Home Alternatieve feiten Alternatieve feiten: ‘Ratten hebben verbeelding’
Alternatieve feiten Bewustzijn Dieren

Alternatieve feiten: ‘Ratten hebben verbeelding’

Ratten kunnen mentale afbeeldingen maken, blijkt uit onderzoek. Volgens filosoof Fred Keijzer draait verbeelding om meer dan nabootsing.

Door Thomas Velvis op 22 december 2023

witte rat labrat verbeelding ratten beeld Ademortuus/Wikimedia

Ratten kunnen mentale afbeeldingen maken, blijkt uit onderzoek. Volgens filosoof Fred Keijzer draait verbeelding om meer dan nabootsing.

Filosofie Magazine FM 1 2024 vreemd normaal
01-2024 Filosofie magazine Lees het magazine

Universitair hoofddocent Fred Keijzer (Rijksuniversiteit Groningen): ‘Het idee bestaat dat je bij verbeelding een soort projectiescherm uitrolt in je hoofd waarop vervolgens een voorstelling van de werkelijkheid wordt geprojecteerd. Die moet dan zo goed mogelijk overeenkomen met de buitenwereld. Een mooie fantasie, maar we moeten die niet al te serieus nemen. Want als verbeelding een voorstelling in je hoofd is, wie kijkt er dan naar? Is dat een kleine versie van jezelf, een ­zogeheten “homunculus”? Maar zit er dan in het hoofd van die homunculus een nog kleiner mannetje naar een nog kleiner schermpje te kijken? Zo kun je eindeloos doorgaan.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Toch lijkt dit Amerikaanse onderzoek naar ratten uit te gaan van een dergelijk idee van verbeelding. De onderzoekers hebben ratten getraind om een mentale afbeelding te maken van een situatie uit de werkelijkheid. Vervolgens moesten de dieren die situatie in gedachten doorlopen. Wat interessant is, is dat verbeelding niet draait om nabootsing, maar om vrijheid. Onze verbeelding maakt ons juist los van dat wat er is. Als je een gesprek voert kun je zaken in gedachten krijgen die echt bestaan, bijvoorbeeld het beeldscherm dat ik nu voor me zie. Maar ik kan ook uit het raam kijken en zeggen: “Hé, daar vliegt een varken voorbij.” Verbeelding gaat over dingen die je nog niet kent. Ooit was er geen stoommachine en hadden we geen concept van rechtvaardigheid. Dat zijn producten van onze verbeeldingskracht.’

Octopussen

‘Ratten hebben ongetwijfeld verbeelding. Daarbij gaat het dus om meer dan het vermogen om een mentale afbeelding te maken van de realiteit. Het blijkt uit het feit dat ze voedsel weten te vinden in volledig nieuwe omgevingen, dat ze in staat zijn hun gedrag aan te passen aan veranderde situaties en dat ze allerlei slimmigheidjes kunnen bedenken om obstakels te omzeilen – soms tot ons verdriet. Die flexibiliteit van hun mind is verbeelding.

Ratten zijn heel complexe dieren. Ik doe onderzoek naar basal cognition en in dat vakgebied zien we cognitie als iets wat te maken heeft met het waarnemen en het handelen van organismen in hun omgeving. Dat begint bij bacteriën die gevoelig zijn voor bepaalde stoffen die goed of slecht voor ze zijn. Van een hogere orde van intelligentie zijn planten die beslissingen nemen over waar hun wortels heen moeten groeien, en zo wordt het steeds complexer. Vanuit dat perspectief is een rat al bijna een mens. Ratten hebben dromen, ze hebben kennis – dat ze verbeelding hebben is vrij evident.

Maar neem bijvoorbeeld octopussen. Dan ligt het ingewikkelder. Octopussen kunnen redeneren over mogelijke situaties – over dat wat er niet is – en dat lijkt verbeelding te vereisen. Aan de andere kant is hun intelligentie totaal anders georganiseerd dan bij ons; zo zijn hun armen erg belangrijk. Dat is juist interessant: door te kijken naar dingen die anders zijn dan jezelf, maar wel sterk op je lijken, leer je je eigen vanzelfsprekendheden als nieuw te herkennen.’

Bron feit
Lai, C., S. Tanaka, T.D. Harris en A.K. Lee (2023), ‘Volitional activation of remote place representations with a hippocampal brain–machine interface’. Science 382, 566-573.