Home Historisch profiel Marcus Aurelius: keizer van de rede
Historisch profiel Klassieke Oudheid Politiek

Marcus Aurelius: keizer van de rede

In de tweede eeuw na Christus maakte keizer Marcus Aurelius notities over een onthechte levensfilosofie die ons nog steeds inspireren.

Door Marco Kamphuis op 24 oktober 2019

Marcus Aurelius Hajo de Reiger keizer filosoof stoa stoïcijn stoïcijnen beeld Hajo de Reiger

In de tweede eeuw na Christus maakte keizer Marcus Aurelius notities over een onthechte levensfilosofie die ons nog steeds inspireren.

Cover van 11-2019
11-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Marcus Aurelius, in 121 geboren in de bestuurlijke bovenlaag van Rome, was een bijzonder getalenteerde jongen en een leergierige student. Op zoek naar een leidraad voor het leven vond hij de stoïcijnse filosofie, die vier eeuwen eerder was begonnen bij Zeno van Kition en die sindsdien was aangeslagen bij voorname Romeinen.

Dankzij zijn talenten had Marcus in zijn jonge jaren bovendien de aandacht getrokken van keizer Hadrianus, die in hem een goede kandidaat-keizer zag. Daarom werd de jongen op 17-jarige leeftijd geadopteerd door Antoninus Pius, die op zijn beurt de adoptiefzoon van keizer Hadrianus was en na diens dood in 138 keizer werd.

Antoninus Pius bleek een uitstekend voorbeeld voor Marcus, die bij de nieuwe keizer introk: hij was een evenwichtige, bescheiden keizer die, anders dan Hadrianus, geen dure paleizen liet bouwen. Voor Marcus’ belangrijke lessen in retorica werd Marcus Cornelius Fronto ingeschakeld, een succesvol advocaat en redenaar.

In Marcus’ vurige brieven aan zijn twintig jaar oudere leraar lezen we hoe ijverig de kroonprins zich op Fronto’s slaapverwekkende retorische oefenstof stort, en hoe tactvol hij hem later blijft bejegenen, wanneer hij allang doorheeft dat hij van de in archaïsmen grossierende schoolfrik niets meer kan leren. Fronto van zijn kant was begrijpelijkerwijs verguld met zijn hooggeplaatste pupil.

Klaargestoomd

De opleiding van Romeinse jongens van goede komaf draaide om de kunst van het spreken in het openbaar. Ze werden per slot van rekening klaargestoomd voor een toekomst als bestuurder. Ook filosofie had een plaats in het curriculum, maar al te veel aandacht daarvoor wekte onrust.

In dit opzicht had de kroonprins al vroeg ‘verdachte’ neigingen. Op twaalfjarige leeftijd nam hij in een streven naar filosofische onthechting het besluit voortaan op de grond te slapen. Toen zijn moeder daar bezwaar tegen maakte, werd een hard bed het compromis tussen moeder en zoon.

Op zijn vijfentwintigste koos Marcus volledig voor de filosofie en keerde de door Fronto zo geliefde retorica definitief de rug toe. Een andere leraar, de stoïcijn Rusticus, speelde daarbij een cruciale rol.

In de dankbetuigingen waarmee zijn Persoonlijke notities beginnen, schrijft Marcus over wat hij aan Rusticus te danken heeft: ‘Dat ik begrepen heb dat het karakter correctie en zorg nodig heeft; dat ik mij niet heb laten verleiden tot ambitieuze beoefening van de retoriek, het schrijven over puur theoretische onderwerpen (…). Dat ik afstand genomen heb van retoriek, poëzie en gepolijste taal. Thuis niet in toga rond te lopen en dat soort aanstellerij achterwege te laten; brieven te schrijven in een simpele stijl (…) En dat ik de Colleges van Epictetus heb leren kennen, waarvan hij mij zijn eigen exemplaar leende.’

