Liefhebben met de rede
René Descartes (1596-1650)

Lang geleden leefde er een koningin die wilde weten wat liefde was. Dit is niet het begin van een sprookje, maar van de ontstaansgeschiedenis van René Descartes’ verhandeling over liefde. Christina Wasa, de twintigjarige koningin van Zweden, stelde de volgende vraag: zijn ontsporingen erger in het geval van liefde of in geval van haat? De Franse ambassadeur met wie ze dit bediscussieerde, legde de kwestie voor aan zijn landgenoot Descartes. In een brief probeert de filosoof vervolgens de liefde te duiden.
Er is sprake van liefde, zo meent Descartes, wanneer we ons opzettelijk verenigen met een object waarvan wij denken dat het goed voor ons is. Deze eenwording hoeft niet fysiek te zijn, want volgens Descartes Âbestaat de mens uit twee verschillende substanties: een Âimmateriële geest en een stoffelijk Âlichaam. Pure, Âredelijke liefde speelt zich af in de geest. Zo kunnen wij met onze gedachten God of kennis beminnen. Toch gaat liefde meestal gepaard met lichamelijke sensaties, zoals warmte rondom het hart en gespreide armen voor een omhelzing. Dat fysieke gevoel kan zelfs zo sterk zijn, dat de ziel allerlei excuses bedenkt om zich met iets of iemand te verenigen, daarbij allerlei gebreken negerend.
Zo kan het gebeuren dat we ons verbinden met iets dat niet goed voor ons is, met alle gevolgen van dien. Iemand die eenmaal de liefde heeft opgevat, is bereid allerlei kwaad te accepteren om het beminde object te plezieren. Vandaar dat de filosoof aan de Zweedse koningin antwoordt dat ontspoorde liefde gevaarlijker is dan ontspoorde haat. Haat beperkt zich tenminste tot het gehate object, ‘terwijl een ontspoorde liefde niets ontziet behalve haar object – dat doorgaans echter van weinig Âbetekenis is in vergelijking met al het andere dat ze (…) bereid is te gronde te richten’. We doen er dus goed aan onze harten en zielen niet zomaar weg te geven.
René Descartes was een Franse filosoof. Hij legde de nadruk op rationaliteit en wordt beschouwd als de vader van de moderne filosofie.
Daar loopt de mond van over
Roland Barthes (1915-1980)

‘De noodlottige identiteit van de verliefde is niets anders dan: ik ben degene die aan het wachten is,’ schrijft Roland Barthes in Uit de taal van een verliefde (1977). Het boek van de Franse filosoof en literatuurtheoreticus was een bestseller, ondanks – of dankzij – de ongebruikelijke opbouw ervan. Barthes zet zijn ideeën over de liefde niet uiteen in een verhaal of theoretische analyse, maar stelt een alfabetisch geordende encyclopedie samen waarin hij in korte fragmenten de taal van de verliefde mens beschrijft.
Barthes is een structuralistisch denker, wat inhoudt dat hij meent dat we mensen moeten begrijpen vanuit hun context. Taal is zo’n context. Om inzicht te krijgen in wat verliefdheid is, moeten we volgens Barthes luisteren naar ‘iemand die in zichzelf praat, met de stem van een verliefde, tegenover de ander (het liefdesobject), die niet praat’. En wie verliefd is, stamelt, verzucht, jammert en murmelt wat af.
Barthes’ duidt de liefde via voorbeelden uit literatuur, filosofie en zijn eigen leven. Ondanks de persoonlijke toon van de fragmenten zijn ze voor veel mensen herkenbaar. Daarmee toont hij direct een van de tegenstrijdigheden van verliefdheid. Want hoe kan het dat we het gevoel hebben dat onze liefde uniek is, terwijl mensen zich steeds op dezelfde manieren uitdrukken? Waarom kunnen we elke avond op televisie iemand ‘Ik hou van jou’ horen zeggen, zonder dat dit afdoet aan het verlangen om de woorden zelf te spreken en te horen? En een andere tegenstrijdigheid: waarom kan een verliefde soms eindeloos over diens geliefde Âspreken, maar tegelijkertijd te egocentrisch zijn om de ander aan het woord te laten?
Barthes geeft geen definitie van verliefdheid, maar er valt in de fragmenten een beeld van verliefdheid te ontwaren. Verliefdheid is paradoxaal, ongeordend, onnozel, gekmakend en toch heerlijk – net als de opbouw van Barthes’ boek. Liefde valt misschien alleen te begrijpen in haar eigen termen, in de chaos en de clichés.
Roland Barthes was een Franse filosoof en literatuurtheoreticus. Zijn werk richt zich op de betekenis van tekens en culturele symbolen.
Zie de ander zoals die is
Iris Murdoch (1919-1999)

