Home Psyche ‘Iemand van mening laten veranderen? Voer een empathisch gesprek’
Psyche Waarheid

‘Iemand van mening laten veranderen? Voer een empathisch gesprek’

Wetenschapsjournalist David McRaney onderzocht de flexibiliteit van onze opvattingen. ‘We denken ten onrechte dat we diep rationele wezens zijn.’

Door Jonathan Janssen op 21 maart 2023

conspiracy complotdenker complotdenkers David McRaney van mening veranderen beeld Michael Swan/Flickr

Wetenschapsjournalist David McRaney onderzocht de flexibiliteit van onze opvattingen. ‘We denken ten onrechte dat we diep rationele wezens zijn.’

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Kun je een complotdenker van mening doen veranderen? Wetenschapsjournalist David McRaney dacht lang van niet. Maar nadat iemand de vraag na een lezing aan hem voorlegde, begon hij toch te twijfelen. Hoezo kunnen mensen eigenlijk niet radicaal van mening veranderen? Hij dacht aan hoe de publieke opinie over het homohuwelijk in zijn thuisland, de Verenigde Staten, in minder dan 10 jaar was gekanteld: toen het Amerikaanse Hooggerechtshof het in 2015 legaliseerde, was 60 procent van de Amerikanen vóór. 10 jaar eerder was een meerderheid nog tegen het homohuwelijk.

McRaney schreef eerder de bestseller You Are Not So Smart over onze onbewuste vooroordelen. Om erachter te komen hoe mensen van mening veranderen, ging de tweevoudig winnaar van de William Randolph Hearst Award voor journalistiek in gesprek met wetenschappers, (voormalige) complotdenkers, sekteleden en activisten. Het resulteerde in het boek How Minds Change, dat in het Nederlands is verschenen als Hoe verander je een mening? De praktische wetenschap achter het vormen van overtuigingen en opinies.

Laten we maar meteen met de grote vraag beginnen: hoe veranderen mensen van mening?
‘Om zo goed mogelijk te kunnen reageren op de wereld om je heen, doet je brein voortdurend voorspellingen. Daarvoor maakt het een soort van model van de wereld, dat constant wordt bijgewerkt. Er zijn twee mechanismen die je hersenen daarvoor gebruiken: assimilatie en accommodatie.

Met assimilatie past het brein de nieuwe informatie in binnen het bestaande model dat je hebt van de wereld. In het geval van accommodatie moet het brein op basis van nieuwe informatie erkennen dat het model van de wereld incompleet of incorrect is. Het model moet dan worden geüpdatet, zodat de nieuwe kennis daarmee te verenigen is. Dat is wanneer je van mening verandert.’

Kunt u daar een voorbeeld van geven?
Wanneer een kind voor het eerst een hond ziet en een volwassene zegt: “Kijk, een hond!” gebeurt er iets categorisch in het hoofd van het kind. Het kind denkt: een hond is dus niet-menselijk, loopt op vier poten, draagt geen kleren en heeft een vacht. Als het kind later een paard tegenkomt, zou het ernaar kunnen wijzen, en kunnen roepen: “Grote hond!”. Het paard deelt immers alle kenmerken die het kind leerde over de hond: het is niet-menselijk, het loopt op vier poten/benen, het draagt geen kleren en heeft geen vacht. Het kind kan de informatie probleemloos toevoegen aan zijn model van de wereld; in dat geval is er sprake van assimilatie. Maar als het kind wordt gecorrigeerd – “nee, dat is geen hond, dat is een paard” – dan is accommodatie nodig. Het kind moet zijn begrip van “hond” aanpassen.’

Dat doet me denken aan de paradigmawisselingen van de wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn. Als er te veel informatie in strijd is met een wetenschappelijke theorie, wordt de theorie verworpen en komt er een nieuwe in de plaats.
‘Er zijn twee theorieën die ik in het boek behandel om de verandering van overtuiging te verklaren: Kuhns theorie van de paradigmawisseling en het assimilatie/accommodatie-model van psycholoog Jean Piaget. Beide theorieën gaan ervan uit dat een model bijgesteld moet worden als het bewijs tegen het model zich opstapelt.

Het verschil tussen Kuhns paradigmawisseling en de theorie van Piaget is dat we in de wetenschap het oude model bij het grofvuil gooien, terwijl het menselijke brein het oude model nooit weggooit. We passen het aan, we breiden het uit, maar het model blijft staan.’

