Home Psyche Paul Verhaeghe: ‘Zonder autoriteit geldt het recht van de sterkste’
Leiderschap Opvoeding Politiek Psyche

Paul Verhaeghe: ‘Zonder autoriteit geldt het recht van de sterkste’

In Nederland is autoriteit ingeruild voor ‘moet kunnen’. Volgens de Belgische psychoanalyticus Paul Verhaeghe een dwaalspoor, dat juist leidt tot arrogantie bij machthebbers. Hij pleit voor een nieuwe autoriteit, opgebouwd van onderop.

Door Lianne Tijhaar op 19 augustus 2015

Paul Verhaeghe autoriteit psychoanalyticus beeld Merlijn Doomernik

In Nederland is autoriteit ingeruild voor ‘moet kunnen’. Volgens de Belgische psychoanalyticus Paul Verhaeghe een dwaalspoor, dat juist leidt tot arrogantie bij machthebbers. Hij pleit voor een nieuwe autoriteit, opgebouwd van onderop.

Cover van 09-2015
09-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De opkomst bij politieke verkiezingen slinkt elk jaar, verdachten gaan steevast in hoger beroep, patiënten gaan voor een second opinion bij een tweede arts te rade, en kinderen zijn brutaler dan vroeger. En maakt iemand zonder vervoersbewijs in de trein bonje met de conducteur, dan houdt de hele coupé zijn mond. Wat is er aan de hand in Nederland? Volgens psychoanalyticus Paul Verhaeghe is autoriteit in onze samenleving verloren gegaan. En dat is een probleem, want we kunnen niet zonder – maar terug naar het klassieke patriarchale gezag willen we ook niet. In zijn boek Autoriteit pleit hij voor een andere vorm van autoriteit, die zich nu al stilaan aan het ontwikkelen is.

‘De gedachte dat een maatschappij zonder autoriteit kan is een dwaling van formaat’

Verhaeghe groeide op in het België van de late jaren vijftig. ‘Toen ik een jongetje was, was de autoriteit van de leraar zo vanzelfsprekend dat je die niet ter discussie stelde.’ Die extreme conformiteit leidde in de jaren zestig tot verzet. Als student ging Verhaeghe met honderden anderen de straat op om te protesteren tegen het in de pas moeten lopen. ‘Maar zoals wel vaker voorkomt bij maatschappelijke omwentelingen, kwam er een overcorrectie. De Nederlandse uitdrukking “moet kunnen” geeft heel mooi de paradox weer van “de bevrijding”. Moet kunnen. Alles wat voorheen verboden was, werd nu verplicht.’

Dwaling van formaat

De sterk piramidale top-down autoriteit is verdwenen, met als resultaat dat opvoeders het nu verschrikkelijk moeilijk hebben, stelt Verhaeghe. ‘Zowel leerkrachten als ouders zijn bang geworden een autoritaire positie in te nemen, het resultaat van ongetwijfeld goed bedoelde maar verkeerd begrepen pedagogische principes van het genre “kinderen moeten inspraak krijgen”. Om een of andere reden hoort gezagsgetrouw denken bij een conservatief gedachtegoed en een anti-autoritaire instelling bij progressieve bewegingen. Maar de gedachte dat opvoeding, en ruimer, een maatschappij zonder autoriteit kan is natuurlijk een dwaling van formaat.’

Waar we nog niet zo lang geleden van autoriteit af wilden, hoort Verhaeghe nu een roep om nieuwe autoriteit. ‘Steeds meer stemmen pleiten voor een terugkeer naar een strenge aanpak, want “de jeugd” maakt het stilaan te bont. Vandaag de dag eisen ouders dat de school hun kinderen discipline bijbrengt. De school klaagt dan weer dat ouders hun kinderen niet meer opvoeden. Maar wie streng uit de hoek komt, krijgt bakken verwijten over zich heen. “Wie denk je wel dat je bent?” De vroegere autoriteit willen we niet langer, maar een nieuwe hebben we nog niet.’

Tekst loopt verder onder afbeelding

Recht van de sterkste

Een crisis van de opvoeding is vaak het symptoom van een maatschappij in crisis. En dat is dan ook wat er in Nederland aan de hand is, stelt Verhaeghe. ‘Waar autoriteit verdwijnt, komt er macht voor in de plaats. Onze politieke en economische situatie levert daarvan een gevaarlijke illustratie.’

