Home Economie Geven we om de ander een plezier te doen of om zelf een goed gevoel te krijgen?
Economie

Geven we om de ander een plezier te doen of om zelf een goed gevoel te krijgen?

Door Emile Smits op 10 december 2025

Santa Run hardlopers in kerstmanpak lopen voor het goede doel in Delft
Tijdens de Santa Run in Delft halen hardlopers in kerstmanpak geld op voor een goed doel, 2022. beeld ANP/Hollandse Hoogte/Robin Utrecht
Wat verwacht je van een verrassing Filosofie Magazine geven
12-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Twee filosofen en een hulpverlener over de vraag: wat krijg je als je geeft?

Wat betekent het om te geven? We zijn geneigd het als een eenvoudig gebaar te zien: een cadeau onder de kerstboom, een verjaardagspresentje, een donatie aan een goed doel. Maar de Oekraïense Kseniya Negrutsa-Godska, oprichter van de stichting Netherlands for Ukraine, heeft van geven haar werk gemaakt. Ze organiseert elk jaar een Secret Santa voor kinderen die door de oorlog alles zijn kwijtgeraakt. ‘We vragen kinderen waar ze van dromen, niet wat ze nodig hebben,’ zegt ze.

Een twaalfjarig meisje met een spierziekte is haar in het bijzonder bijgebleven. Haar familie vluchtte toen de Krim werd bezet. Niet lang daarna brak ze haar been, nadat ze met haar te grote rollator was gevallen – haar ouders konden geen speciale kinderrollator betalen. Haar moeder drukte haar op het hart om zo’n kinderrollator te vragen als cadeau. Maar ze vroeg om iets anders: een nachtkijker en de nationale vlag. De nachtkijker zodat haar vader die aan het front vecht ’s nachts zonder lichten kan rijden en niet wordt gezien door Russische drones. De vlag, met handtekeningen van Nederlandse donateurs, om hem te laten zien dat hij niet alleen staat.

Wil je dit artikel verder lezen?

Sluit een abonnement af op Filosofie Magazine voor slechts 4,99 per maand en krijg toegang tot dit artikel én de duizenden andere diepgaande filosofische artikelen. Luister nu ook alle nieuwe artikelen als audio.
Word abonnee en lees verder > Al abonnee? Log dan in en lees (of luister) verder.

Het is schrijnend dat een meisje om een nachtkijker vraagt in plaats van om een knuffel of pop. Maar haar gebaar is ook van een ontroerende schoonheid. Waarin zit die kracht van het geven? Wat beweegt Nederlandse donateurs om cadeaus te kopen voor kinderen aan de andere kant van Europa? Geven we omdat het ons een goed gevoel geeft? Is het liefdadigheid, overtuiging, solidariteit? Of is er iets anders aan de hand?

Verplicht en vrijwillig

‘Ons ideaal van geven is dat je er niets voor terug verwacht,’ zegt filosoof Mees van Hulzen, die zijn proefschrift schreef over de verhouding tussen solidariteit en geven. ‘Tegelijkertijd denken veel mensen dat we eigenlijk vooral geven om onszelf beter te voelen, niet uit belangeloze liefdadigheid.’ Volgens Van Hulzen heerst er in onze samenleving een hardnekkig geloof in de tegenstelling tussen egoïsme en altruïsme. ‘We leven in een individualistische cultuur, waarin eigenbelang vaak wordt gezien als het domein van de markt, van het openbare leven dus, en geven als iets dat thuishoort in de privésfeer.’

Maar de Franse antropoloog Marcel Mauss (1872-1950) laat in zijn Essay over de gift (1924) zien dat geven in premoderne culturen een heel andere betekenis had. Van Hulzen: ‘Daar draaide het niet om de vraag of je geeft voor jezelf of voor de ander, maar om de relaties die door geven worden onderhouden. Mauss’ beroemdste voorbeeld is de potlatch, een gebruik onder inheemse volken van Noord-Amerika. Een potlatch is een grote ceremonie waarbij verschillende stammen elkaar geschenken geven. Dit geven is competitief: het doel is om meer te geven dan de andere stam – dat bepaalt de onderlinge hiërarchie. Mauss benadrukt dat dit geven tegelijk vrijwillig én verplicht is. Het is noch altruïstisch, noch egoïstisch.’

