Sinds 2020 geeft Judith Butler aan zich te identificeren als non-binair en het liefst te worden aangeduid met genderneutrale voornaamwoorden. Toen dit interview plaatsvond in 2001, was hier nog geen sprake van. Vandaar dat Butler hier nog wordt benoemd als vrouw.
‘In de gay-bar zag ik dat drags veel overtuigender vrouw kunnen spelen dan mij ooit is gelukt… of dan ik zou wíllen proberen,’ zegt Judith Butler, zittend achter de ontbijttafel van het Amsterdamse Hotel De Filosoof. De kleine vrouw in sobere zwart-grijze kleren is inderdaad moeilijk voorstelbaar als flamboyante dragqueen, die met zwoele valse wimper-look over de barkruk leunt, Martini Dry in de hand. Maar hoewel zij sommige mensen moeilijk zou kunnen zíjn, figureren in een gesprek met haar wel beelden uit een eindeloze mensen-variëteit: haar fantasie brengt het gestolde smoelenboek van identiteiten tot leven.
‘Iedereen heeft met genderrollen te maken,’ stelt Butler. ‘Ik wed dat veel vrouwen ’s morgens in de spiegel kijken en zich afvragen: hoe word ik vandaag een meisje? Ze zoeken hun make-up uit en kiezen zorgvuldig hun kleren. Dat luistert nauw, want ze gaan dood als ze niet die kleren aan kunnen en andere moeten dragen, als hun haar boven hun oor is geknipt in plaats van eronder, de kleur anders is uitgevallen, of als hun mascara of lipstick vlekt. Deze vrouwen zijn zich bewust van hun gender en ze weten wat dat betekent: er moet aan gewerkt worden als je die wilt behouden, iedere dag.’
Haaruitval
‘Iedereen heeft een breed scala aan rituelen om zichzelf als “man” of “vrouw” te kunnen blijven herkennen. Maar de meeste mensen zijn zich daarvan alleen bewust als een ramp het ritueel verstoort. Bijvoorbeeld als een brand de kleerkast verwoest, het haar uitvalt, impotentie toeslaat of een vrouw door kanker haar borsten verliest. De rituelen kunnen dan niet meer op de gebruikelijke manier worden herhaald. En dat kan hele diepe genderangsten oproepen. Die waren er eigenlijk altijd al, maar die komen op zo’n moment meer naar voren.’
Judith Butler is in Nederland vanwege de presentatie van haar eerste in het Nederlands vertaalde werk Genderturbulentie. Het boek bevat een selectie van teksten uit haar boeken, die zij sinds haar eerste succes Gender Trouble – tien jaar geleden – publiceerde. Butler werd vooral beroemd om haar idee van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Sekse is bij haar namelijk niet zozeer een kwestie van ‘zijn’ of ‘hebben’, maar van ‘doen’. Dit zet veel intuïties over mannen en vrouwen op losse schroeven en betekent ook een nieuw inzicht in de feministische filosofie.
Feministische theoretici gebruiken meestal de term ‘sekse’ voor de beschrijving van de lichamelijke kenmerken, en ‘gender’ voor de culturele rollen van ‘man’ en ‘vrouw’. De discussie over mannelijkheid en vrouwelijkheid verloopt dan grotendeels langs de lijnen die deze termen afbakenen: sommigen verklaren de verschillen tussen de seksen op grond van culturele rollen, anderen op grond van lichamelijk gewortelde verschillen. Maar Butler veegt dat nature-nurture-onderscheid radicaal van tafel. Zij beschouwt genderrollen als een performativiteit, als een praktijk waarin we steeds culturele normen van mannelijkheid en vrouwelijkheid herhalen.
‘Ik laat het idee los dat het lichaam verlangens en ervaringen produceert die typerend zijn voor een sekse’
Zo’n proces van normherhaling lijkt weinig soelaas te bieden voor een feministisch ideaal. Want biedt de herhaling van normen wel mogelijkheden voor verandering van die rollen? Kunnen vrouwen zich bevrijden uit een beklemmende rol? ‘In de filosofie heeft “bevrijding” vaak een transcendente betekenis: je bent pas “bevrijd” als je de bestaande historische en politieke condities overstijgt of weigert,’ licht Butler toe. ‘Volgens mij is dat niet realistisch, en zal dit altijd mislukken. Daarom is het ook contraproductief. Als veranderingen steeds uitblijven, worden mensen cynisch over de mogelijkheid om te switchen en dan blijft de bestaande orde intact.’
