Home De wereld van de egel en de vos

De wereld van de egel en de vos

Door Florentijn van Rootselaar op 24 september 2020

De wereld van de egel en de vos
Cover van 10-2020
10-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Zien we ooit het hele plan van de wereld, of kunnen we alleen van alles een beetje weten? De filosofie van sir Isaiah Berlin beantwoordde deze vraag met een fabel van Archilochus en de literatuur van Tolstoj.

Het zou een spelletje kunnen zijn voor filosofiestudenten aan het eind van een gezellige avond: alle aanwezigen worden ingedeeld volgens een simpel schema; ze zijn egel of vos. En vanuit deze rolverdeling geven ze antwoord op de vraag: wat is waarheid? Vossen trekken rond, snuffelen even en gaan weer verder. Het dier weet van alles een beetje, maar het grote overzicht ontbreekt: hoe hangt alles met elkaar samen, is er misschien zelfs een groot metafysisch raamwerk waar de bonte wereld in past? De vos weet het niet, maar dat deert hem niet. Integendeel, dankzij zijn levenshouding heeft hij zelfs een groot talent voor geluk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Hoe anders is de egel. Die blijft maar zoeken in de veelheid van de wereld. Is er dan geen plan dat aan alle verschijnselen ten grondslag ligt? Zijn er geen eeuwigdurende wetten voor goed en kwaad? Het zoekende leven van de egel is vaak tragisch, en soms groots, maar gelukkig zal het diertje niet worden.

Communisten

Eind jaren dertig van de vorige eeuw begon de indeling van de menselijke soort in twee diersoorten inderdaad als een spelletje onder vrienden aan de universiteit. Een van de vrienden, de Brits-Joodse ideeënhistoricus Isaiah Berlin, schreef er een boek over: De egel en de vos. Zo werd de fabelachtige metafoor in onze cultuur een serieus middel om na te denken over de vraag hoe de mens zich tot de werkelijkheid verhoudt.

Ook zou al snel na de publicatie van het boekje de voor de hand liggende vraag oprijzen wat Berlin zelf was: een egel of een vos? Wie de levensgeschiedenis van deze politiek filosoof kent, en ook zijn werk, zal hem snel indelen bij de vossen, al blijkt uit het boek dat hij ook een groot bewonderaar is van egels. Zijn jeugdervaringen hadden voor een groot wantrouwen gezorgd jegens de egels in de politiek – in zijn geval de communisten. Berlin werd in 1909 geboren in Letland – dat toen nog bij het Russische Rijk hoorde – maakte in 1917 de Russische Revolutie mee, maar verliet ruim twee jaar later het Russische Rijk, samen met zijn vermogende ouders, die door de bolsjewieken als wel erg bourgeois werden beschouwd.

Tolstoj zocht, als een egel, naar de eenheid in de geschiedenis.

Nadat hij had ondervonden wat het communisme kan doen, zou hij levenslang argwaan koesteren jegens grootse ideeën die een betere wereld beloven; hij werd een van de bekendste pleitbezorgers van het liberalisme, een politieke leer die juist een veelheid van opvattingen ruimte wil bieden. Zijn ideeën over het liberalisme zou hij ontwikkelen in Engeland, het land waar hij samen met zijn ouders naartoe was gevlucht. Zijn ware bestemming in het Verenigd Koninkrijk was Oxford, waar hij begon als student en eindigde als hoogleraar.

Archilochus

In 1953 verscheen het essay over de egel en de vos. De parabel waarmee Berlin begint was ontleend aan een Oudgrieks nagelaten fragment van de dichter Archilochus. Die schreef: ‘De vos weet van alles, maar de egel weet één groot iets.’ Vervolgens brengt Berlin een belangrijke nuance aan: niemand is slechts een egel of een vos; we hebben allemaal iets van beide dieren in ons. Daarom is de mens een verscheurd wezen. Die gedachte werkte hij uit aan de hand van de Russische schrijver Lev Tolstoj (1828-1910), die zich niet in een van de twee hokjes laat stoppen. Sterker nog: volgens Berlin is het precies de worsteling met de twee neigingen die de motor vormt van diens magnum opus Oorlog en vrede, en ook de reden voor het verscheurde leven van de schrijver van dat boek.

