Halverwege het interview wijst filosoof Jos de Mul door het raam van zijn studeerkamer naar een merel, die ons vanuit zijn tuin nieuwsgierig aankijkt. ‘Die zit op me te wachten. Hij weet dat hij van mij altijd een klokhuis krijgt, dus is helemaal niet bang.’
Deze relatie tussen filosoof en vogeltje zou een bioloog ‘symbiose’ noemen: het samenleven van twee organismen, in dit geval van twee verschillende soorten. In zijn boek Welkom in het Symbioceen betoogt De Mul, emeritus hoogleraar wijsgerige antropologie aan de Erasmus Universiteit, dat symbiose een ondergewaardeerde maar essentiële rol speelt in de natuur, cultuur en zelfs de techniek.
‘Symbioceen’ is een neologisme voor een tijdperk van symbiose. De Mul heeft de term overgenomen van de Australische milieudenker Glenn Albrecht. ‘Al gebruik ik die wel op een andere manier,’ zegt De Mul. ‘Albrecht ziet het Symbioceen als een toekomstbeeld, een utopie. Ik stel daarentegen, in lijn met de Amerikaanse evolutiebioloog Lynn Margulis, dat het leven al vanaf het prilste begin symbiotisch is geweest. We leven al in het Symbioceen, we realiseren het ons alleen niet voldoende.’
Waardoor komt dat?
‘De hedendaagse biologie staat in het teken van het neodarwinisme. Volgens neodarwinisten wordt evolutie voortgedreven door voortdurende concurrentie en egoïsme: de strijd om te overleven. Hoewel concurrentie inderdaad een belangrijke rol speelt in de evolutie, blijft de rol van samenwerking hier onderbelicht. Als je vanuit symbiose denkt, merk je hele andere dingen op en wordt in feite de hele biologie op zijn kop gezet.’
Hoezo?
‘Wie denkt vanuit symbiose ziet dat je niet zomaar onderscheid kunt maken tussen verschillende soorten, zoals Linnaeus dat bijvoorbeeld doet in zijn beroemde taxonomie. Neem korstmossen: die vormen geen aparte soort, maar zijn een symbiose tussen een schimmel en een groenwier, die samen dusdanig zijn geëvolueerd dat ze niet meer onafhankelijk van elkaar kunnen bestaan. Er is dus sprake van één organisme dat uit twee verschillende soorten bestaat. Ook de mens bestaat uit verschillende genetische lijnen. Zonder de bacteriën in onze darmen kunnen wij ons voedsel niet verteren – om te overleven zijn we afhankelijk van die samenwerking.
We leven niet alleen samen met andere levensvormen, maar ook met technieken. De Duitse filosoof Helmuth Plessner zegt daarom dat de mens “kunstmatig van nature” is. De mens wordt gedefinieerd door wat hij niet is, wat extern aan hem is: zijn technieken. Als een paleontoloog in mijn gazon botten vindt en wil weten of het een mensachtige betreft, zou het vinden van werktuigen een belangrijke aanwijzing zijn dat we met mensachtigen te maken hebben. Het maken van werktuigen om technisch te handelen, van vuistbijl tot computer, zit in de menselijke natuur.’
Maar onze relatie met techniek is toch geen symbiose?
‘Het idee achter symbiose is dat je twee entiteiten hebt die samen meer zijn dan de afzonderlijke delen. Hoewel er in het geval van techniek geen sprake is van samen leven, transformeren technische artefacten ons gedrag en onze levensvorm op fundamentele wijze. Ik sluit me daarin aan bij de Franse denker Bruno Latour, die zegt dat ook levenloze dingen een bepaald niveau van handelingsvermogen hebben.
Denk aan de wetenschap: zonder microscoop had Antoni van Leeuwenhoek geen spermatoïden kunnen ontdekken en had de geneeskunde er heel anders uitgezien. Kun je dan zeggen dat die microscoop maar een passief object is? Nee, er is sprake van een samenspel. Natuurlijk ga je met een microscoop anders om dan met een levend wezen, maar onze symbiose met onze darmbacteriën is ook niet hetzelfde als die met ons huisdier. Dat er onderscheid gemaakt moet worden, betekent nog niet dat er geen sprake is van symbiose.’
Even tussendoor… Meer lezen over mens en natuur? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Waarom is het belangrijk om symbiotisch te denken?
‘Niet alleen de scheidslijnen tussen soorten, maar ook de lijnen tussen wetenschappen zijn veel vager dan gedacht. Tegelijk met de opkomst van het neodarwinisme zag je een soortgelijke ontwikkeling in de economie. Het neoliberalisme draagt een heel individualistisch mensbeeld uit, waarin iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen leven. Of, als je het lelijker wil zeggen: waarin iedereen het zelf maar moet uitzoeken en waarin afhankelijkheid als zwakte wordt gezien. Die focus op concurrentie en individualisme is nauw betrokken op het neodarwinistische beeld van leven.
Mijn boek is daarmee ook een politiek boek. Ik betoog dat het geen afwijking is om voor samenwerking en solidariteit te strijden; integendeel, dat samenspel is juist wat evolutionaire innovaties altijd mogelijk heeft gemaakt. Natuurlijk speelt concurrentie ook een rol, maar dat is maar een van de vele vormen waarin het samenleven van organismen onderling en van organismen en artefacten gestalte krijgt.’
Welkom in het Symbioceen. Over de verstrengeling van natuur, cultuur en techniek
Jos de Mul
Boom
320 blz.
€ 29,90