‘In Gender Trouble spreek ik niet van bevrijding, maar liever over “subversion”. Dit is een poging om binnen de grenzen van de cultuur iets te veranderen. Ik heb met de theorie van de performativiteit laten zien dat we mannen en vrouwen worden door culturele normen te herhalen. En precies in deze herhaling zit volgens mij ook de mogelijkheid tot verandering. Hoewel het concept “herhaling” meestal is verbonden met de traditie die steeds hetzelfde repeteert, denk ik dat je een norm kunt herhalen op een manier die deze onherkenbaar maakt. Uit de herhaling kunnen dus ook nieuwe normen voortkomen.’
‘De documentaire Paris is Burning geeft daarvan voorbeelden. In deze film komen transgenderindividuen aan het woord, die zich niet thuisvoelen in een vrouwenrol, en ook niet in een mannenrol. Iemand in de film, Venus heet ze geloof ik, wil bijvoorbeeld heel graag een bourgeois leven met alles wat daarbij hoort: trouwen in het wit, een wasmachine en een droger, en een vakantiehuisje op het platte land. Maar zij is geboren als man. Er zijn mensen die daar naar kijken en zeggen: “Oh, dit zijn hele traditionele normen die worden uitgesproken door iemand die daar het lichaam niet voor heeft”. Maar ik denk dat er iets veel interessanters gebeurt: de gendernormen verschuiven.’
Tussenvormen
‘Doordat Venus deze verlangens uitspreekt in een sociale omgeving die vindt dat deze uitspraken niet bij haar passen, krijgen de normen een andere inhoud. Dit brengt misschien geen wilde verschuiving met zich mee, maar het kan de ideeën over vrouwelijkheid en hoe dat kan worden geleefd en gearticuleerd, wel beïnvloeden. Die verschuiving is ingrijpend genoeg. Venus wordt namelijk vermoord in de documentaire; iemand in haar omgeving vindt haar shockerend genoeg om haar dood te willen.’
Butler schenkt extra thee in en kijkt op haar programma. Vanavond moet ze over Paris is Burning spreken bij het ‘Genderbende festival’ in Amsterdam, dat rond de presentatie van de Nederlandse vertaling van haar boek is georganiseerd. Ondertussen vertelt zij dat de film laat zien dat er een enorme variatie aan combinaties tussen lichamen en rollen kan ontstaan. ‘Het is moeilijk voorstelbaar hoe een toekomstig gendervocabulaire eruit zou kunnen zien,’ zegt ze. ‘Dat zou ons moeten helpen om niet alleen “mannen” en “vrouwen” te kunnen aanduiden maar ook tussenvormen, die nu worden aangeduid met de term “transgender”.’
Haar filosofie lijkt de connectie tussen lichamen en identiteiten geheel los te weken. Wat vindt Butler dan van al die mannen en vrouwen die hun lichaam heel wezenlijk vinden voor hun identiteit? Moeten die gewoon ophouden te denken dat hun ervaring uit hun lichaam voortkomt? ‘Natuurlijk blijft het lichaam belangrijk,’ antwoordt Butler. ‘Mensen baseren hun idee van gender op lichamelijke ervaringen. Maar lichamelijke belevingen zijn heel interpretatief. Om het lichaam te kunnen beleven, hebben we culturele normen, conventies en percepties nodig. Anders begrijpen we niet wat er in omgaat. Ik verwerp de betekenis van het lichaam niet voor de identiteit. Ik laat alleen het idee los dat het lichaam verlangens en ervaringen produceert, die typerend zijn voor een sekse.’
Even tussendoor… Meer lezen over Judith Butler en andere hedendaagse denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
‘Neem de angst om zwanger te worden. Veel vrouwen hebben dat, maar het zou een grove generalisering zijn om dit alle vrouwen toe te schrijven. Sommige vrouwen kunnen zichzelf onmogelijk “zwanger” voorstellen. Zij leven in riskante heteroseksuele relaties zonder dat de gedachte aan een mogelijke zwangerschap ooit in hun hoofd opkomt. Meisjes onder de twaalf en oude vrouwen zijn te jong of te oud om zwanger te raken, en onvruchtbare vrouwen of vrouwen met lesbische relaties hebben ook een goede reden om niet bang te zijn om zwanger te worden. Ik wil maar zeggen: een baarmoeder produceert nog geen angst voor zwangerschap.’