Tolstoj is een vos omdat hij als geen ander scènes uit het leven weet te schilderen: een bijeenkomst in een Petersburgse salon, een tocht met een slee, het slagveld – steeds weer is er de strijd van de Russen met het Franse leger, onder aanvoering van Napoleon. Door Tolstojs goede observatievermogen weet hij de schittering van het leven, maar ook het lijden en verdriet, tot leven te wekken. Maar hoe beter hij de werkelijkheid en ieder individu schetst, hoe verder hij afdrijft van die ene grote visie die hij nu juist zoekt. Het leven dat hij oproept is zo groot, zo levensecht, dat het elk raamwerk doet springen en onecht laat schijnen.

Tolstoj zocht, als een egel, naar de eenheid in de geschiedenis. Daarin moesten de wetten van het leven te vinden zijn. Geen wetten als abstracte ideeën, maar als personen – grote mannen, in het bijzonder de veldheren. Zij gaven, met elke verloren of gewonnen slag, een nieuwe wending aan de geschiedenis. Zij bedachten de grote strategie – voor het slagveld, maar daarmee ook voor het verloop van de geschiedenis – waar hun voetvolk alleen maar uitvoering aan hoefde te geven. In de ogen van Tolstoj was Napoleon zo’n historische figuur – over wie de Duitse filosoof Hegel zei, nadat hij de keizer uit Jena had zien rijden, dat hij de wereldziel te paard had gezien.

De rol die Tolstoj Napoleon geeft in Oorlog en vrede voldoet hier opvallend genoeg niet aan. Want volgens Berlin doet Tolstoj er juist alles aan om te laten zien dat deze grote figuur geen invloed uitoefent op de strijd. Het slagveld is te chaotisch, galopperende koeriers die uit de stofwolken opduiken brengen nooit de juiste informatie over het verloop van het gevecht bij de krijgsheer, en evenmin komen diens bevelen ooit aan bij de soldaten. Toch worden veldslagen later in de annalen bijgeschreven alsof ze gestuurd werden door die ene grote man, en ook de grote mannen gaan er zelf in geloven dat zij de slag beslissend hebben beïnvloed.

Waarom blijft Tolstoj in dat dikke boek keer op keer de impotentie van de grote leider aantonen? Niet omdat hij het idee wilde ontmaskeren dat de geschiedenis een doel had. Hij beoogde iets anders, zegt Berlin: de Russische schrijver was op zoek ‘naar bouwsels die sterk genoeg zouden zijn om zijn vernietigingsmachinerie, zijn landmijnen en stormrammen te weerstaan (…) hij wenste dat zijn projectielen zouden afketsen op een onneembare vesting.’ Zijn afrekening met de grote mannen dient een hoger doel: de ware zin van de geschiedenis vinden.

Universum

Af en toe duikt bij Berlin de gedachte op dat je zo’n onneembare vesting, die zin van de geschiedenis, in theorie wel zou kunnen vinden, maar niet in de praktijk. Het is het idee van de beruchte demon van Laplace, vernoemd naar de Franse wiskundige en astronoom Pierre-Simon Laplace: als we alles in de natuur kunnen waarnemen en doorzien, zouden we de wetten van het universum kunnen kennen, en zelfs kunnen voorspellen wat de toekomst zou brengen. Het probleem is, analyseert Berlin, dat we die zin niet kunnen kennen zoals de natuurwetenschap de wereld beschouwt. Meer kennis zal je niet verder brengen; eerder zal die je verwijderen van een dieper inzicht.

Er is namelijk een deel van je leven, meent Berlin, dat zich onttrekt aan ons vermogen om te beschrijven. Dat is de wereld waarin je leeft, het is voor de vis het water waarin die zwemt. Het is de omgeving waarin onze meningen over de wereld gestalte krijgen, het punt van waaruit we de wereld beschouwen – en dat zich daarom zelf niet voor beschouwing leent. Vergelijk het met onze blik door een microscoop op het allerkleinste, of door de telescoop op de sterrenhemel – we zien nooit onze eigen kijkers. Wil je een idee krijgen van waar het in het leven om gaat, dan moet je op de een of andere manier toch toegang krijgen tot die wereld. Berlin slaagt er, net als Tolstoj, niet echt in om te beschrijven wat een dergelijke ervaring inhoudt.

Maar wijzen Tolstoj en Berlin ook niet op wat wij allemaal kunnen ervaren? En hebben we op sommige momenten ook niet de ervaringen die ook de personages van Tolstoj hadden, de ervaringen die zich zo moeilijk laten beschrijven en al snel kitsch worden – het gevoel, kortom, dat het leven goed is, dat alles klopt en samenvalt? En dat zonder dat we het geheel ooit helemaal te zien krijgen.

Beeld: Hajo de Reijger

De egel en de vos
Isaiah Berlin
Thomas Heij
ISVW Uitgevers
176 blz. | € 14,95