Als twaalfjarige besloot hij voortaan op de grond te slapen

Het oorspronkelijk Griekse stoïcisme was in Rome vooral uitgewerkt door Seneca (4 v.Chr. – 65 n.Chr.) en Epictetus (50 – ca. 130 n.Chr.). Opvallend is dat de beroemde Seneca door zowel Epictetus als Marcus Aurelius werd doodgezwegen. Een aannemelijke verklaring is dat hij als adviseur van Nero was opgetreden en dat die keizer veel vijanden had gemaakt onder de Romeinse bovenlaag. Waarschijnlijk was Seneca’s naam daardoor besmet geraakt.

In tegenstelling tot Seneca, die briljant schipperde tussen stoïcijnse verzaking van wereldse goederen en het kapitaal dat keizer Nero hem toeschoof, was Epictetus rechtdoorzee. Hij was als slaaf geboren en bekwaamde zich na zijn vrijlating in de filosofie.

‘Niet alleen in je handelen, ook in je denken moet je eerlijk zijn’

De filosofieschool die hij in Griekenland stichtte, werd door veel jonge Romeinen van aanzienlijke afkomst bezocht. Hij stelde zelf niets op schrift, maar door de aantekeningen van een van zijn studenten kennen we wat bekendstaat als de Colleges. Een uittreksel hieruit werd onder de titel Encheiridion (Nederlands: Zakboekje) snel populair in Rome. Populair is het tegenwoordig nog steeds, als kernachtige samenvatting van het stoïcijnse gedachtegoed.

De wijsheden van Epictetus maakten diepe indruk op Marcus, zoals zijn allerbelangrijkste uitspraak: ‘De werkelijkheid is in twee categorieën te verdelen: wat wel in onze macht ligt en wat niet in onze macht ligt.’ Wat in onze macht ligt is – kort gezegd – ons denken en handelen. Van al het andere – bijvoorbeeld gezondheid, materieel eigendom, reputatie – zegt Epictetus niet alleen dat het geen zin heeft je er druk over te maken, maar ook dat die dingen niet goed of slecht, maar per definitie neutraal zijn. Zulke zaken zijn afhankelijk van de loop der dingen. Je doet niets aan de wisselvalligheden van het lot en ertegen vechten is de zekerste manier om ongelukkig te worden.

Opvattingen

Een andere elementaire uitspraak van Epictetus is: ‘Mensen worden niet in verwarring gebracht door de gebeurtenissen, maar door hun opvattingen over de gebeurtenissen.’ Daaruit volgt dat we niet lijden onder ziekte, armoede of onvrijheid, maar alleen onder het idee dat ziekte, armoede en onvrijheid onaangenaam zijn. Dit inzicht verschaft de hoogste vrijheid. Marcus formuleert het zo: ‘Doe je oordeel weg, en weg is je gevoel “ik ben benadeeld”. Neem dat gevoel weg en weg is het nadeel zelf.’

Het lot verschafte Marcus, wrang gezegd, volop gelegenheid de stoïcijnse theorie te toetsen aan de praktijk. In de loop van zijn leven zou hij zich geconfronteerd zien met de dood van zijn vrouw Faustina en van ten minste acht kinderen. Hoewel hij veel van zijn kinderen hield, zoals valt op te maken uit zijn correspondentie met Fronto, droeg hij elk verlies zonder klagen. ‘Denk (…) bij alles wat je zou kunnen doen lijden eraan deze stelregel toe te passen: dit is geen ongeluk, maar het is een geluk het dapper te dragen.’

Toegewijd en serieus

Marcus was veertig toen hij, na de dood van Antoninus Pius, keizer werd. Omdat hij de last van het keizerschap wilde delen, werd Lucius Verus, eveneens door Antoninus Pius geadopteerd, medekeizer. Lucius Verus kreeg dezelfde titels als zijn adoptiefbroer, maar voor de Romeinse bevolking was Marcus Aurelius toch de ware keizer. Daar kwam bij dat Lucius zich de keizerlijke genoegens wat al te goed liet smaken; daardoor kwam de soberheid van Marcus nog mooier uit.

