Goede gewoonten ontstaan door doen, door veel doen, zo vond de honderd jaar geleden overleden Amerikaanse filosoof William James. Alleen door oefening bouw je een karakter en krijgt je leven zin.
In het televisieprogramma Over de kook met chef-kok Robert Kranenborg strijden vijf deelnemers om als beste uit de bus te komen. De amateurs moeten koken voor maar liefst vijfentwintig restaurantgasten. Voor de vijf chefs in spe is het bij Robert even afgelopen met het geneuzel en getreuzel op de paar vierkante meters van hun eigen keuken; nu moeten ze er vol voor gaan: in een professioneel geoutilleerde omgeving werken ze tegen een onverbiddelijk tikkende klok en een stuurse chef-kok, onderwijl moeten ze het onderkoelde sarcasme van diens dochter Priscilla voor lief nemen, die verre van hun competenties overtuigd is. Zwetend en bloednerveus hakken ze op hun ingrediënten in, waarbij ze soms hevige gevechten leveren met de onwillige levende have die tegenstribbelt bij het vooruitzicht om ondergedompeld te worden in kokend water. Tijdens dit culinaire gestuntel worden hun verrichtingen hoofdschuddend gadegeslagen door een bijna wanhopige chef-kok.
Dit artikel is exclusief voor abonnees