Sofist – betekenis
De sofisten waren rondtrekkende leraren in het oude Griekenland die tegen betaling lesgaven in retorica, ethiek en logica. Wat we tegenwoordig nog weten over de sofisten komt vooral uit de dialogen van Plato, die er stevig tegen van leer trok. Volgens Plato verkochten de sofisten valse waarheden en spitsvondige redeneringen voor grote sommen geld. Vandaar dat het begrip ‘sofist’ vandaag de dag nog steeds de negatieve connotatie heeft van iemand die listige argumentatietrucjes en drogredenen gebruikt.
Met de opkomst van de democratie wonnen de sofisten echter weer aan populariteit. Het bekendste voorbeeld hiervan is wetenschapsfilosoof Karl Popper (1902-1994), die in zijn boek The Open Society and its Enemies (1945) waarschuwt voor het ‘totalitaire’ waarheidsdenken van Plato.
Meer lezen over filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Relevante berichten
De sofisten: tegendraads voor de democratie
Lepe jongens die hun radde tong te gelde wisten te maken – zo wordt over sofisten gedacht. We zouden er in onze tijd zuinig op moeten zijn.
‘Ja, dat is zo, Socrates’
De sofisten beoefenden in het oude Athene gratuite retorische kunstjes. Socrates ontdekte hun zwakke plek: de waarheid.
Waarheid is mooi, consensus nog mooier
Kennis is vluchtig, constateerden de sofisten 2500 jaar geleden al. Maar een democratie heeft dan ook geen Absolute Waarheid nodig.
Filosofie is makkelijker als je denkt: wat is waarheid?
In ‘Filosofie is makkelijker als je denkt’ helpen we u in vijf stappen op weg in het zelf leren denken. Dit keer: wat is waarheid?