Een vijfjarig jongetje met leukemie had één grote wens: hij wilde ‘Batkid’ zijn. In 2013 bracht de stichting Make-A-Wish zijn wens in vervulling. Twintigduizend mensen gingen de straat op om te kijken hoe hij, in Batkid-kostuum, naast Batman in de Batmobile werd rondgereden, om vervolgens de sleutel van Gotham City overhandigd te krijgen door de burgemeester. Dit verhaal geeft mij ook een warm gevoel, schrijft de Australische filosoof Peter Singer. Maar het heeft een keerzijde: gemiddeld kost het de stichting Make-A-Wish 7.500 dollar om een wens te vervullen. Als diezelfde som geld werd besteed aan bescherming tegen malaria infectie, zouden daarmee statistisch gezien de levens van drie kinderen kunnen worden gered.
Volgens Singer moeten we ons daarom om goed te doen niet baseren op onze intuïties, maar op zorgvuldig redeneren en empirische data. Die gedachte vormt de leidraad van het effectief altruïsme, een populaire maatschappelijke beweging van mensen die goed willen doen voor anderen op de manier die het meeste effect sorteert. Prominente figuren van de beweging zijn de jonge filosofen Toby Ord en William MacAskill, die in 2009 de stichting Giving What We Can hebben mede-opgericht en hun levens radicaal hebben omgegooid om zo veel mogelijk geld aan goede doelen te kunnen geven.
Nier doneren
Historicus en opiniemaker Rutger Bregman, die de uitgangspunten van het effectief altruïsme heeft omarmd, ziet in hen tekenen van morele moed: ‘De geschiedenis kent talloze voorbeelden van indrukwekkende mensen, zoals de abolitionisten en de suffragettes, die vaak een hoge prijs betaalden voor hun idealisme. Maar wie durft het zichzelf vandaag een beetje moeilijker te maken? Ga naar een conferentie van effectief altruïsten en je komt talloze mensen tegen die een groot deel van hun inkomen weggeven. Bijna iedereen is veganist, en velen hebben zelfs een nier gedoneerd aan een vreemde. Op zijn best zijn ze een soort morele astronauten. Zij durven de nog onontgonnen gebieden te betreden.’
Meer lezen over de filosofische ideeën achter maatschappelijke bewegingen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Maar deze aanpak kent ook felle critici. Zoals Josette Daemen, promovendus politieke filosofie in Leiden. ‘Je slaat het goede plat als je zo gaat rekenen,’ zegt Daemen. ‘Als je soep kookt voor daklozen, help je relatief weinig mensen. Is dat echt sowieso minder waard dan je geld geven aan een malariafonds? Als je kijkt naar betrokkenheid en gemeenschap is een dagje minder werken en minder verdienen om vrijwilligerswerk te doen ook een morele keuze. En misschien heeft het wel meer betekenis.’
Dit soort rekensommen ogen hard, maar het is de realiteit die hard is, meent Bregman. ‘Een van de belangrijkste inzichten van effectief altruïsme is dat alles triage is. We hebben simpelweg niet de tijd en de middelen om iedereen die hulp verdient te helpen. We kunnen onze ogen ervoor sluiten, maar we leven in een wereld waarin elke dag kinderen sterven aan malaria – elke dag, omgerekend, vier Jumbo Jets vol. Dat is immens.’
Schandaal
Huub Brouwer, politiek filosoof aan de Universiteit Tilburg, nuanceert de betekenis van die berekeningen. ‘De waarde van zulke kwantitatieve analyses is niet zozeer dat je daar conclusies uit kunt trekken die boven elke twijfel verheven zijn, maar dat er in die poging tot kwantificatie allerlei interessante zaken naar boven komen. Bijvoorbeeld, wiens welzijn tellen we mee: alleen dat van mensen, of ook dat van dieren? En als het welzijn van dieren meetelt: hoe zwaar telt het dan?’ Achter een debat dat soms een beetje nerdyaandoet, gaan er volgens hem wel degelijk vragen schuil over onze waarden en ons handelen.
