van zijn leven als stateloos burger en zonder vaste woon- of verblijfplaats rondzwierf door Europa. Ik probeerde het problematische van mijn vraagstelling, dat ik inmiddels wel had ontdekt, te illustreren door te laten zien dat het ook Nietzsche zelf niet echt lukte om ‘de stad te verlaten’. Hij wilde als arts van de cultuur de diagnose van de ziekte van Europa stellen, maar slaagde er als ‘goede Europeaan’ nooit in Europa te verlaten. Niet in letterlijke zin (hoewel hij enkele pogingen deed om naar Afrika te gaan), maar vooral ook niet in filosofische zin. Daar kom ik nog op terug.

Maar zelfs die bekentenis was niet voldoende om bij mijn Afrikaanse collega’s de aansluiting te vinden die ik zocht en verwachtte. Degene die een coreferaat verzorgde na mijn paper gaf op haar manier aan wat mij in de loop van de conferentie (ik was de eerste spreker) steeds meer duidelijk werd: mijn verlangen naar een plek van waaruit ik als van buitenaf naar Europa zou kunnen kijken is een typisch Europees verlangen. De aanduiding van Afrika als een plaats ‘buiten Europa’, maakt van Afrika letterlijk het ‘exotische’ dat wij Europeanen er graag in zien. Inderdaad: de thematiek die aangeduid was met de titel ‘Displaced’ was natuurlijk precies omgekeerd aan mijn interpretatie ervan: het ging mijn Afrikaanse collega’s niet om een verlangen naar buiten, maar om een aanklacht tegen alle manieren waarop mensen sinds het kolonialisme werden en worden ontheemd: verdreven van hun plaats en vervreemd van hun identiteit. 

Tekst loopt door onder illustratie

Illustratie: Koch en Bos

Een van de sterkste indrukken die ik heb opgedaan tijdens mijn laatste bezoek is hoezeer ongeveer de hele Afrikaanse filosofie beheerst lijkt te worden door de geschiedenis van het kolonialisme. Niet meer alleen in de zin dat men veelal nog steeds de Europese (en inmiddels ook Amerikaanse) filosofie bestudeert, zoals in de expliciet koloniale tijden, maar tevens in de zin dat men geobsedeerd lijkt door de manier waarop ook de kritiek van het kolonialisme ons weer verstrikt in koloniale patronen. Dat wist ik in zekere zin al wel, maar wat ik me van tevoren niet had gerealiseerd is dit: door met míjn vragen te komen, ga ik niet in op hún vragen, denk ik dus niet met hen mee en blijf ik binnen mijn eigen Europese kader zitten.

Het is niet eenvoudig om Europa te verlaten. Ik geef nog een laatste voorbeeld, het meest vergaande, ontleend aan Nietzsche zelf. Wanneer Nietzsche de wording van het (Europese) nihilisme beschrijft, geeft hij een belangrijke rol aan Socrates, als personage in Plato’s literaire strategie. Het nihilisme bestaat erin dat de werkelijke wereld wordt ontkend of gerelativeerd uit naam van een ‘eigenlijke’, ‘uiteindelijke’, ‘ware’ werkelijkheid: wat wij ervaren is slechts de buitenkant of de schijn, en alleen de filosoof kijkt achter de schijn en heeft zicht op de ware werkelijkheid. Overigens heeft de wetenschap tegenwoordig vaak dezelfde pretentie als de filosofie destijds had. De kiem van deze nihilistische tendens wordt gezaaid door de tactiek die Socrates voortdurend toepast in zijn gesprekken. Die tactiek bestaat erin dat hij zijn gesprekspartners steeds dwingt onderscheid te maken tussen wat het geval líjkt te zijn (wat ‘men zegt’, wat de zogenaamde deskundigen beweren) en wat écht het geval is, tussen het waarschijnlijke en het ware. Weliswaar vult Socrates zelf dat ware nooit echt in, maar verwijst hij er slechts naar. Maar met dat onderscheid kan hij wel elke pretentie van waarheid pareren, totdat uiteindelijk de niet-werkelijke maar ideële ‘waarheid’ het wint van de reële werkelijkheid waarin we leven. We zijn inmiddels vertrouwd met de kritiek van de metafysica die hiermee is aangeduid. Maar zijn we daarmee ook in staat om ons aan de socratische vraagstelling te onttrekken? Kunnen we anders denken dan met behulp van dat onderscheid waarmee Socrates het won van de sofisten? Welnu, Socrates leefde in Griekenland en we noemen dat land graag niet alleen een deel van, maar zelfs de bakermat van Europa. Kunnen we nog naar buiten?

Tekst loopt door onder illustratie

Illustratie: Pascal Tieman

 

Wortels

Je leert vaak meer van wat niet lukt dan van wat wel overeenkomt met je verwachtingen. Ook in dit geval was mijn ‘mislukking’ niet zonder profijt. Er is bij Afrikaanse denkers wel degelijk heel wat te ontdekken wat we niet of minder duidelijk in onze Europese traditie vinden. En meer dan alleen het zo gemakkelijk tot toverwoord uitgeroepen ubuntu-concept. Ongetwijfeld veel meer ook dan wat ik in die drie maanden heb kunnen verkennen. Een paar voorbeelden: ik vond bij de Keniaan Ali Mazrui een heel andere blik op de verhouding tussen Europa en wat ook Nietzsche vaak aanduidt als haar wortels: ‘Griekendom en christendom.’ Misschien zijn het Griekse denken en de christelijke moraal niet Europees, maar zijn we ze gaan identificeren met wat Europa daarvan gemaakt heeft. Bij de Nigeriaanse schrijver Wole Soyinka vond ik een verbinding tussen de Griekse tragedie en de Yoruba-cultus die doet vermoeden dat de tragedie in Afrika misschien niet stierf met Euripides, zoals Nietzsche suggereert.
 
Mazrui werd overigens hoogleraar aan een Amerikaanse universiteit en Soyinka woont en werkt zijn halve leven in Groot-Brittannië. Waarmee nog eens geïllustreerd is dat de grootste misvatting misschien wel hierin bestaat: te denken dat er een werkelijk ‘buiten’ aan Europa en het Europese nihilisme bestaat. En ja, dat had ik kunnen weten: niet alleen is de invloed van Europa ook in dit opzicht mondiaal geworden, maar vooral: het door Nietzsche beschreven nihilisme bestaat er precies in dat we niet meer los kunnen komen van de waarden en idealen waar we ook niet meer in kunnen geloven. Ook niet door het vliegtuig te nemen. De interculturele dialoog is daarmee niet minder belangrijk geworden, maar ze lijkt meer op een gewoon gesprek dan ik tevoren wellicht had gehoopt: vol met misverstanden en toch mogelijk omdat we ten diepste al een grondige verstandhouding hebben.