David McRaney
David McRaney

Volgens u verwarren we de rede en redeneren vaak met elkaar. Kunt u dat uitleggen?
‘We denken vaak dat we diep rationele wezens zijn en dat we door het gebruik van onze rede tot onze overtuigingen komen. Maar de waarheid is dat we meestal eerst ergens van overtuigd zijn en daarna pas de redenen erbij bedenken. Door te redeneren kunnen we dus achteraf onze overtuigingen legitimeren. Maar zo redelijk is dat niet.

Dat zie je goed terug bij verliefdheid. Als je iemand vraagt waarom diegene de ander zo leuk vindt, kan hij antwoorden: “Omdat ik houd van hoe hij loopt, hoe hij praat, van de manier waarop hij zijn bestek vasthoudt.” Maar als de relatie uitgaat, en je vraagt waarom die persoon de ander gedumpt heeft, antwoordt hij: “Ik heb een hekel aan de manier waarop hoe hij loopt, hoe hij praat, en hoe hij zijn bestek gebruikt, vreselijk!” Iemand gebruikt dus dezelfde redenen om een andere overtuiging te onderbouwen.’

Socratische methode

McRaney bespreekt in zijn boek verschillende methodes die bewezen effectief zijn om anderen te overtuigen. Zo gaan de vrijwilligers van het Leadership LAB uit Los Angeles langs deuren en weten zij in minder dan 20 minuten mensen van standpunt te doen veranderen over homo- en transseksualiteit. En de straatepistemologie-beweging, die de dialoog tussen burgers succesvol stimuleert, baseerde haar ondervragingsmethode op Socrates, die meer dan tweeduizend jaar geleden de mening van Atheners op het marktplein deed wankelen.

Veel effectieve manieren om mensen te overtuigen vinden hun oorsprong in de socratische methode. Waarom werkt die zo goed?
‘Twee Duitse psychologen, Philipp Schmid en Cornelia Betsch, zeggen dat er grofweg twee strategieën zijn om iemand te overtuigen: topic rebuttal en technique rebuttal. In het wetenschappelijke debat is topic rebuttal het meest gangbaar: je stelt geen vragen bij de methodes, maar richt je op de conclusies van iemands argumentatie. Maar bij technique rebuttal stel je de vraag: hoe ben je tot deze conclusies gekomen? Je laat iemand door middel van introspectie zijn eigen methode bevragen. Dat is wat al die succesvolle overtuigingsmethoden in navolging van de socratische methode doen.

Technique rebuttal werkt zo goed omdat je niet probeert om je eigen kant en klare overtuigingen aan iemand op te dringen. Je vermijdt zo schaamte, uitsluiting en weerstand: iemands autonomie is niet in gevaar, omdat iemand zelf tot nieuwe conclusies kan komen.’

Even tussendoor… Meer lezen over kennis en waarheid? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Mijn moeder is wat je een complotdenker zou noemen en onze discussies lopen soms hoog op. Hoe kan ik haar ervan overtuigen dat er geen duister complot zit achter de coronapandemie?
‘Je begint door te vragen naar een duidelijke stelling van haar die je wilt bevragen. Die probeer je dan in je eigen woorden samen te vatten. Probeer daarbij zoveel mogelijk haar definities van zaken te gebruiken. Als je moeder bijvoorbeeld het woord ‘politiek’ gebruikt, kun jij denken aan staatsinrichting, burgerschap en vertegenwoordiging. Voor haar zou het kunnen verwijzen naar mensen die samen aan tafel sigaren zitten te roken en iedereen voor de gek houden. Gebruik dan dus haar definitie.

Vraag vervolgens hoe zeker ze is van haar stelling op een schaal van 1 tot 10. En vraag dan welke redenen ze heeft om zo zeker van haar zaak te zijn. Dan begint het echte gesprek. Probeer te vragen naar de methode die ze gebruikt om te beoordelen of dit goede redenen zijn om deze overtuiging aan te nemen. Ga niet zelf op zoek naar een conclusie of oplossing; je wilt haar eigen kritische denken bevorderen. Als je empathisch en onbevooroordeeld het gesprek ingaat, is het verbazingwekkend hoe gemakkelijk iemands oordeel kan veranderen.’

Hoe verander je een mening?