Home Psyche Psychoanalyticus Adam Phillips: ‘Opgeven leidt tot een voller leven’
Psyche

Psychoanalyticus Adam Phillips: ‘Opgeven leidt tot een voller leven’

Door Annette van der Elst op 25 augustus 2025

psychoanalyticus Adam Phillips
beeld Maarten Noordijk
Filosofie Magazine 9 2025 Kan het altijd kleiner klein
09-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Iets opgeven zien we vaak als falen, meent psychoanalyticus Adam Phillips. Toch is het noodzakelijk voor een vrij en levendig bestaan.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Het uitgangspunt van Adam Phillips’ boek On giving up is ogenschijnlijk simpel: iets opgeven betekent dat je gelooft dat je kunt veranderen. En die wens tot verandering wordt ingegeven door een besef dat ‘het zo niet langer gaat’. Wanting matters, zo begint Phillips ons gesprek vanuit zijn woonplaats Londen. ‘We zijn gevormd door wat we willen en wat we willen verandert naarmate we groeien. Dingen opgeven is onvermijdelijk en hoort bij verandering. Wat zou je leven zijn zonder regelmatig je plannen, je opvattingen en jezelf te herzien?’

Opgeven heeft meestal een andere, negatieve connotatie. We denken aan opgeven als een slechte gewoonte of het gevoel door het leven verslagen te zijn. Maar, schrijft Phillips in het begin van zijn boek, ‘er bestaan altijd zowel goede als slechte offers en we weten van tevoren vaak niet wat wat is’. Hij zoekt naar de verschillen en overeenkomsten tussen verschillende vormen van opgeven.

Adam Phillips (1954) is een Britse ­psychoanalyticus, schrijver en essayist. Hij is Freudkenner en hoofdredacteur van de Penguin Modern Classics-vertalingen van Sigmund Freud. Hij schreef een ­omvangrijk oeuvre, waarvan enkele werken ook in het Nederlands zijn ­verschenen, zoals Freud. De geboorte van de psychoanalyse (2018), Het plezier van alles wat mag (2016) en Het ongeleefde leven (2012). On giving up (2024) is zijn recentste boek.

Phillips is een erudiet schrijver. In de inmiddels zesentwintig boeken die van hem verschenen zijn – met pakkende titels als Unforbidden pleasures, On flirtation en Going sane – meandert hij door het landschap van de literatuur, de kunst en de filosofie. Maar zijn belangrijkste rol is naar eigen zeggen toch die van praktiserend ­psychoanalyticus; zijn drijfveer is om mensen te helpen het leven te krijgen dat ze willen. En dat doet hij, net als in dit gesprek, met grote voorzichtigheid. Meermaals zegt hij dat hij het ook niet zeker weet.

Opgeven is nodig om het leven te krijgen dat je wilt, vindt u. Maar zo makkelijk is dat toch niet? Zijn we niet vaak bang voor verandering?
‘Als je aangetrokken wordt door iets wat je leven gaat veranderen, maar niet in staat bent iets anders daarvoor op te geven, dan is dat vaak omdat je verlies of kwetsbaarheid niet toelaat in je leven. De behoefte aan zekerheid wordt dan bepalend en de neiging ontstaat om risico’s en mogelijke gevaren neer te sabelen met over-decisiveness. Je zult inderdaad nooit de garantie krijgen dat iets opgeven ook leidt tot de verandering die je beoogt – tot het leven dat je wilt. Maar het gaat erom dat je in staat bent om te kiezen voor een voller leven en dat je het risico dat je daarbij loopt kunt dragen.’

Tekst loopt door onder afbeelding

psychoanalyticus Adam Phillips

Gaat het er dan om verlies te leren verdragen?
‘Verlies is onmiskenbaar deel van ons leven. Maar ik denk niet dat we onszelf primair moeten zien als verlieswezens. Ik zou eerder zeggen dat we wezens van verandering zijn. Verlies is niet een doel op zichzelf. Bij verlies of uitsluiting valt er vaak ook iets te winnen. Iets dat we allemaal als kind kennen is het gevoel buitengesloten te worden als onze ouders samen naar bed gaan, wat ze daar ook gaan doen. Maar je kunt op dat moment ook plezier gaan maken met je broer, zus of een logerend vriendje. Verliezen schept dus ruimte. “Ik zoek niet, ik vind,” zei Picasso. Niet het verliezen, maar het vinden is het punt. Wanneer verlies niet catastrofaal is, is de angst ervoor eerder een soort plankenkoorts.’

Het gaat er dus om de sprong te wagen. Hoe doen we dat? En wat kan de rol van de psychoanalyticus daarin zijn?
‘Je kunt obstakels zoals angst overwinnen door te denken aan wat je hoopt dat de beoogde verandering gaat brengen en aan de zaken en mensen in het leven die je werkelijk enthousiasmeren. Het helpt ook om na te denken of wat je moet opgeven ook werkelijk helemaal opgegeven moet worden, en wat opgeven eigenlijk is. Wat ik als psychoanalyticus doe, is mensen helpen om nieuwsgierig te zijn naar hun eigen lijden en de obstakels die ze zelf opwerpen. Waarom lijden ze? Waaraan lijden ze? En wat is het doel ervan? Het gaat erom je af te vragen welke voorstellingen en associaties je hebt. Daarom noem ik psychoanalyse een curiosity profession. Ik help mensen nieuwsgierig te zijn naar zichzelf. ­Psychoanalyse is op deze manier vooral een dialoog gebaseerd op nieuwsgierigheid, een exploratie van motieven en van alternatieven voor je manier van denken en handelen.’