Binnen de beweging van het effectief altruïsme bestaat geen consensus over wat de meest effectieve methodes zijn om het goede te doen. Er is juist een levendig debat waarin deelnemers proberen steeds betere rekenmethodes te vinden. Maar als er te veel wordt gefocust op de impact, maakt dit volgens critici de beweging kwetsbaar. Zo wordt het recente schandaal rond de miljardair Sam Bankman-Fried, de oprichter van het cryptobeurs FTX, aangegrepen als een voorbeeld van een ontspoorde jacht naar effectiviteit. Bankman-Fried is één van de meest prominente aanhangers van de beweging en op hem rust de verdenking dat hij grote sommen geld van crypto-investeerders heeft weggesluisd om goede doelen mee te financieren. ‘Morele hebzucht is zeker een risico,’ zegt Bregman. ‘Bankman-Fried had het vermogen van 30 of 40 miljard dollar, hoeveel levens je daar niet mee kunt redden! Dan kun je andere dingen over het hoofd zien, en dat gebeurde ook.’
‘Effectief altruïsme krijgt veel kritiek door dit schandaal, maar het idee achter de beweging is nooit geweest dat alles geoorloofd is, zolang je geld aan goede doelen geeft,’ zegt Brouwer. ‘De man, de beweging zelf en de filosofie erachter worden over één kam geschoren. Alsof het afwegen van kosten en baten gelijk een vrijbrief voor malafide praktijken zou zijn. Je kunt juist ook vanuit een kosten-batenanalyse beredeneren dat bedriegen geen goede strategie is op lange termijn.’
Extreem rijk
Daemen zegt ook dat de aanwezigheid van extreem rijken binnen de beweging problemen met zich meebrengt. Naast Bankman-Fried zijn er ook andere tech-miljardairs die zich tot het effectief altruïsme aangetrokken voelen, zoals Facebook medeoprichter Dustin Moskovitz. Volgens Daemen wekt filantropie de indruk dat extreme rijkdom niet zo moreel problematisch is, waardoor ze de status quo makkelijker in stand kunnen houden. ‘De miljardairs kunnen altruïsme als een excuus gebruiken om systeemverandering tegen te werken. Als rijken een deel van hun vermogen aan goede doelen geven, hebben ze weinig reden om een partij te steunen die belastingen wil verhogen. Vaak wantrouwen ze de overheid en de democratie; ze denken dat ze de waarheid toch al in pacht hebben. Het idee dat ze de “de data” en “de wetenschap” aan hun kant hebben sterkt hen in die overtuiging. Er worden enorme sommen geld uitgegeven zonder dat hier een democratische discussie over is gevoerd.’
‘Ik ben een groot voorstander van hogere belastingen, maar ik vind dat in dit geval een te beperkt antwoord op het dilemma,’ zegt Bregman. ‘Als je in Nederland belasting betaalt ben je vooral solidair met jezelf, want je krijgt veel terug voor je belasting – onderwijs, zorg, infrastructuur, noem maar op. Ondertussen hebben we hoge muren opgeworpen en zijn we weinig solidair met de rest van de wereld. Wanneer je belasting betaalt, doe je bijvoorbeeld maar weinig aan de bestrijding van malaria. Wij zijn nogal nationalistisch in onze focus op onrecht, behalve als er ergens een grote ramp is, zoals nu in Syrië en Turkije. Er is weinig discussie over welke plichten voortvloeien uit het feit dat we in één van de rijkste landen ter wereld wonen.’
Debatpodium Arminius organiseert op donderdag 2 maart 2023 een debatavond in Rotterdam over het effectief altruïsme. Sprekers die avond zijn Rutger Bregman, politiek filosoof Lisa Herzog, econoom Robert Dur en James Herbert. De zaaltickets zijn helaas uitverkocht, maar het debat is nog te volgen via een livestream.