Home De dood Marjoleine de Vos: ‘Je bent niet je hele leven nietig en vergankelijk’
De dood Kunst Liefde

Marjoleine de Vos: ‘Je bent niet je hele leven nietig en vergankelijk’

Wat antwoorden denkers van onze tijd op de vier grote vragen van Immanuel Kant? Dit keer: schrijver en dichter Marjoleine de Vos (1957) over herinneren.

Door Djuna Spreksel op 26 januari 2024

Marjoleine de Vos dichter schrijver beeld Maarten Noordijk

Wat antwoorden denkers van onze tijd op de vier grote vragen van Immanuel Kant? Dit keer: schrijver en dichter Marjoleine de Vos (1957) over herinneren.

FM 2 Filosofie Magazine Friedrich Nietzsche Tim Fransen Wat hebben we nu aan de peptalk van Nietzsche
02-2024 Filosofie magazine Lees het magazine

Volgens Immanuel Kant (1724-1804) past elke filosofie in 4 vragen: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens?

01 Wat kan ik weten?

‘In het boek Nooit meer slapen van W.F. Hermans luidt een van de laatste zinnen: “Niemand hoeft zich te verwijten dat hij in den blinde leeft.” Alle zogenaamde kennis die we hebben zijn extrapolaties gebaseerd op het nu; het zijn gedachtegangen over oorzaak en gevolg, die uitgaan van het heden en van wie je op dit moment bent. Maar je weet niets over de concrete, feitelijke werkelijkheid van morgen, en je weet ook niet hoe de ervaring van die gebeurtenissen jou als mens zullen veranderen. Zo kun je na de dood van een geliefde je misschien niet voorstellen dat je ooit naar een ander zult verlangen. En toch kan dat gebeuren, soms zelfs tamelijk hevig.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

02 Wat moet ik doen?

‘Ik heb bewondering voor mensen die, bijvoorbeeld wanneer iemand ernstig ziek is, direct weten wat ze moeten doen. In mij komt er dan altijd iets onhandigs naar boven. Je kunt wel tegen jezelf zeggen: je moet een goed mens zijn, maar het leven zit vol met allerlei praktische hindernissen en ­uitdagingen. Bij de herinneringen aan een overledene is het prettig om aan actief beheer van die herinneringen te doen, heb ik gemerkt. Dat doe je door nieuwe ingangen te vinden naar details over iemand die je na een poosje ontsnappen. Je kunt brieven herlezen; brieven zijn een soort herinneringsmachines. Of je kunt praten met iemand die diegene ook kende. Die haalt iets op, je denkt: ja, zo was het, en dan kan zich plots een hele sliert aan herinneringen openbaren.’

‘Kennis is niets meer dan verwachtingen’

03 Wat mag ik hopen?

‘Mijn eerste reactie is: dat je zult leren met verlies om te gaan. Rainer Maria Rilke schreef: So leben wir, und nehmen immer Abschied. Dat is natuurlijk waar, maar er komt ook steeds van alles bij; we leren dingen, we hebben ervaringen, intense gevoelens van geluk of liefde. Misschien moet je hopen dat je daar altijd bij zult kunnen, bij die ervaring dat het heerlijk is om in leven te zijn. Soms dan.’

04 Wat is de mens?

‘De dichter J.C. Bloem schreef: het is even/ tussen twee stilten luid geweest. Als het gaat om de aard van de mens hebben we het vaak over onze nietigheid en vergankelijkheid. Maar je bent niet je hele leven nietig en vergankelijk – je lééft, en soms zelfs behoorlijk lang. Zolang het, in de woorden van Bloem, luid is, dan is het ook echt luid. Leven is nu eenmaal het krachtigste wat we hebben; we spreken alleen maar over vergankelijkheid omdat we leven. In mijn werk heb ik het veel over kunst in allerlei vormen. Als mens hebben we een geweldig vermogen: we kunnen vormgeven aan dingen buiten onszelf die ons beroeren en bezighouden. Die vorm, of het nu gaat om muziek, beeldende kunst of poëzie, kan ons optillen, tot ver boven het moeras uit.’

En steeds is alles er. Over missen en herinneren
Marjoleine de Vos
Van Oorschot
80 blz.
€ 15,-