‘Stel je voor’, zegt de Australische filosoof Peter Singer, ‘je loopt door het park en je ziet een kind verdrinken.’ Er is niemand anders in de buurt. Zou je in de vijver springen om dat kind te redden?’ De meeste mensen zouden zonder twijfel ‘ja, natuurlijk’ antwoorden, vervolgt Singer. ‘Maar waarom accepteer je dan dat er in ontwikkelingslanden dagelijks kinderen overlijden zonder dat je ingrijpt? Terwijl hun dood met jouw hulp voorkomen had kunnen worden?’
Voor Singer is het glashelder. Mensen die hongerlijden en doodgaan aan bestrijdbare ziektes verdienen onze hulp, net zoals het verdrinkende kind in de vijver. Om zoveel mogelijk levens te redden, geeft hij al veertig jaar zoveel mogelijk van zijn geld weg. Een derde van zijn inkomen is dat op het moment. Hij is nu bezig zijn levensstijl zo in te richten dat hij over een paar jaar de helft kan doneren. En Singer hoopt dat anderen hem daarin volgen.
‘Het is niet vanzelfsprekend om mensen te helpen omdat je ze toevallig kent’
In de jaren zeventig werd Singer wereldberoemd met zijn boek Animal Liberation, waarmee hij dierenwelzijn als een belangrijke ethische kwestie op de kaart zette. Hij is nu hoogleraar ethiek aan Princeton en door menigeen omschreven als ‘de meest invloedrijke levende filosoof ter wereld’. Twee jaar geleden publiceerde hij het boek The Most Good You Can Do, waarin hij zijn gedachten over zijn vrijgevigheid uit de doeken doet. Onlangs verscheen dat in het Nederlands als Effectief altruïsme, wat ook de naam van een beweging is die volgens Singer steeds meer gevolg krijgt.
Een van de grootste effectieve altruïsten is Bill Gates. All lives have equal value, prijkt in enorme letters op de website van de Bill and Melinda Gates Foundation. Die visie delen alle aanhangers van de beweging, zegt Singer. ‘Onze hoop voor de toekomst ligt in het besef dat zelfs als we ons niet kunnen identificeren met verre vreemdelingen, hun levens dezelfde waarde hebben als de levens van onze dierbaren.’
Koel redeneren
Effectief altruïsme is op een heel eenvoudige gedachte gebaseerd: we moeten zoveel mogelijk goeds tot stand brengen. ‘Dure koffie, vakanties, een auto – elk van ons geeft geld uit aan dingen die we niet echt nodig hebben’, licht Singer telefonisch toe vanuit zijn werkkamer. ‘Terwijl je dat geld ook aan een goed doel kunt geven dat malaria bestrijdt, waarvan je zeker weet dat ze daar klamboes mee kopen. Klamboes die mensen beschermen, waardoor minder mensen doodgaan aan malaria. Het lijkt mij duidelijk wat meer goeds tot stand brengt.’
In zijn boek legt Singer uit hoe je een effectieve altruïst wordt, waarom je dat zou willen en aan welke goede doelen je moet geven. ‘Er zijn onderzoeken die laten zien dat het ene goede doel meer dan honderd keer effectiever is dan het andere. Als je aan mensen vraagt of ze honderd keer zoveel willen doneren, zullen ze nee zeggen. Maar als je ze vraagt of ze met hetzelfde bedrag honderd keer zoveel effect willen genereren, willen ze daar best over nadenken.’
‘Het ene goede doel is meer dan honderd keer effectiever dan het andere’
Bekommer je om het welzijn van anderen. Leef zuinig zodat je hen zoveel mogelijk kunt helpen. Doneer aan goede doelen die aantonen dat ze lijden effectief verminderen. Het klinkt mooi in de oren, maar Singers gedachten leiden ook tot veel opgetrokken wenkbrauwen. Want zijn manier om zoveel mogelijk goeds te doen, is gebaseerd op koel redeneren. ‘Het gaat erom je te onthechten van de meer persoonlijke overwegingen’, vervolgt Singer. ‘Dat betekent niet dat je je emoties uit moet schakelen, maar wel dat je emotionele neigingen vaak moet onderdrukken.’
De volgende neigingen om te geven zou Singer bijvoorbeeld als misplaatst beschouwen:
- ‘Ik doneer aan borstkankeronderzoek, omdat mijn vrouw aan borstkanker is overleden.’
- ‘Ik ben dol op honden, dus ik doneer aan het dierenasiel in mijn woonplaats.’