Liefde maakt blind, zo luidt het gezegde. Maar volgens de Britse filosoof en schrijver Iris Murdoch zien we door de liefde juist de wereld zoals deze werkelijk is. Voor haar bestaat liefde niet uit rozengeur en maneschijn, maar uit de realisatie dat andere mensen echt zijn, inclusief hun rafelrandjes.
In het dagelijks leven zijn mensen vooral met zichzelf bezig, meent Murdoch. Pas wanneer we ons inspannen om de ander te zien zoals deze werkelijk is, vallen de egoïstische schellen van onze ogen. Opeens realiseren we ons dat de ander echt bestaat en dat ze zo uniek en bijzonder is dat we haar nooit helemaal zullen doorgronden. Tegelijkertijd beseffen we dat onze eerdere blik op de wereld niet klopte, en zullen we ons best doen om onszelf te verbeteren. Voor Murdoch is liefde daarom verbonden met moraliteit en streven naar het Goede.

Iris Murdoch: filosoof van de liefde
Murdochs ideeën over de liefde laten zich moeilijk in een universele theorie vatten. Ze meent namelijk dat we niet van een geliefde houden Âvanwege ‘objectieve’ kwaliteiten, maar om wie diegene is als persoon, met diens unieke geschiedenis, trekjes en denkwijzen. Literatuur, waarin altijd specifieke personages centraal staan, leent zich daarom beter voor haar ideeën dan filosofisch werk.
Gelukkig was Murdoch naast filosoof ook begenadigd schrijver. Haar ideeën over liefde vinden hun toepassing in haar fictie, maar verwacht geen zoetsappige romantiek. Murdochs romans staan bol van tragedies, destructieve liefdes, incest, misbruik en overspel. Keer op keer vallen haar personages terug in hun egoïstische fantasieën en verliezen ze daarbij hun geliefden uit het oog. Ook in het echte leven vergt het behoorlijke inspanning om open te staan voor liefde, bemerkt Murdoch. Toch is de liefde deze moeite volgens haar meer dan waard.
Iris Murdoch was een Britse filosoof en schrijver. Ze onderzocht in haar filosofisch werk en haar romans de verhouding tussen moraliteit, kunst en liefde.
Liefde is niet privé
Ann Laura Stoler (1949)

Voor wie zich in de ogen van zijn geliefde verliest, lijkt de wereld daarbuiten te verdwijnen. Toch zijn onze verlangens niet puur individueel, meent de Amerikaanse antropoloog en historicus Ann Laura Stoler. In haar onderzoek naar intimiteit in koloniale contexten, ontdekte ze dat koloniale bestuurders zich druk bezighielden met de gevoelens van hun onderdanen. Intimiteit is nauw verbonden met machtsstructuren.
Koloniale besturen baseerden hun recht op overheersing op de volgens hen ‘natuurlijke’ verhevenheid van Europeanen boven inheemse bevolkingen. Ze hadden er daarom baat bij de verschillen tussen beide groepen te benadrukken en onderlinge relaties te voorkomen. Zo werd de lokale bevolking in de voormalige Nederlandse kolonie Nederlands-ÂIndië neergezet als seksueel losbandig en niet in staat tot echte liefde. Nederlandse vrouwen werden daarentegen als kuis en onschuldig gezien. En hoewel Nederlandse mannen natuurlijke seksuele driften zouden bezitten die zo nodig botgevierd mochten worden op inheemse vrouwen, werd een voorname Europeaan herkend aan zijn seksuele zelfbeheersing en discipline.
Deze vooroordelen over ras, gender en klasse bepaalden niet alleen voor wie welke verlangens gepast waren, maar andersom bepaalden de verlangens ook tot welk ras en welke klasse iemand behoorde. Een Europese vrouw die verliefd werd op een inheemse man werd voortaan als inheemse beschouwd en kinderen van gemengde afkomst werden eerder als Europeaan gezien wanneer zij seksuele zelfbeheersing bezaten. Koloniale identiteit was dus niet alleen een kwestie van afkomst of huidskleur, volgens Stoler, maar ook van iemands intiemste verlangens.
De kolonie Nederlands-Indië bestaat niet meer, maar Stolers inzichten zijn daarmee niet minder relevant. Ook nu ontstaan onze verlangens en gevoelens niet uit het niets, maar worden ze gevormd door onderwijs, culturele uitingen en vooroordelen. Ideeën over wat liefde is, wie kan liefhebben en van wie we mogen houden, blijven verstrengeld met machtsstructuren en met onze identiteit. Liefde is misschien intiem, laat Stoler zien, maar zeker niet privé.
Ann Laura Stoler is een Amerikaanse antropoloog en historicus. Ze doet onderzoek naar de seksuele politiek van het kolonialisme.