Er hangt drama in de lucht. ‘Kunstmatige intelligentie gaat de macht overnemen!’ schreeuwt de krantenkop. ‘Computers staan op het punt bewustzijn te ontwikkelen!’ ronkt de stem van de talkshowhost. Ik zucht en denk aan de woorden van een wijze vriend: wie niet zo graag nadenkt over dingen, kan er des te lekkerder over griezelen.
Natuurlijk ben ik onder de indruk van taalsoftware zoals ChatGPT, die in reactie op ingetypte vragen lappen tekst voortbrengt. Wereldschokkend vind ik het niet. Logisch dat grammatica- en spellingsregels zich gemakkelijk in een computer laten stoppen, het zijn immers zelf al een soort algoritmes. En nieuwsberichten, sollicitatiebrieven en scripties zijn teksten met een behoorlijk vast stramien. Dus waarom zou een computer die gevoed is met heel veel van dat soort patronen en die heel veel informatie kan doorzoeken geen plausibele reactie kunnen geven op een bepaald commando?
Wat ChatGPT levert kan behulpzaam zijn in standaardsituaties of als opzet voor een tekst. Maar het is een product van statistische patronen, geen vorm van schrijvend denken. Of laat ik voorzichtiger zijn: daar valt over te twisten, maar dan moeten we het hebben over wat we onder ‘denken’ verstaan.
Even tussendoor… Meer columns lezen van de Denker des Vaderlands? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Ook bij spookverhalen over slimme computers die de macht overnemen is het wenselijk om een nuchter beeld te hebben van hoe kunstmatige intelligentie eigenlijk werkt (tip: lees Alsmaar Intelligenter van Stefan Buijsman). Dat vraagt wat studie en is misschien minder lekker dan je amuseren met spookverhalen. Maar het werkt wel tegen het misleidende vermenselijken van computers.
Ondertussen trekken die griezelverhalen aandacht weg van de politieke gevaren die wel degelijk aan automatisch gegenereerde tekst kleven. Het is al vaker gezegd: dergelijke teksten bestendigen vooroordelen, herhalen onjuistheden en schenden auteursrechten. Bovendien speelt dat gegriezel over hoe computers ons mensen ‘overbodig’ maken Big Tech alleen maar in de kaart, zoals de Amerikaanse linguïst Emily Bender onlangs zei in NRC. Je gaat immers mee met het marketingverhaal dat die bedrijven nu wel iets héél bijzonders in handen hebben dat de wereld gaat veranderen.
Wij mensen zijn geen spoken. We hebben een lichaam, een kwetsbaar lichaam – en daarmee een existentieel belang bij de verhalen die we elkaar vertellen over onszelf en onze realiteit. Ik pleit voor minder spookverhalen en voor meer verhalen over die kwetsbare lichamen.
Marjan Slob is filosoof en Denker des Vaderlands.