Home Bewustzijn Kaarslicht doet mijmeren | recensie
Bewustzijn

Kaarslicht doet mijmeren | recensie

Door Femke van Hout op 13 maart 2025

Matthias Stom Een jongeman lezend bij kaarslicht
‘Een jongeman lezend bij kaarslicht’, olieverfschilderij door Matthias Stom uit ca. 1630
Filosofie Magazine 2025 Maakt pessimisme gelukkig? Arthur Schopenhauer
03-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
De Franse filosoof Gaston Bachelard beschrijft hoe kaarslicht de mens kan aanzetten tot een specifieke vorm van denken: het mijmeren.

‘Het is de filosofie – niet de wetenschap – die mijmert,’ schrijft Gaston Bachelard in De vlam van een kaars. Het Franse origineel verscheen in 1961, maar nu is er voor het eerst een Nederlandse vertaling verschenen. In dit boekje beschrijft de Franse filosoof hoe kaarslicht de mens kan aanzetten tot een specifieke vorm van denken: het mijmeren.

Bachelard (1884-1962) bedreef een heel eigen vorm van filosofie, die zich misschien nog het best laat omschrijven als ‘poëtische essayistiek’. Zo verkent hij in La poétique de l’espace – zijn bekendste werk – de betekenis van verschillende soorten ruimtes en wijdt hij essays aan oerelementen als water, lucht, aarde en vuur. De vlam van een kaars, prachtig vertaald en ingeleid door schrijver Nicolaas Matsier, stelt een specifieke vorm van vuur centraal: het kleine, quasi-gedomesticeerde vuur van de kaars.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

‘De mens is een mijmerend wezen,’ meent Bachelard. Mijmeren is volgens hem iets tussen denken en dromen in: wie mijmert heeft weinig controle en overzicht, maar is niet geheel overgeleverd aan zijn onbewuste. De mijmeraar komt volgens Bachelard het liefst tevoorschijn bij het schijnsel van de kaars, want het flakkerende kaarslicht roept allerlei poëtische beelden op. Bachelard maakt onderscheid tussen beelden en metaforen. We gebruiken metaforen om meer helderheid te verkrijgen. Beelden geven ons daarentegen toegang tot een sluimerende, halfduistere, innerlijke wereld, vol beweeglijke betekenissen. De beelden die de kaarsvlam opwekt zijn als ‘innerlijke nachtlampjes’: ‘Hun schijnsel wordt onzichtbaar wanneer het denken aan het werk is, wanneer het bewustzijn heel helder is.’

Net als een mijmering is De vlam van een kaars gefragmenteerd en associatief. Bachelard haalt allerlei aforismen aan van dichters en denkers als Carl Jung, Martin Kaubisch en Novalis. Het essay voert langs thema’s als eenzaamheid (wie mijmert is principieel alleen) en tijd (‘De vlam is een zandloper die omhoog stroomt’). Soms voeren Bachelards associaties wat ver, maar dat hindert niet. Wie mijmert laat zich graag een beetje meeslepen. (‘Ach! Deze mijmeringen gaan te ver,’ concludeert hij zelf op een punt.) Meegesleept door Bachelard vraag ik me nu af: als het flakkerende schijnsel van de kaars ons aanzet tot mijmeren, wat voor soort denkers zijn we dan bij het felle licht van de smartphone?

De vlam van een kaars
Gaston Bachelard
vert. Nicolaas Matsier

Parrèsia
142 blz.
€ 17,50