Even tussendoor… Meer lezen over Marcus Aurelius en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Zo ijverig als hij vroeger zijn huiswerk had gemaakt, zo toegewijd vervulde hij nu zijn plichten als keizer. Zelfs Fronto maande hem schriftelijk dat de boog niet altijd gespannen kan zijn, maar Marcus Aurelius was nu eenmaal een uiterst serieuze man (men heeft hem volgens historicus Cassius Dio slechts één keer zien lachen). Dat hij zich bij gladiatorenspelen in het amfitheater zichtbaar niet vermaakte en in zijn loge ambtelijke stukken zat te lezen, wekte irritatie bij het publiek, maar de waardering voor zijn harde werken, zijn bescheidenheid en zijn mildheid als hoogste rechter overheerste ruimschoots. Men zag dat de absolute macht hem, in tegenstelling tot zoveel voorgangers, niet corrumpeerde.

Eerlijkheid

Dit was dan ook een man die vond dat je niet alleen in je handelen, maar ook in het diepst van je denken eerlijk moest zijn. ‘Je moet je aanwennen alleen zúlke gedachten te hebben dat, als iemand je onverwacht vroeg: “Waar denk je aan?”, je direct vrijuit zou kunnen antwoorden: “Dit en dat.”’

Als stoïcijn vond hij, net als grondlegger Kition, alleen de deugd nastrevenswaardig, en zeker geen lof van de massa, rijkdom of zinnelijk genot. Al die dingen gaan immers met een mens op de loop, ten koste van de rede, en daarmee ten koste van de gemoedsrust.

De gunstige publieke beoordeling die hij kreeg, was des te verdienstelijker omdat Rome tijdens zijn regeerperiode met grote problemen kampte, waaronder mislukte oogsten en hongersnood, uitbraken van besmettelijke ziekten, een opstandige generaal, en militaire dreiging aan de noord- en oostgrens van het rijk. Kennelijk ging Marcus slagvaardig met deze moeilijkheden om, of wist althans die indruk te wekken, want zijn tijdgenoten beschouwden hem als een modelkeizer.

Om het moreel van de troepen in de strijd met de Germanen te versterken zagen keizer en medekeizer zich genoodzaakt persoonlijk naar het betwiste Donau-gebied te reizen. Lucius Verus stierf onderweg; Marcus Aurelius verbleef zeven jaar bij zijn leger en leverde redelijk succesvol slag.

Leven als strijd

De filosofische tekst die de reden voor zijn nog altijd voortdurende populariteit is, is momenteel in twee Nederlandse edities verkrijgbaar: Overpeinzingen en Persoonlijke notities. Het gaat om aantekeningen die niet voor publicatie, maar puur voor eigen gebruik bedoeld waren; vaak zijn het aansporingen en vermaningen tot zichzelf. ‘Tot zichzelf’ is ook de letterlijke vertaling van de Griekse titel waaronder het geschrift is overgeleverd.

Marcus maakte deze notities deels in het legerkamp aan de noordgrens van het Romeinse Rijk, in de jaren dat hij aan de Germanen zijn handen vol had. Dat moet een zware tijd voor hem geweest zijn, want anders dan Julius Caesar was hij geen geboren militair, en hij zag schrijven als een manier om zich in de filosofie terug te trekken. In het legerkamp schreef hij: ‘Dit kun je wel zeggen van de mens en zijn leven: de duur ervan is een stip, de materie veranderlijk als stromend water; zijn waarneming is vaag, zijn lichaam bestemd om uit elkaar te vallen en tot ontbinding over te gaan, zijn ziel dolend, zijn lot ondoorgrondelijk, zijn reputatie niet op een redelijk oordeel gegrond. Kortom, al het lichamelijke is als een rivier, al het geestelijke droom en illusie. Het leven is een strijd en een verblijf in een vreemd land, en roem bij het nageslacht is vergeten worden. Wat kan ons dan een veilige doortocht geven? Enkel en alleen de filosofie.’