- ‘Ik hou van natuurfotografie, daarom doneer ik om prachtige nationale parken te beschermen.’
- ‘Omdat ik Nederlander ben, kunnen misdeelde Nederlanders als eersten op mijn hulp rekenen.’
Wat is er precies mis met deze neigingen?
‘Ze worden te veel geleid door hartstochten. Wie vanuit emotie doneert, loopt grote kans te doneren aan een doel dat niet het meest effectief is. We moeten niet alleen ons hart gebruiken, maar ook ons hoofd. Door onze hartstochten een andere richting te geven, kunnen we ze een cruciale rol laten spelen bij ethisch handelen. Het verstand is geen neutraal werktuig dat ons helpt te krijgen wat we willen. Het helpt om onze situatie in perspectief te zien, onze focus te verleggen naar de wereld als geheel. Een effectieve altruïst probeert zoveel mogelijk mensen in armoede te helpen of dierenleed zoveel mogelijk te verminderen. Om daarin te slagen, moet je bereid zijn sommige van jouw persoonlijke behoeftes op te schorten. De tien euro die jij in Nederland uitgeeft aan het bestrijden van armoede is in Afrika veel meer waard, terwijl de armoede daar groter en heviger is. Dus die kan beter naar Afrika.’
Het klinkt zo rationeel.
‘Het is ook heel rationeel.’
Is het wel menselijk om dusdanig rationeel te handelen? Is het niet eigen aan de mens zich meer te bekommeren om geliefden dan om onbekenden?
‘Ik zeg niet dat het verkeerd is om prioriteit te geven aan bijvoorbeeld je eigen kinderen. Ouders houden van hun kinderen en het zou onrealistisch zijn te verwachten dat ze zich tegenover hun eigen kinderen en andere kinderen onpartijdig opstellen. Al lijkt het me niet dat die eigen kinderen het nieuwste speelgoed nodig hebben of alle bezittingen van hun ouders moeten erven. En ik vind het niet vanzelfsprekend om mensen te helpen omdat je ze toevallig kent. Stel dat er een collecte is om jouw blinde buurman van een blindengeleidehond te voorzien. Dat is een mooi streven. Maar om ervoor te zorgen dat de hond een effectieve hulp is, moeten zowel de hond als die buurman getraind worden. Het prijskaartje daarvan: ongeveer 40.000 dollar. Het kost 20 tot 50 dollar om een blind persoon in een ontwikkelingsland te genezen van de oogontsteking trachoom, de voornaamste oorzaak van te voorkomen blindheid ter wereld. Dan kom je uit op deze som: je kunt je blinde buurman een blindengeleidehond geven of tussen de 800 en 2.000 mensen genezen van blindheid. De keus lijkt mij niet zo moeilijk.’
‘Je moet je onthechten van de meer persoonlijke overwegingen’
In uw boek beschrijft u ook het idee van een ‘slechte’, maar goedbetaalde baan aannemen. Bijvoorbeeld bij een bank die verdient aan de financiering van een mijn, terwijl die mijn een rivier vervuilt waar arme dorpelingen van afhankelijk zijn.
‘Wie veel geld verdient, kan veel geld weggeven. Daarom is een baan in het bankwezen een van de aan te raden carrières voor effectieve altruïsten. Misschien doet die bank dingen waar jij ethisch niet achterstaat. Maar als jij die baan niet neemt, zal iemand anders dat doen. Jouw weigering verhindert niet dat dit gebeurt. Terwijl die weigering er wel toe leidt dat je minder aan goede doelen kunt doneren.’
Is bijdragen aan het veroorzaken van leed niet erger dan niet geven? Integriteit is toch ook van grote waarde?
‘Met het verdiende geld kun je meer doneren aan hulporganisaties die machteloze mensen aanmoedigen voor zichzelf op te komen, zodat ze beter weerstand kunnen bieden aan de plunderingen van mijnbouwbedrijven. Intuïtief werk je misschien liever zelf bij dat goede doel. Maar dankzij jouw bijdrage, die jij kan geven door je goede salaris, kunnen daar misschien vijf medewerkers worden ingehuurd. Dat zet meer zoden aan de dijk dan wanneer jij daar in je eentje zou gaan werken.’
Zolang een handeling voor zoveel mogelijk goeds voor een zo groot mogelijk aantal zorgt, valt een handeling in Singers ogen ethisch te rechtvaardigen. Hij sluit zich daarmee aan bij de kern van het utilitarisme, een filosofische stroming die opkwam in de achttiende eeuw, waar grote filosofen als Jeremy Bentham en John Stuart Mill zich onder scharen. De morele waarde van een handeling is afhankelijk van de gevolgen ervan, zeiden zij. Goed en kwaad zijn daarmee een kwestie van rekenen.
