Home Politiek Hans Schnitzler: ‘In de kroeg leer je samenleven’
Politiek

Hans Schnitzler: ‘In de kroeg leer je samenleven’

Filosoof Hans Schnitzler schreef een filosofie van de kroeg. ‘De kroeg is een tussenruimte, tussen privé en publiek in.’

Door Robin Atia op 28 maart 2024

Hans Schnitzler filosoof publicist beeld Frank Ruiter

Filosoof Hans Schnitzler schreef een filosofie van de kroeg. ‘De kroeg is een tussenruimte, tussen privé en publiek in.’

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Het donkere hout van de toog glimt, de barman neuriet met de muziek mee en in het raamkozijn ligt een kat te spinnen –  filosoof Hans Schnitzler (1968) voelt zich thuis in deze Amsterdamse kroeg, waar hij regelmatig komt. ‘De kroeg is een perfecte plek om te contempleren, te observeren en sociale kennis op te doen.’

Schnitzler schreef een wijsgerige ode aan het dranklokaal: Filosofie van de kroeg. ‘Er is niet voor niets zoveel te doen om het verdwijnen van het bruine café,’ zegt hij. Naast schrijver is Schnitzler docent aan de Bildung Academie, wat te merken is aan zijn duidelijke manier van spreken. ‘De kroeg is een soort vluchtheuvel, waarin je je kunt terugtrekken uit de dagelijkse waan der dingen zonder de samenleving te hoeven verlaten.’

Kan dat niet ook in een hippe koffiebar?
‘In een hippe koffiebar zitten mensen vaak achter hun laptop te werken. In de traditionele kroeg is werken not done. Het is een plek waar de eis om productief te zijn niet geldt en waar alles gericht is op contact maken. Niet via een scherm, maar lijfelijk. In de kroeg zijn we aanraakbaar en kan iedereen elkaar spontaan aanspreken.

De kroeg is bovendien een plek waar “communicatief handelen” gestalte krijgt. Dat is een term van de Duitse filosoof Jürgen Habermas, die in 1962 beschreef hoe belangrijk koffiehuizen waren voor het achttiende-eeuwse politieke debat. Bij communicatief handelen ben je niet uit op overheersing, maar op begrip. Het is vrijblijvend, zonder hiërarchieën en gericht op werkelijk contact maken. In het koffiehuis konden mensen elkaar in verscheidenheid en gelijkwaardigheid ontmoeten, zoals nu in de kroeg kan. Daar hebben we als mensen behoefte aan, maar dat soort plekken zijn er steeds minder.’

Hoe komt dat?
‘De publieke ruimte verliest aan kracht, neemt af. Dat komt door bedrijven die deze ruimte commercialiseren en privatiseren, maar ook doordat we zelf uit de publieke ruimte verdwijnen. We worden steeds individualistischer, en technologieën als zelfscankassa’s, flitsdiensten en QR-codes op het terras verergeren dat alleen maar. De samenleving raakt onderkoeld: we hebben steeds minder warm, menselijk contact.

Tegelijkertijd is er ook sprake van oververhitting. We nemen elkaar voortdurend de maat, veroordelen vermeende misdragingen keihard en worden steeds opgejaagder. Dat zien we op het internet, maar het sijpelt ook door naar de fysieke werkelijkheid. Kijk maar naar mensen die met fakkels voor het huis van een minister gaan staan. Te midden van die onderkoeling en oververhitting moeten we op zoek naar een milder klimaat.’

En daarvoor moeten we naar de kroeg?
‘Exact. De kroeg is een tussenruimte, tussen privé en publiek in. Juist doordat je er vluchtige ontmoetingen hebt, is het een goede plek om publiek vertrouwd te raken en sociale vaardigheden op te doen. Het is een soort school: je kunt er oefenen in samenzijn met anderen en fouten maken zonder dat dit direct grote consequenties heeft. In de kroeg heerst een onbekommerde sfeer en kunnen we ons op een alledaagse manier leren bekwamen in de kunst van het samenleven.’

Wat leren we er dan precies?
‘Onder andere het inschatten van een leefbare afstand tot anderen. Techbedrijven vertellen ons dat hoe meer verbonden we met elkaar zijn, hoe meer connectie we met elkaar maken. Maar je kunt alleen connectie met iemand maken als je ook de mogelijkheid hebt om wat afstand van diegene te nemen.

Dit zie je ook bij onze ervaring van vriendelijkheid. Je noemt iemand vriendelijk wanneer diegene een welwillende interesse toont, maar niet te opdringerig is. Vriendelijkheid bevat een verlangen om de ander te laten gedijen, zodat hij zich kan uiten. Daarvoor moet je er niet te dicht bovenop zitten. In dat spel tussen afstand en nabijheid krijg je de mogelijkheid om werkelijk contact met elkaar te maken.’

Dus we moeten gewoon allemaal wat vriendelijker zijn?
‘Het klinkt misschien wat ouderwets, maar vriendelijkheid is een onderschatte deugd. Ik ben niet de eerste die vriendelijkheid aanwijst als essentiële waarde voor een leefbare samenleving. In Grenzen van de gemeenschap onderzoekt filosoof Helmuth Plessner of een geweldloze samenleving mogelijk is. Hij waarschuwt daarbij voor te kleffe vormen van gemeenschapszin, op basis van bloedverwantschap, natie of volk. Dat leidt vaak tot ellende. Bij Plessner speelt tact daarom een eminente rol. Bij tact ben je niet uit op samensmelting of identificatie, maar je bent ook niet onverschillig. Vriendelijkheid is volgens Plessner een medium voor tact; je herkent een tactvol persoon aan diens vriendelijkheid.

Even tussendoor… Meer lezen over Plessner, Habermas en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Wat ook prettig is: vriendelijk zijn is niet zo moeilijk. Je kunt jezelf aanleren om mensen op straat te begroeten of om vaker complimentjes te geven. Omdat vriendelijkheid aanstekelijk is, kun je als individu zo bijdragen aan een meer leefbare samenleving.’

Zijn mensen in de kroeg niet vaak vriendelijk doordat ze gedronken hebben?
‘Alcohol kan helpen bij contact maken, maar te veel alcohol bemoeilijkt het inschatten van de goede afstand juist. Dronken mensen vinden we daarom vaak vervelend. Gelukkig hoef je niet per se te drinken in de kroeg.’ Hij heft zijn glas gemberthee ter illustratie. ‘Bovendien bestaan er naast de kroeg ook andere tussenruimtes waar je je sociale bekwaamheid kunt oefenen, zonder te drinken. Bijvoorbeeld een buurthuis, een gedeelde tuin of zelfs een kopieerwinkel. De kroeg is ideaal, omdat die helemaal toegespitst is op communicatie. Maar het is niet de enige plek waar we naderbij kunnen komen zonder elkaar te verstikken. Al is het wat mij betreft wel de geschiktste plek – en de leukste.’

Lees ook de voorpublicatie van Filosofie van de kroeg: Het café verlost ons van de afrekencultuur

Filosofie van de kroeg, Hans Schnitzler - Paperback - 9789403186115

Filosofie van de kroeg
Hans Schnitzler
De Bezige Bij
176 blz.
€ 19,99