‘We moeten ook niet vergeten dat deze angst ook een culturele context heeft. In een cultuur waarin vrouwen de verantwoordelijkheid krijgen voor zwangerschap en kinderzorg, zullen zij ook eerder angst hebben. Maar je kunt je ook een heel andere cultuur voorstellen. Als de zorg en de verantwoordelijkheid voor kinderen gelijker is verdeeld over mannen en vrouwen, zullen vrouwen hun reproductieve capaciteiten misschien alleen ervaren als een bron van opwinding en vertrouwen. Je moet dus altijd kijken naar de culturele context waarin zo’n angst kan ontstaan.’
Butlers argumentatie klinkt logisch, maar doet het beeld ontstaan van een mens die – hoe zijn of haar lichaam er ook uit ziet – iedere verlangde identiteit zo maar kan kíezen. Ieder graait en snaait uit de verschillende mogelijkheden, om datgene te construeren wat men het liefste wenst. Door het lichaam wordt niemand beperkt. Denkt Butler dat de mogelijkheden eindeloos zijn?
‘Nee, niet alle mogelijkheden liggen voor ons open,’ zegt Butler. ‘In feite probeer ik juist te zeggen dat we begrensd zijn, maar dat de grenzen van de ervaring niet worden gesteld door de biologie. De ervaring is verbonden aan de culturele betekenissen en context. En ook het verlangen en de fantasie worden niet door de biologie beperkt. Sommige mannen kunnen zwangerschap bijvoorbeeld veel intenser ervaren dan vrouwen. Zij fantaseren erover, verlangen ernaar en ervaren het als een serieus verlies dat zij dit in hun leven niet kunnen meemaken. De fantasie kan op deze manier lijnrecht tegen de anatomische mogelijkheden indruisen. Ik kan fantaseren dat ik een topmodel ben, zelfs al ben ik net zo klein en breed als deze tafel.’
Melancholie
‘Genderrollen kunnen ons wel beperken,’ zegt Butler. ‘Ze zorgen dat we bepaalde verlangens niet kunnen nastreven. Als dat verlies ernstig is noem ik het – in navolging van Freud – “melancholie”. We zijn melancholisch over die zaken die we verlangen, maar die we niet kunnen erkennen. Bij sommige groepen mensen in de Verenigde Staten is homoseksualiteit iets wat ze heel diep wegstoppen, omdat het voor hen niet mág bestaan. Ik denk dat dit de reden is voor geweld tegen homo’s. De daders voelen zich bedreigd door iets wat voor hen onmogelijk moet blijven, terwijl ze weten dat het niet onmogelijk is. Zij hebben homoseksualiteit ontkend en heel ver weggestopt om een coherent subject te kunnen zijn. De mogelijkheid van homoseksualiteit bedreigt hen op een heel fundamenteel niveau, want als ze het zouden toestaan, riskeren zij hun identiteit.’
‘In een cultuur waarin vrouwen de verantwoordelijkheid krijgen voor kinderzorg, kennen zij ook meer angst om zwanger te worden’
‘Er is dus een verschil tussen verdriet en melancholie. Melancholie voel je over zaken die geen mogelijkheid voor je mogen worden. We kunnen de grenzen van die normen opnieuw bewerken. Ik wil dat doen door homoseksualiteit uit de groep van “verboden verlangens” te halen. Maar er blijven ook altijd grenzen bestaan. Vormen van geweld, incest en pedofilie moeten naar mijn idee verlangens blijven die we niet erkennen, die we wegstoppen. We zullen in de cultuur steeds een normatieve discussie moeten voeren over verlangens, en of we ze mogen erkennen of niet. Over de niet-erkende kunnen we melancholie blijven voelen.’
‘Maar ook buiten de melancholie lijden we verlies. Dat is onvermijdelijk. Er is geen liefde of verlangen zonder verlies. Je leeft altijd op één manier en sluit daarbij andere manieren uit. Naar mijn idee kun je pas vragen wat je verdriet kan zijn als je over de melancholie heenkomt; als je erkent dat iets een mogelijkheid voor je is, en dat je daarnaar verlangt. Dan pas kun je pas rouwen om het feit dat je het niet hebt.’
Genderturbulentie
Judith Butler
vert. I. van der burg en N. Helsloot
Boom
128 blz.