Het onderscheid tussen macht en autoriteit ontleent Verhaeghe aan politiek filosoof Hannah Arendt. Macht gaat over twee instanties waarbij de een sterker is dan de ander. De sterkere partij (tegenwoordig vaak de rijkste) kan de ander dan dwingen iets te doen. Autoriteit heeft een drieledige structuur: een persoon of instantie heeft autoriteit over een andere op basis van een derde punt, dat ze allebei erkennen. Een politieagent kan mij bekeuren op grond van een wet die we beiden aanvaarden. De onderwerping aan de macht van die agent vindt plaats op vrijwillige basis. Een belangrijk verschil tussen macht en autoriteit is dat macht volledige gehoorzaamheid eist, terwijl autoriteit juist autonomie toelaat. ‘Zodra je die structuur doorhebt, wordt plots een aantal dingen duidelijk’, vertelt Verhaeghe. ‘Dan kun je bijvoorbeeld begrijpen dat iemand op zijn eentje nooit autoriteit kan hebben. Je kunt die alleen maar krijgen vanuit die gemeenschappelijke erkenning, en hij kan je ook afgenomen worden. Dat zie je ook in de taal: een minister is een gezagsdrager, hij draagt het gezag. Alles staat of valt bij dat derde punt: als dat fundament wegvalt, dan is het gedaan met die vorm van autoriteit en wordt het macht.’

En dat is wat er nu aan de hand is in onze samenleving?
‘Precies. We zijn die klassieke vorm van autoriteit verloren. We geloven niet meer in een God of patriarchale vader. En dat is geen ontwikkeling van de laatste jaren. De traditionele autoriteit kwam al vanaf de Verlichting onder vuur te liggen. Vanaf dat moment zie je dat mensen, grote filosofen, de autoriteit ondergraven. Volgens verlichtingsfilosoof Immanuel Kant moest de mens zich bevrijden uit zijn zelfgekozen onmondigheid. Autonomie werd verheven tot het nieuwe ideaal, autoriteit werd op zich verwerpelijk. Er ontstond toen een naïef idee – overigens niet in lijn met wat Kant bedoelde – dat de mens beter zonder kan en zich spontaan wel zou organiseren op een manier die voor iedereen goed is. Even later volgt Nietzsche, die stelt dat de schaduw van het christendom nog boven ons hangt, maar aan het wegtrekken is. God is dood, we zijn de traditionele moraal verloren – het vaderland bestaat niet meer.’

‘Autoriteit verdwijnt en macht komt ervoor in de plaats. Politici en leidinggevenden zijn daardoor arrogant geworden’

‘Een groot probleem hierbij is dat het fundament voor autoriteit weliswaar is weggevallen, maar dat de piramides er nog steeds zijn. Daar zien we hoe autoriteit verdwijnt, en macht ervoor in de plaats komt. We zitten in piramidale machtsbolwerken. Kijk naar politiek; dat is geen autoriteit, het is pure macht. Dat wordt nu des te duidelijker als we kijken naar de EU en Griekenland. Het recht van de rijkste die de eisen op tafel legt regeert. En dat is gevaarlijk.’

‘Een gevolg hiervan is dat politici en leidinggevenden arrogant worden, en de “gewone man” onderschatten. Religie en traditie zijn mede verdwenen omdat steeds meer mensen toegang hebben tot opleiding en kennis. We bidden niet meer tot de heilige Apollonia (patrones van lijders aan tandpijn), we gaan naar de tandarts. Vandaag de dag is – mede dankzij de digitalisering – kennis toegankelijk voor iedereen. Maar bij veel hoogopgeleide mensen bestaat de overtuiging dat de massa dom is, onder andere als een argument tegen de democratie. Dit getuigt niet alleen van een misplaatst gevoel van superioriteit (nog nooit waren er zoveel hoogopgeleide mensen), het is bovendien een gevaarlijke gedachte, die het bedje spreidt voor een regering van “experts”. De stap naar een totalitair regime wordt dan erg klein.’

