Home Aandacht Hoe een digitale detox leidt tot meer aandacht
Aandacht Mens en techniek

Hoe een digitale detox leidt tot meer aandacht

Hans Schnitzler liet studenten een digitale detox doen. Een leven zonder smartphone, concludeerde hij, is lastiger en juist daarom betekenisvol.

Door Bart Coster op 23 oktober 2017

Hans Schnitzler filosoof technologie digitale detox digitalisering beeld Kick Smeets

Hans Schnitzler liet studenten een digitale detox doen. Een leven zonder smartphone, concludeerde hij, is lastiger en juist daarom betekenisvol.

Cover van 11-2017
11-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

We hebben radicale experimenten nodig om te weten waar we staan’, zegt Hans Schnitzler, auteur van Kleine filosofie van de digitale onthouding. Daarom heeft hij inmiddels zes lichtingen studenten van de Bildung Academie een ‘digitale detox’ laten doen: een week zonder schermen. Geen Facebook, geen Twitter, geen WhatsApp. Aan het einde van deze week reflecteerde hij met de studenten op hun ervaringen.

Veel studenten melden dat ze zonder smartphone dingen als ‘echter’ ervaren. Hoe verklaart u dat?
‘Een belangrijk onderdeel van ervaring is frictie. De ideologie van Silicon Valley is dat alles zo gemakkelijk, zo frictieloos mogelijk moet zijn. Ze maken de denkfout dat meer comfort en meer gemak ook meer geluk zouden betekenen. Maar frictie, obstakels tegenkomen en overwinnen, zorgt juist voor de rijkdom van ervaring. Dat krijg ik ook van de studenten terug. Ze ervaren tijdens de digitale onthouding dat ze veel meer moeite moeten doen voor banale dingen, zoals de weg vinden. En hoeveel voldoening het geeft om niet afhankelijk te zijn van een smartphone, maar op anderen te vertrouwen en een inspanning te verrichten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

U geeft in uw boek het voorbeeld van Tinder. Deze dating-app geeft je volgens de bedenker ‘een mate van controle die je in het echt niet hebt’. Is die controle eigenlijk ook niet heel fijn?
‘Natuurlijk is controle fijn, in eerste instantie. We laten ons er graag in meenemen. Het interessante van het experiment is dat studenten merken dat ze minder controle hebben zonder smartphone, maar dat ze tegelijkertijd meer zelfvertrouwen krijgen. Doordat de smartphone er niet meer is beseffen ze hoe afhankelijk ze ervan zijn. Maar ze merken ook dat ze zich niet op hun smartphone hoeven te verlaten en kunnen vertrouwen op hun eigen intuïtie, spontaniteit en oplossingsvermogen.’

Is het zo erg dat we voor controle afhankelijk zijn van onze smartphone? Voor onze hele beschaving zijn we immers afhankelijk van technologie.
‘Inderdaad, dat is ook wat de Franse techniekfilosoof Bernard Stiegler zegt. De mens is volgens hem gemankeerd: van nature bezit hij geen aangeboren kwaliteiten om te overleven. Dit gebrek compenseren we met “prothesen”: technische hulpmiddelen, van de vuistbijl tot aan de tablet. 

We staan nu echter op het punt waarop die prothesen, die veruitwendigingen van onze tekortkomingen, aspecten van ons mens-zijn raken waarvan je kunt denken: in hoeverre is het wenselijk om ze in een vergaande manier uit te besteden aan machines? Denk aan onze verbeeldingskracht en aan onze moraliteit. Verder moeten we kritisch kijken naar degenen aan wie we deze vermogens uitbesteden. Nu doen we dat aan een industrie die er alles aan gelegen is om in onze ziel te kijken en onze gedachten te lezen. Dit brengt het risico met zich mee dat we kwetsbaar en manipuleerbaar worden. We verkopen, letterlijk zelfs, onze ziel aan de internetindustrie.’

Google en Facebook weten misschien veel van ons. Maar betekent dit ook dat ze ons kunnen manipuleren?
‘Google en Facebook draaien op algoritmen, en het enige wat een algoritme kan is correleren: op basis van input uit het verleden patronen ontdekken. Wanneer we een werkelijkheid bouwen die geheel gebaseerd is op deze correlaties, dan worden we vastgepind op gedrag uit ons verleden. Dit gebeurt al op een heel basaal niveau. Denk aan een verzekeraar die op basis van jouw gezonde gedrag je premie laag vaststelt. Dan conformeer je je al snel aan de algoritmes, omdat die ervoor zorgen dat je een lage premie hebt. 

Hierdoor komen de menselijke openheid en spontaniteit in het geding, wat Hannah Arendt “nieuwe geboorten” noemt. Volgens Arendt is het bepalend voor het menselijke handelen dat er telkens weer een mogelijkheid is om te veranderen, om opnieuw te beginnen. Maar door zulke technologische ontwikkelingen wordt werkelijk een nieuw begin maken steeds lastiger.’

Hoe denkt u dat we de controle over technologie weer terug kunnen krijgen?
‘Naast dat we zelf kritisch in het leven moeten staan, heeft de overheid hier ook een rol. We hebben te maken met een aandachtseconomie: bedrijven als Google en Facebook willen onze aandacht pakken en exploiteren. Maar aandacht is een intieme menselijke aangelegenheid. Aandacht gaat over betrokkenheid, liefde, toewijding. Wanneer we bedrijven laten morrelen aan onze aandacht, komt onze integriteit in gevaar. Volgens mij hebben we een sociaal contract met de overheid, waarbij we afzien van dingen als geweld, in ruil waarvoor de overheid onze integriteit beschermt. Ik constateer dat de overheid dat op dit moment niet doet. Sterker nog: de overheid heeft er belang bij dat bedrijven zo veel mogelijk data verzamelen, zodat zij die weer kan opvragen en gebruiken. We zullen met z’n allen de aandachtswoekeraars uit onze aandachtstempels moeten verdrijven. Het is heel lastig om dat als individu te doen, maar de overheid is het laatste bastion dat ons daarin kan beschermen.’

Kleine filosofie van de digitale onthouding
Hans Schnitzler
De Bezige Bij
128 blz.
€ 15,99