De laatste tijd duiken steeds meer pleidooien op voor de herwaardering van woede. De Duits-Koreaanse filosoof Byung Chul Han constateert in De vermoeide samenleving dat woede taboe is in de westerse positieve yes we can-samenleving. Dat is zonde, want woede biedt de mogelijkheid tot transformatie. Wie boos is slaat met zijn vuist op tafel, zet alles stil, en vindt dat het anders moet. De Correspondent kopte onlangs: ‘Woede heeft ten onrecht een slechte naam’, en pleitte voor meer ‘bewuste boosheid’, omdat verontwaardiging een belangrijk moreel kompas is. En Peter Sloterdijk wijst er in Woede en tijd op dat woede een ongerichte kracht is en op zichzelf niet negatief; hij ziet de demonische kracht van de destructieve (veelal mannelijke) woede (denk aan IS) graag getransformeerd in principes van de langere termijn: eer, trots, kracht.
Sloterdijk stoft een prachtig filosofisch begrip af: thymos. Thymos is een oud Grieks begrip dat staat voor onder meer trots, erkenning, eer en strijdlust. Volgens Plato zit het tussen rede en verlangen in. Het is het temperamentvolle deel van de ziel: fel, trots, onverschrokken. De Vlaming Peter Venmans werkt in Het derde deel van de ziel prachtig de rijkheid van het begrip ‘thymos’ uit en onderzoekt wat wij ervan kunnen leren.
Ik was al bijna een uitbundige fan van thymos, totdat iemand mij de Süddeutsche Zeitung onder de neus schoof. Marc Jongen, een leerling van Peter Sloterdijk en partij-ideoloog van de AfD, de Duitse conservatieve rechtse partij die nu als derde partij van Duitsland in de peilingen staat, spreekt van een ‘thymotische Unterversorgung’ van de Duitsers. Uit alle woede onder de autochtone Duitsers blijkt hoezeer thymotische kracht afwezig is. Door de Tweede Wereldoorlog is deze kracht – vaderlandsgevoel, eer – er volkomen uit geslagen. Jongen raakt daarmee een gevoelig punt. Hij wil de thymotische kracht weer aanwakkeren om het taboe op een sterk en trots Duitsland weer nieuw leven in te blazen. Klinkt navolgbaar, ware het niet dat thymos volgens Jongen ingezet moet worden tegen de komst van asielzoekers. Jongen suggereert dat een burgeroorlog te prefereren is boven het makkelammetjesgedrag.
Het is niet voor het eerst dat thymos een rechtse conservatieve ideologie dient. Peter Venmans wijst erop hoe ook de Harvard-filosoof Mansfield poogde mannelijke conservatieve waarden te restaureren in een overgefeminiseerde samenleving. Van zowel Mansfield als Jongen word ik behoorlijk thymotisch. Maar ik moet wél toegeven dat ik het opwindend vind dat een complex filosofisch begrip in het hart van het huidige wereldse politieke strijdtoneel is komen te staan.
Dit artikel is exclusief voor abonnees