Horizontale autoriteit

‘Het goede nieuws is’, vervolgt Verhaeghe, ‘dat je zodra je die structuur doorhebt, je de oplossing ziet. Want een maatschappij kan niet zonder autoriteit. Dat is de illusie geweest in de jaren zestig, dat we zonder autoriteit zouden kunnen.’

Waarom kunnen we niet zonder?
‘Dit klinkt misschien wat vreemd uit mijn mond, maar de reden is een biologische. We zijn sociale dieren met een bepaalde groepshiërarchie. Die hiërarchie berust op regelgeving die gedragen moet worden door de groep, anders valt de groep uit elkaar. Die regelgeving noem ik autoriteit. We hebben dus autoriteit nodig, gedeelde afspraken, om samen te leven. En die autoriteit moet grond hebben, in de groep zélf, anders wordt het willekeur.’

We hebben weer een strenge vaderfiguur nodig?
‘Nee, alsjeblieft! Veel mensen zien misschien de oplossing in de terugkeer van een strenge figuur die iedereen op zijn plaats zet. Die oplossing werkt niet langer. Ze is zelfs erger dan de kwaal, omdat het een terugkeer naar een zelfverkozen onmondigheid inhoudt, waar Kant ons in de Verlichting juist van wilde bevrijden.’

Volgens Verhaeghe ligt de oplossing niet bij een nieuw groot verhaal. ‘Grote verhalen zijn vooral bedoeld om de onderste laag van de piramide volgzaam te houden. Ze maken deel uit van een strategie die Plato voor het eerst formuleerde: hou het volk braaf en gelovig, spiegel ze een paradijs in een hiernamaals voor (of een eeuwige straf) en kader dat in een groot verhaal in (het Rode Boekje, het Zwarte Boekje, de Bijbel). En hoe verschillend ze ook zijn, ze vertonen allemaal eenzelfde structuur: we moeten nu hard werken om pas veel later – in het hiernamaals of in latere generaties – beloond te worden. Een nieuwe Bijbel zal geen oplossing bieden. Ik zie veel liever dat er hier en nu een aantal dingen verandert.’

‘Bij nieuwe autoriteit staat individuele autonomie centraal, maar noodzakelijkerwijs in verbondenheid met anderen’

In plaats van een nieuwe top-down autoriteit pleit Verhaeghe voor horizontaal georganiseerde autoriteit. Die vorm van autoriteit ziet hij nu al bij verschillende initiatieven uit de pedagogische, economische en politieke praktijk. Het Semco-model in het bedrijfsleven, Buurtzorg in Nederland, het Spaanse Mondragon – gepassioneerd somt Verhaeghe een aantal voorbeelden op. ‘Al deze initiatieven gaan uit van een collectieve autoriteit: een aantal mensen groepeert zich rond heel concrete doeleinden en maakt in goed overleg onderling afspraken. Die afspraken worden vervolgens opgelegd aan de groep en vormen het kader waarbinnen die groep functioneert. En dat zijn echt niet alleen maar geitenwollensokkentoestanden: het gaat om zorg, onderwijs, huisvesting, energievoorzieningen, milieubeleid. Daar zetten mensen zich in groepen voor in. En dat werkt! De horizontale autoriteit wordt niet meer gedragen door de klassieke piramide (directeuren, inspecteurs, politici), maar functioneert op grond van gedeelde, transparante kennis en een nieuwe vormgeving van de angst – voor sociale controle.’

Vereist zo’n horizontale autoriteit niet juist ook autonome individuen, die een afweging kunnen maken tussen hun eigen belang en het algemene belang?
‘Dat is exact wat ik bedoel. Gezien het horizontale karakter van de autoriteit zal autonomie van het individu centraal staan, maar dan wel noodzakelijkerwijs in verbondenheid met andere mensen. Dus niet in de zin van “doen wat je wilt”, maar eerder zoals Immanuel Kant het heeft bedoeld: jezelf de wet kunnen stellen, juist met het oog op het algemene belang.’