Tekst loopt door onder afbeelding

psychoanalyticus Adam Phillips

Opgeven kan soms ook betekenen: helemaal opgeven. Dan hebben we het over zelfdoding. Voor die mogelijkheid moeten we niet terugdeinzen, schrijft u.
‘De Amerikaanse psycholoog William James stelt in een essay de cruciale vraag: is life worth living? Waarom zouden we er zomaar van uitgaan dat het leven het waard is om geleefd te worden? In mijn optiek is het dat zeker wel. Maar wij psychoanalytici zijn geen magiërs die het optimistisch temperament universeel kunnen maken. Toen iemand met een doodswens bij de Britse analyticus Donald Winnicott kwam, reageerde hij nuchter: “Zolang je maar zeker weet dat je het om de juiste redenen doet.” Voor sommige mensen kan het leven een ware marteling zijn en blijven. Wanneer zij dat leven opgeven, geloven ze dat ze het niet langer kunnen veranderen. Juist door die mogelijkheid niet aan te vallen, maar daarvoor ruimte te bieden, is het mogelijk om te onderzoeken of het toch kan veranderen – zonder druk uit te oefenen.’

On giving up bestaat net als veel van uw andere boeken uit meerdere essays. Michel de Montaigne, die u meerdere malen noemt, gebruikte deze stijl om een thema vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Hij wilde zo onzekerheid toelaten in zijn werk. Geldt dat voor u ook?
‘Ja. Zekerheid najagen kan “dodelijk” zijn. Gewoontes maken veel mogelijk, maar ze kunnen ons ook emotioneel doden wanneer we er vooral veiligheid in zoeken. Bovendien hebben we de neiging om het niet opgeven – het doorzetten – te idealiseren. We zijn geneigd vast te houden aan het beeld van onszelf, aan de verhalen die we onszelf vertellen over wie we zijn of zouden moeten zijn. Opgeven wordt gezien als falen in plaats van een geslaagde manier om ruimte te maken voor iets anders.’

U noemt vasthouden aan zekerheid ook wel de tyranny of completion en de fascist state of mind. Dat zijn nogal woorden.
‘Inderdaad. In mijn boek schrijf ik over de tragische held als iemand die niet kan of wil opgeven. Macbeth, uit het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare, heeft bijvoorbeeld zijn ambitie om te doden niet meer in de hand. Hij wil niet meer slapen, omdat slapen een tijdelijke vorm van opgeven is en hij erdoor riskeert op andere gedachten te raken. Alleen het idee dat er andere mogelijkheden zijn vormt dus al een bedreiging voor zijn vastberadenheid. Toch moeten we andere mogelijkheden blijven zien. Ook in een democratie blijft er altijd iets onbeslist en blijft de vraag wat een goed leven is open. We hebben de dialoog nodig om tot oplossingen voor problemen te komen.’

De psychoanalyse valt zelf ook ten prooi aan een fascist state of mind, schrijft u.
‘De psychoanalyse is essentialistisch. Als je kijkt naar de verschillende psychoanalytische opvattingen en mensbeelden – van Freud, Melanie Klein, Jacques Lacan enzovoort – dan lijken ze descriptief, maar in werkelijkheid zijn ze prescriptief. Ze schrijven voor wat een goed leven is, waartoe een psychoanalytische kuur moet leiden en wat het onbewuste omvat. Iemand die in psychoanalyse gaat, loopt een vertoog van woorden binnen. Op die manier fixeer je iemand, terwijl het juist de bedoeling is om openheid te creëren.’

Tekst loopt door onder afbeelding

In uw eigen denken, vooral over de vraag hoe te leven, combineert u de psychoanalyse met het denken van de pragmatische filosoof Richard Rorty. Waarom?
‘Voor Rorty is de belangrijkste vraag: helpt wat je doet om het leven te krijgen dat je wilt? Freud is er daarentegen van overtuigd dat mensen überhaupt niet weten wat ze willen en dat ook niet willen weten. Rorty en Freud vragen zich beiden af wat het betekent om je leven te kiezen: om een bepaald leven na te streven in plaats van je simpelweg te onderwerpen aan een voorgeschreven leven. Die kwestie begon eind negentiende eeuw te spelen. Voor Rorty draait het om het leven te krijgen dat je wilt. Het onbewuste ziet hij als een vriend, een gesprekspartner die je kan helpen de juiste taal te vinden om jezelf te bevrijden van de dingen die je determineren – de dingen die je in de loop van je leven hebt verzameld en die je ervan weerhouden te worden wie je wilt zijn. Een leven kiezen doe je dus met en in de taal.

Even tussendoor …

Meer lezen over filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Ontvang wekelijks de beste artikelen van Filosofie Magazine en af en toe een aanbieding.

Rorty is optimistisch en ziet optimisme als de beste eigenschap van de mens. Voor Freud, bepaald geen optimist, is het onbewuste fundamenteel “dom”, ongeïnformeerd, ongeciviliseerd. Het is de bron van het door instincten gedreven dier dat wij zijn. Hij vergelijkt het onbewuste met een paard en het bewuste ik met de ruiter die hoe dan ook de richting ingaat die het paard kiest. Pragmatisme zonder psychoanalyse is naïef, omdat het de strijd tussen conflicterende verlangens niet ziet en de autonomie van het individu idealiseert. Psychoanalyse zonder pragmatisme kan daarentegen dwingend, essentialistisch en ideologisch zijn. Ze heeft als uitgangspunt dat we troebel zijn voor onszelf en onszelf niet echt willen leren kennen.

Maar voor zowel Rorty als Freud geldt dat het gesprek het middel is om te ontdekken welk leven we willen. In een dialoog kunnen we de onzekerheid daarover ontrafelen zodat we – mits we de frustratie die daarbij hoort kunnen verdragen – rijker en authentieker kunnen leven.’

On giving up
Adam Phillips
Penguin
160 blz.
€ 13,99

Loginmenu afsluiten