Deze manier van redeneren zorgt ervoor dat bepaalde groepen steevast buiten de boot vallen. Het zou bijvoorbeeld inhouden dat ik tegen orkaanslachtoffers in de Verenigde Staten zeg: ‘Sorry, ik ga jullie niet helpen. Mijn geld is in Afrika meer waard, en daar zijn genoeg mensen die het minstens zo slecht hebben als jullie.’
‘Wanneer je geld geeft aan de orkaanslachtoffers zeg je tegen de mensen in ontwikkelingslanden: “Sorry, ik ga jullie niet helpen.” De reden waarom je aan de mensen in de V.S. wil geven, is waarschijnlijk omdat ze op je televisiescherm en op de voorpagina van je krant verschijnen. Daardoor word je emotioneel geraakt en wil je ze helpen. Arme mensen in ontwikkelingslanden zien we niet en bevinden zich daardoor niet in ons bewustzijn. Het is tijd om hen wel in onze focus te krijgen, ondanks dat ze niet op het achtuurjournaal zijn. Vergeet niet dat ze niet op het nieuws zijn, omdat ze al zo lang zo arm zijn dat het geen nieuws meer is. Als je jezelf er rationeel aan herinnert dat die mensen er ook zijn, zal je hart ook door hun situatie bewogen worden. En ja, dat betekent dat andere mensen jouw donaties niet krijgen en moeten wachten. Maar als er iemand moet wachten, is het dan niet beter dat er minder mensen wachten, dan meer mensen in een slechtere situatie?’
‘Je kunt beginnen met 10 procent van je inkomen weg te geven, dat is denk ik voor veel mensen in Nederland haalbaar’
Kan iedereen denkt u effectief altruïst worden?
‘Iedereen die wat vrije tijd of geld over heeft, kan effectief altruïsme beoefenen. Veel mensen geven nu niks, op wat muntjes in een collectebus na. Je kunt beginnen met 10 procent van je inkomen weg te geven, dat is denk ik voor veel mensen in Nederland haalbaar. Online kun je je makkelijk verbinden met andere effectieve altruïsten als je dat wilt en er zijn websites die laten zien welke goede doelen het meest effectief zijn. Waarschijnlijk merk je dat je die 10 procent prima kunt missen. Het jaar daarop kun je dan opbouwen naar 20 procent, en zo elk jaar een stap vooruit zetten. Je zult aanpassingen moeten maken, zoals minder vaak uit lunchen of minder chic op vakantie, maar dat is een luxeprobleem.’
Aan welke goede doelen geeft u zelf?
‘Op de website www.thelifeyoucansave.org zie je een indicatie van de organisaties die ik steun. Een voorbeeld is Oxfam, ik ben te spreken over het lobbywerk dat zij doen. Maar ik steun ook onderzoek van GiveWell, die uitzoekt hoe effectief goede doelen zijn. En er zijn tal van andere goede doelen die effectief zijn. Bijvoorbeeld organisaties die ongewenste zwangerschappen in arme landen voorkomen, hiv bestrijden, zorgen dat kinderen naar school kunnen of zorgen dat mensen niet doodgaan van de honger.’
Vindt u het soms moeilijk om zoveel weg te geven?
‘Ik word juist blij van geven. Meer spullen kopen met ons inkomen maakt ons niet gelukkiger, maar het blijkt dat we wel gelukkiger worden als we ons inkomen gebruiken om anderen te helpen. Dat is fantastisch. De wereld heeft mensen nodig die anderen willen helpen, in plaats van enkel zichzelf en hun directe familie en vrienden. En dat voelt ook nog eens goed. Geven doorbreekt een levensstijl waarbij je hard werkt om geld te verdienen en dat geld uitgeeft aan dingen waarvan je hoopt dat je er plezier aan overhoudt. Vervolgens is het geld op, je werkt weer hard om dat niveau van geluk in stand te houden, en ga zo maar door. Het is een soort tredmolen waar je nooit uitgaat, maar je bent ook nooit tevreden. Terwijl anderen helpen met jouw inkomsten betekenis en bevrediging geeft. Weggeven geeft je het gevoel dat je leven de moeite waard is.’
Effectief altruïsme
Peter Singer
Lemniscaat
200 blz.
€ 19, 95