Tekst loopt verder onder afbeelding

Mentaliteitsverandering

Verhaeghe pleit voor een vorm van politiek gebaseerd op wat ‘deliberatieve raadpleging’ wordt genoemd. Deliberatief betekent: door overleg. Een deliberatieve democratie is dus een democratie gebaseerd op overleg van een groep die een zo getrouw mogelijke weerspiegeling vormt van de gemeenschap. ‘Deze methode biedt een remedie tegen het cynisme van onze tijd. Geef mensen voldoende informatie, laat hen daarover onderling overleggen, overtuig hen ervan dat hun mening er werkelijk toe doet, en je ziet merkwaardige fenomenen.’

Rondetafelgesprekken met mensen die een representatieve afspiegeling vormen van de samenleving. Hoe krijgen we dat in hemelsnaam voor elkaar?
‘Dat is niet zo moeilijk, hoor. In de wetenschappen hebben we al sinds jaar en dag methodes om dat te doen. Eerst hebben we een goede beschrijving nodig van hoe de samenleving samengesteld is, op basis van een aantal klassieke factoren (de leeftijdsverdeling, geslacht, opleidingsniveau en etnische achtergrond), en dan kun je op basis daarvan een representatieve groep samenstellen.’

Dan nog is er altijd wel iemand die meer te zeggen heeft dan een ander.
‘Ja, dat klopt. Daarom is het ook heel belangrijk dat er beroepsmoderatoren aanwezig zijn die ervoor zorgen dat zoiets niet gebeurt en dat iedereen voldoende inbreng kan geven. Het idee van spontane zelforganisatie is een illusie. Als we een groep aan zijn lot overlaten, dan krijg je binnen de kortste keren een groepsdynamiek waarbij de meest mondige de macht in handen neemt. Een horizontale organisatie kan slechts werken binnen bepaalde krijtlijnen.’

‘Nederland moet naar een andere politiek, die niet meer volledig in dienst staat van de economie, maar terug is in handen van de mensen’

Wie bepaalt die krijtlijnen dan en hoe zien ze eruit?
‘Het gevaar is dat men bij zulke krijtlijnen onmiddellijk om een soort handboek vraagt. Hoe kunnen we dat dan zo snel mogelijk netjes gaan toepassen? Bijna een protocol. En dat is het nu juist niet. Het gaat veeleer over een mentaliteit, die vorm krijgt in een beperkt aantal regels. Nobelprijswinnares economie Elinor Olstrom ontdekte die als basis voor de commons, de voorloper van de huidige deel­economie. Een nieuwe vorm van autoriteit zal een volledige mentaliteitsverandering inhouden. Dat betekent dat we minstens vijftien jaar nodig hebben. Ook dat is iets wat we vaak vergeten. Het huidige model (het neoliberalisme, waarin alles draait om geld en economisch succes) is in de afgelopen vijftien à twintig jaar beetje bij beetje binnengeslopen in onze samenleving. Het zal even lang duren om een ander model te krijgen.’

Verhaeghe is optimistisch, zonder naïef te worden. ‘Elke autoriteit heeft een gevaarlijke kant. Denk aan de sociale controle ten tijde van de Stasi in Oost-Duitsland – help! Dus daar moeten we heel voorzichtig mee zijn. Maar we kunnen niet zonder. En als ik moet kiezen tussen die klassieke top-down patriarchale autoriteit of een sociale controle gebaseerd op horizontale bottom-up autoriteit, dan kies ik voor dat laatste. Zonder te denken dat dat meteen alle problemen gaat oplossen. Maar daar heb ik meer vertrouwen in.’

Zijn advies voor Nederland? ‘Nederland moet naar een andere politiek, die niet meer volledig in dienst staat van de economie, maar terug is in handen van de mensen. Het “vaderland”, de klassieke natiestaat, is trouwens voorbijgestreefd; de EU heeft alle beslissingsrecht. We moeten zo snel mogelijk gaan denken op twee niveaus en de term die dat het mooiste aanduidt is “glokaal”: denken op globaal én lokaal niveau. En dat gebeurt al. Wereldwijd nemen steden het voortouw op het vlak van milieumaatregelen, verkeer, zorg en bestuur. Dit werkt veel beter dan op landelijk niveau. Nederland is aan het verdampen.’

Autoriteit
Paul Verhaeghe
De Bezige Bij
272 blz.
€ 23,99