‘De premoderne schenkcultuur draait volgens Mauss om drie dingen die met elkaar samenhangen,’ vervolgt Van Hulzen. ‘De kracht van het ding dat wordt gegeven, de verbinding die ontvanger en gever aangaan en als derde de gedeelde wereld waarin het geven plaatsvindt. Die bredere wereld omvat de natuur, voorouders en goden. Daarom offerde je ook altijd een deel van de buit terug aan de natuur, als dank voor het voedsel dat je kreeg.’

Van Hulzen: ‘Voor veel volken hebben de dingen die als gift uitgewisseld worden hun eigen kracht, die de ontvanger verplicht om ook terug te geven. Dit klinkt magisch, maar bij erfstukken zien we iets vergelijkbaars: je krijgt iets, maar je kunt er niet vrij over beschikken. Je moet het zelf weer doorgeven aan de volgende generatie. Het erfstuk hoort bij je familieverhaal.’

Dingen hebben dus een verbindende kracht, zegt Van Hulzen. ‘Dat helpt ook om het begrip “solidariteit” te begrijpen. In onze maatschappij hebben we allerlei publieke dingen – verenigingen, instituties en stichtingen – die een soort tussenruimte vormen tussen individuele economische belangen en altruïstische liefdadigheid. Zelf zit ik in het bestuur van de PvdA in Amsterdam. Zo’n politieke partij heeft symbolen, liederen, een cultuur. Je wordt erin ontvangen, je zet je in en je geeft het door aan de volgende generatie.’

Verkleedpartijen

Solidariteit is niet louter rationeel, maar gaat ook om verbinding en emotie. ‘Protesten en demonstraties zijn daarom zo interessant,’ vervolgt Van Hulzen. ‘Mensen komen samen uit solidariteit voor een gedeelde zaak. Net als de ceremonies in premoderne culturen zijn er feestelijke onderdelen, zoals verkleedpartijen, dans en muziek. Er zit een mooi, open ideaal van solidariteit in. Solidariteit blijft niet beperkt tot “Ik ben solidair met jou, jij bent solidair naar mij”. Je bouwt samen aan een gedeelde wereld.’

Ook Negrutsa-Godska ziet dat geven verweven is met emotionele betrokkenheid. ‘Het raakt mensen om iets te kunnen doen,’ ziet ze. ‘Mensen die afhaken geven vaak alleen rationele overwegingen. Als ik vraag of ze een van onze initiatieven willen steunen, zeggen ze: ik heb mijn steentje al bijgedragen. Dan wordt geven het afvinken van een taakje.’

‘Geven is een waagstuk’

Mensen die bijdragen aan Netherlands for Ukraine voelen zich vaak zeer betrokken. De voornaamste focus van de organisatie is het naar Nederland halen van gewonde veteranen en burgers voor medische hulp die ze niet in Oekraïne kunnen krijgen. ‘Die mensen hebben veel vragen en hebben begeleiding nodig,’ vertelt Negrutsa-Godska. ‘Het was te veel voor mij alleen. Daarom hebben we de Guardian Angels-gemeenschap, een groep buddies die patiënten helpen, van het beantwoorden van simpele vragen tot een ritje naar het ziekenhuis. Sommige vrijwilligers zijn in eerste instantie huiverig. Hebben deze patiënten geen heftige trauma’s? Hoe ga ik communiceren tijdens de rit? Maar na een eerste rit zijn vrijwilligers vaak zeer positief. Ze leren de Oekraïeners kennen. Twee realiteiten ontmoeten elkaar en het resultaat is wederzijdse empathie.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Belpanel tijdens de Nationale Actiedag van Giro555 in Hilversum 2023 geven doneren
Belpanel tijdens de Nationale Actiedag van Giro555 in Hilversum, 2023. beeld ANP/Koen van Weel

