In de vroegmoderne gevangenis moest hard gewerkt worden. ‘Nutteloze’ mensen, van landlopers tot geesteszieken, moesten zich in instellingen als het Amsterdamse Rasphuis nuttig maken. Maar in de late achttiende eeuw ontstaat een nieuw soort gevangenis, zegt Michiel Leezenberg, universitair hoofddocent filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Het doel van opsluiting verandert van mensen productief maken naar mensen heropvoeden. Een crimineel is niet meer nutteloos – hij is abnormaal. Hij voldoet niet aan de normen van de samenleving. Om hem te normaliseren worden gevangenissen gebouwd zoals de koepelgevangenis, waar de gevangene onder surveillance staat. Het ideaal is daarbij het panopticum: een gevangenis waar de gevangene de hele tijd bekeken kán worden, zonder dat hij weet of de cipiers werkelijk naar hem kijken.’
In de koepelgevangenis dwingt de constante controle de gevangene om zich volgens de regels te gedragen. De Franse filosoof Michel Foucault noemt dat disciplinerende macht. Leezenberg: ‘Koningen moesten hun macht laten zien met vertoon van rijkdom en gruwelijke straffen, maar disciplinerende macht is volgens Foucault onzichtbaar. Dat klinkt misschien vreemd: de koepelgevangenis is toch een fysiek object? Maar de macht die er wordt uitgeoefend is niet fysiek. Het is enkel de mogelijkheid dat je bekeken wordt die ervoor zorgt dat je je gedraagt.’
Tekst loopt door onder afbeelding
Lichtinval
‘De koepelgevangenis is gebouwd met oog op optimale zichtbaarheid. De grote ramen in de koepel zorgen ervoor dat de cipiers alles kunnen zien wat er in de cellen gebeurt.’
Rond
‘Vanbinnen bestaat de koepelgevangenis uit een grote ronde open ruimte, met rijen cellen langs de buitenmuur. In het midden van die open ruimte staat een geblindeerde wachttoren voor de cipiers. Eén cipier is idealiter genoeg om alles en iedereen in de gaten te houden.’
Celramen
‘De vaste routine binnen de gevangenis is afgeleid van het klooster, waar op geregelde tijden gebeden, gegeten en gewerkt werd. Net als bij de monniken heeft elke gevangene zijn eigen cel.’
Rest van de stad
‘Disciplinerende macht vind je niet alleen in gevangenissen. Ook ziekenhuizen, psychiatrische inrichtingen en scholen gebruiken constante observatie om mensen “normaal” te maken, oftewel: gezonde, volwassen burgers.’
Buiten gebruik
‘Er wordt niemand meer opgesloten in de Nederlandse koepelgevangenissen. Die van Haarlem is een commerciële vergaderruimte geworden. Dat is wel toepasselijk: Foucault voorzag al dat disciplinering als machtsvorm steeds meer zou worden vervangen door marktmechanismen.’