Vandaag de dag heeft iedereen het over het narratieve. Het inflatoire gebruik van het narratieve verraadt paradoxaal genoeg een narratieve crisis. Te midden van het luidruchtige storytelling heerst een narratief vacuüm, dat tot uiting komt als zinledigheid en gebrek aan oriëntatie. Noch storytelling, noch de narratieve wende zal de terugkeer van het verhaal kunnen bewerkstelligen. Dat een paradigma uitdrukkelijk wordt gethematiseerd en ook een geliefd voorwerp van onderzoek wordt, veronderstelt een diepgaande vervreemding. De luide roep om het narratieve duidt op een functionele verstoring.
De Koreaanse-Duitse filosoof Byung-Chul Han (1959) brak internationaal door met het boek De vermoeide samenleving (2014), waarin hij betoogt dat de westerse mens een ‘prestatiesubject’ is geworden dat zichzelf uitbuit. Sindsdien schreef Han vele boeken over de problemen van de moderne westerse maatschappij, waaronder onlangs nog De palliatieve maatschappij (2022), Infocratie (2022) en Vita contemplativa. Over inactiviteit (2023).
Toverkracht
Toen verhalen ons in het zijn verankerden, dat wil zeggen ons een plaats toewezen en van het in-de-wereldzijn een thuis-zijn maakten, doordat ze het leven zin, houvast en richting gaven, dat wil zeggen toen leven zelf het vertellen van verhalen was, was er geen sprake van ‘storytelling’ of ‘het narratieve’. Zulke begrippen worden juist inflatoir gebruikt wanneer verhalen hun oorspronkelijke kracht, hun gravitatie, hun geheimzinnigheid, ja hun magie hebben verloren. Doordat ze in hun geconstrueerdheid zijn doorzien, raken ze hun intrinsieke waarheidsmoment kwijt. Ze worden zelf als contingent, als inwisselbaar en veranderbaar beschouwd. Er gaat niets verplichtends, niets bindends meer van uit. Ze verankeren ons niet meer in het zijn. Ondanks de huidige hype rond het narratieve, leven we in een postnarratieve tijd. Het narratieve bewustzijn, dat van de vermeende narratieve gesteldheid van de menselijke hersenen uitgaat, is slechts mogelijk in een postnarratieve tijd, dat wil zeggen buiten de narratieve toverkracht.
Religie is een typisch verhaal met een intrinsiek waarheidsmoment. Zij vertelt de contingentie weg. De christelijke religie is een metaverhaal, dat elke uithoek van het leven omvat en verankert in het zijn. De tijd zelf wordt narratief geladen. De christelijke kalender laat elke dag als zinvol verschijnen, maar in het postnarratieve tijdperk verliest zij haar narratieve structuur en verwordt tot zinledige agenda. Religieuze feestdagen zijn glans- en hoogtepunten van een verhaal. Zonder verhaal is er geen feest, geen feesttijd, geen feestelijkheidsgevoel als verhoogd zijnsgevoel, maar alleen arbeid en vrije tijd, productie en consumptie. Feesten worden in de postnarratieve tijd vercommercialiseerd tot events en spektakels. Ook rituelen zijn narratieve praktijken. Zij zijn altijd ingebed in een verhalende context. Als symbolische technieken om zich huiselijk in te richten veranderen ze het in-de-wereld-zijn in een thuis-zijn.
Stemming van de tijd
Een verhaal dat de wereld verandert, dat de wereld opent, wordt niet willekeurig door een individuele persoon in de wereld gebracht. Het dankt zijn ontstaan veeleer aan een complex proces, waarbij verschillende krachten en spelers betrokken zijn. Het is uiteindelijk de uitdrukking van een stemming van de tijd. Dit soort verhalen met hun intrinsieke waarheidsmoment staan haaks op het uitgedunde, inwisselbare, zelf contingent geworden narratieve, met name het huidige micronarratieve, waarin elke zwaartekracht, elk waarheidsmoment ontbreekt.
Verhalen vertellen is een gesloten vorm. Het vormt een gesloten orde, die zin en identiteit sticht. In de laatmoderne tijd, die wordt gekenmerkt door opening en ontgrenzing, worden vormen van sluiten en afsluiten steeds meer geslecht. Tegelijk wordt, met het oog op de toenemende permissiviteit, de behoefte aan narratieve vormen van sluiting steeds sterker. Populistische, nationalistische, rechts-extremistische of tribalistische narratieven spelen in op die behoefte. Ze worden als zingevings- en identiteitsaanbod opgepakt. In de postnarratieve tijd met zijn toenemende ervaring van contingentie ontwikkelen de narratieven echter geen sterke bindingskracht.