Steeds weer herhaalt Marcus Aurelius in zijn notities de stoïcijnse leefregels die hij al in zijn jeugd als richtsnoer heeft gekozen. Herhaling is belangrijk in het stoïcisme: door herhaling moet iemand zich de eenvoudige basisgedachten werkelijk eigen maken, zodat hij er ook naar gaat handelen. Het beste is citaten uit het hoofd te leren, dan heb je ze op elk moment bij de hand.

‘Alleen de filosofie kan ons een veilige doortocht door het leven geven’

Door de aanhoudende nadruk op de vluchtigheid van het bestaan is Persoonlijke notities geen meeslepende lectuur. Maar het is veel meer dan dat: het is een boek om dagelijks open te slaan, een boek dat binnen de kortste keren vol onderstrepingen en uitroeptekens komt te staan. Wie zich in het stoïcisme wil verdiepen kan ook Seneca lezen – dat is eerlijk gezegd vermakelijker –, maar de wetenschap dat Marcus Aurelius, in tegenstelling tot Seneca, ook echt naar zijn leer leefde, maakt hem tot een geschikter rolmodel.

Onbarmhartig

Toen de rust in het noorden hersteld was, moest Marcus naar de oostgrens van zijn rijk om een opstand in de kiem te smoren, en daarna bleken de Germanen zich toch weer te roeren. Terug in het legerkamp aan het front werd hij ernstig ziek, waarop hij zich van eten en drinken onthield om zijn dood enigszins te versnellen. Hij stierf als een ware stoïcijn: hij wees de achterblijvers terecht om hun verdriet, dat filosofisch gezien niet passend was. In zijn Persoonlijke notities noteerde hij: ‘Herinner je wat je hebt doorgemaakt, wat je hebt kunnen verduren; dat de geschiedenis van je leven voltooid is en je dienst volbracht; hoeveel mooie en goede dingen je hebt gezien, hoeveel lust en pijn je hebt veracht, hoeveel eerbewijzen je hebt versmaad, hoevelen je hebt ontzien, die jou niet ontzagen.’

Marcus Aurelius werd 58 jaar oud. Al bij zijn leven werd hij ‘keizer-filosoof’ genoemd, maar dat er een filosoof keizer was geweest, viel uit het beleid van Marcus Aurelius eigenlijk niet op te maken. Hij was er niet op uit het maatschappelijk bestel te veranderen, en wanneer er oorlog gevoerd moest worden, deed hij dat onbarmhartig. Ook christenen die de Romeinse goden bleven afwijzen, werden tijdens zijn bewind (161-180 n.Chr.) zonder pardon vervolgd. Hij huldigde de opvatting dat het lot hem nu eenmaal de rol van keizer van Rome had toebedeeld, en dat hij die rol naar beste vermogen moest spelen.

Dat er een filosoof keizer was, viel uit Marcus Aurelius’ beleid niet op te maken

Of zijn reputatie als modelkeizer zou standhouden kon Marcus Aurelius zelf allerminst schelen. ‘Kort is zelfs de langste roem bij het nageslacht, bovendien afhankelijk van de overlevering door armzalige stervelingen (…) die zichzelf niet eens kennen, laat staan iemand die allang dood is.’

Hij merkte ook op: ‘Het is het lot van een vorst om goed te doen, maar een slechte naam te krijgen.’ Zijn roem als keizer zou waarschijnlijk uitgewist zijn als er niet de blijvende verdienste was van de levensfilosofie die hij heeft nagelaten: die merkwaardig onthechte Persoonlijke notities, die nog veel merkwaardiger zijn als je bedenkt dat ze onder wapengekletter werden neergeschreven door de machtigste man ter wereld.