Wetenschap toetst met experimenten de feiten, filosofie toetst met experimenten het denken.
Stel je voor!
Ben je nog een goed mens als niemand kijkt? Over die vraag discussieert Socrates met zijn gesprekspartner Glaucon in De Republiek van Plato (427-347 v.Chr.). Glaucon betoogt dat mensen alleen rechtvaardig zijn omdat ze anders gestraft worden. Als je zou kunnen misleiden, roven en moorden zonder dat iemand je iets kon maken, zou niemand op het rechte pad blijven.
Glaucon vertelt een verhaal over een eenvoudige herder uit het koninkrijk Lydia. Op een dag vindt de herder in een spleet in de grond een ring die hem onzichtbaar maakt, de ring van Gyges. Telkens als hij de ring op de juiste manier draait, verdwijnt hij. Onmiddellijk regelt de herder dat hij als bode naar de koning gezonden wordt. Aan het hof aangekomen ‘verleidde hij de koningin, pleegde samen met haar een aanslag op de koning, doodde hem en maakte zich zo meester van de regering’.
Rechtvaardig handelen is altijd onvrijwillig, concludeert Glaucon. Mensen hebben ooit wetten afgesproken omdat dat voordelig was; ze wilden zichzelf beschermen tegen de misdaden van anderen. Maar als ze kwaad konden doen zonder ervoor bestraft te worden, zouden zelfs de rechtvaardigste mensen voor de verleiding vallen. Een onzichtbaarheidsring zou een einde maken aan de deugd.
Socrates reageert met een pleidooi voor de intrinsieke waarde van deugdzaam handelen. Rechtvaardigheid is niet alleen een manier om straf te vermijden; de rechtvaardige mens is gezond, gelukkig en leeft in innerlijke harmonie. Wie een onzichtbaarheidsring vindt, zou volgens Socrates niet aan het roven en moorden slaan, maar die gebruiken om het juiste te doen.
Echt?!
Glaucon denkt niet echt dat Âiemand met een onzichtbaarheidsring naar hartenlust kwaad zou doen. Hij speelt advocaat van de duivel om een reactie van Socrates uit te lokken. Maar latere filosofen zoals Thomas Hobbes (1588-1679) waren er wel van overtuigd dat de mens alleen goed handelt omdat hij daartoe gedwongen wordt. Zonder de dreiging van straf zou de samenleving volgens Hobbes vervallen tot een oorlog van allen tegen allen. Het idee van de onzichtbaarheidsring keert terug in de fantasy-trilogie In de ban van de ring (1954) van J.R.R. Tolkien, die vermoedelijk door het verhaal van Glaucon geïnspireerd is. Tolkiens verhaal gaat over een ring die de drager naast onzichtbaar ook zeer machtig maakt. Niet iedereen is even vatbaar voor de aantrekkingskracht van de ring. Terwijl machtige vorsten en grote tovenaars tot slechtheid worden gedreven, blijken kleine ‘hobbits’ ongevoelig voor de morele verleiding. Misschien ligt de kwestie dus genuanceerd. Handelen sommige mensen wel goed uit zichzelf en andere niet?