Storyselling
Verhalen stichten een gemeenschap. Storytelling daarentegen vormt slechts een community, als ware vorm van gemeenschap. De community bestaat uit consumenten. Geen storytelling kan ooit dat kampvuur doen oplaaien waar mensen zich omheen scharen om elkaar verhalen te vertellen. Het kampvuur is allang gedoofd. Het wordt vervangen door het digitale beeldscherm, dat mensen als consumenten van elkaar isoleert. Consumenten zijn eenzaam. Zij vormen geen gemeenschap. Ook stories op sociale media kunnen het narratieve vacuüm niet vullen. Zij zijn niets anders dan pornografische zelfrepresentaties of reclames voor zichzelf. Posts, likes en shares verscherpen als consumentistische praktijken de narratieve crisis.
Middels storytelling eigent het kapitalisme zich het verhaal toe. Het onderwerpt het verhaal aan de consumptie. Storytelling produceert verhalen in consumptievorm. Met behulp van storytelling worden producten met emoties opgeladen. Zij beloven bijzondere belevenissen. Zo kopen, verkopen en consumeren wij narratieven en emoties. Stories sell. Storytelling is storyselling.
Leven in tijden van storyselling
Richtingloze informatie
Verhalen vertellen en informatie overbrengen zijn tegengestelde krachten. Informatie verscherpt de ervaring van contingentie, terwijl verhalen haar reduceren door van de toevalligheid een noodzakelijkheid te maken. Informatie mist de stabiliteit van het zijn. Zo merkt socioloog Niklas Luhmann over de informatie scherpzinnig op: ‘Haar kosmologie is geen kosmologie van het zijn, maar van de contingentie.’ Zijn en informatie sluiten elkaar uit. Zo is de informatiemaatschappij behept met een zijnsgebrek, een zijnsvergetelheid. Informatie is additief en cumulatief. Ze is geen betekenisdrager, terwijl het verhaal betekenis, zin transporteert. ‘Zin’ betekent oorspronkelijk richting. Zo komt het dat we vandaag de dag uitstekend geïnformeerd maar richtingloos zijn. Bovendien versnippert de informatie de tijd tot louter opeenvolging van nu-momenten. Het verhaal daarentegen sticht een temporeel continuüm, een geschiedenis.
Enerzijds versnelt de informatisering van de maatschappij het verlies van het narratieve. Anderzijds ontwaakt te midden van de tsunami aan informatie de behoefte aan zin, identiteit en oriëntatie, namelijk de behoefte om het dichte bos van informatie, waarin we onszelf dreigen te verliezen, uit te dunnen. De huidige vloedgolf van efemere narratieven, inclusief complottheorieën en de tsunami aan informatie, zijn uiteindelijk twee kanten van dezelfde medaille. Midden in de zee aan informatie en data zijn we op zoek naar narratieve verankeringen.
Het geduld om te luisteren
We vertellen elkaar vandaag de dag steeds minder verhalen. Het vertellen van verhalen wordt verdrongen door communicatie als uitwisseling van informatie. Op sociale platforms worden ook nauwelijks verhalen verteld. Verhalen verbinden de mensen met elkaar doordat ze het empathisch vermogen bevorderen. Ze stichten een gemeenschap. Het verlies aan empathie in het tijdperk van de smartphone is een saillant teken dat dit geen verhalend medium is. Alleen al het technische dispositief bemoeilijkt het vertellen van verhalen. Tikken en swipen zijn geen narratieve gestes. De smartphone laat alleen een snelle uitwisseling van informatie toe. Bovendien veronderstelt het vertellen van verhalen luisteren en diepe aandacht. De vertelgemeenschap is een gemeenschap van luisteraars. Wij verliezen echter zienderogen het geduld om te luisteren, ja het geduld om verhalen te vertellen.
Juist waar alles zo willekeurig, vluchtig en toevallig is geworden en het bindende, het verbindende en verplichtende verdwijnen, dat wil zeggen te midden van de huidige contingentiestorm, laat storytelling luidkeels van zich horen. De inflatie van het narratieve verraadt de behoefte om de contingentie de baas te worden. Storytelling is echter niet in staat de ontwikkeling terug te draaien en van de richtingloze, van zin verstoken informatiemaatschappij weer een stabiele vertelgemeenschap te maken. Het vormt veeleer een pathologisch verschijnsel van de huidige tijd.
Dit is een bewerkte voorpublicatie van het voorwoord bij het essay De crisis van het narratieve van Byung-Chul Han, dat op 3 december 2024 verschijnt bij uitgeverij Ten Have.
De crisis van het narratieve
Byung-Chul Han
Ten Have
160 blz.
€ 14,99