Offer

‘Geven verwijst niet alleen naar geschenken en donaties, maar ook naar gebaren die je kunt maken,’ benadrukt Victor Kal, voormalig hoofddocent wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Zo’n gebaar kan erg eenvoudig zijn: je betaalt iets voor iemand of je geeft iemand voorrang in het verkeer. Jezelf aan iemand geven is ook een gebaar. Dat is wel fundamenteler. Als je iemand ontmoet, heb je de keuze: vertrouw je je aan iemand toe of stel je je wantrouwend op? Je openstellen is een gok, je weet niet hoe een ander zal reageren. Ook op dit punt heb je vrijgevigen en vrekken: de een geeft zichzelf gemakkelijker dan de ander.’

Als we terugkeren naar het meisje die een nachtkijker en vlag wilde: is haar gebaar zo ontroerend omdat zij haar eigenbelang onzelfzuchtig opoffert voor haar vader? ‘Bij het ideaal van onzelfzuchtigheid mis ik altijd iets: de intimiteit tussen mensen,’ zegt Kal. ‘De Franse fenomenoloog Emmanuel Levinas gelooft erg in altruïsme. Geven betekent voor Levinas: jezelf volledig opofferen voor een ander, waarbij je niets terug mag verwachten. Maar dan verdwijn je zelf helemaal en is er geen relatie meer.’

Geïnspireerd door de Deense filosoof Søren Kierkegaard (1813-1855) begrijpt Kal geven niet als opofferen, maar als offeren. ‘Opofferen en offeren zijn twee heel andere dingen. Opofferen heeft het karakter van volledige passiviteit. De ander is alles en jij bent niets meer. Maar offeren gaat om intimiteit: je offert iets wat voor jou belangrijk is. Daarmee vertrouw je dit aan iemand toe. Je kunt denken aan het traditionele oogstoffer, maar het zit ook al in je openstellen voor een onbekende. Ik denk bijvoorbeeld ook aan een vader die zijn onhandelbare zoon toevertrouwt aan een oom. In de hoop dat zijn zoon er beter van wordt, geeft hij de zaak uit handen. Je kunt de oom niet gaan vertellen hoe hij het aan moet pakken. Geven is een waagstuk.’

Dat is ook hoe Negrutsa-Godska haar inzet voor Oekraïne begrijpt. ‘Toen de oorlog uitbrak heb ik alles uit handen laten vallen. Dat was geen rationele beslissing, ik volgde mijn instinct.’ Soms weet je gewoon wat je te doen staat, beaamt Kal. ‘Je wordt dan gegrepen door een noodzakelijkheid die je zelf wil. Dat zijn de mooiste momenten van geven.’

Machteloos

‘Ik kan soms verschrikkelijk boos worden om de politieke situatie in de wereld,’ biecht Kal op. ‘Het helpt dan om even flink te geven: geld aan een goed doel, of spullen aan iemand in nood. In woede verlies je jezelf en door te geven ben je weer iemand. Je doet iets in de wereld.’ Negrutsa-Godska ziet iets vergelijkbaars. ‘Mensen voelen zich boos en machteloos en willen dan graag iets doen. Je inzetten voor anderen verzacht dat gevoel van onmacht.’

‘Je inzetten voor anderen verzacht je gevoel van onmacht’

En als mensen willen helpen, wat is er dan nu nodig? Negrutsa-Godska: ‘We kunnen altijd extra vrijwilligers gebruiken. Denk daarnaast aan kaarsen, heating pads en powerbanks. En misschien staat er nog een ongebruikte stroomgenerator in je schuur. Wat in Nederland afval is, kan een schat zijn in oorlogstijd.’

Het meisje uit de Krim heeft uiteindelijk drie dingen gekregen: de nachtkijker, de getekende vlag én de speciale kinderrollator. ‘De vrijwilliger die onze website bijhoudt las het verhaal en was net zo ontroerd als ik. Hij heeft een grote familie en schreef in de groepschat: wij moeten dit regelen.’

Loginmenu afsluiten