Home Socratesbeker Filosoof en psycholoog Lieke Asma: ‘We hebben vooroordelen nodig om te functioneren’
Socratesbeker

Filosoof en psycholoog Lieke Asma: ‘We hebben vooroordelen nodig om te functioneren’

Door Anne-Sophie van Berkestijn op 8 april 2025

Filosoof en psycholoog Lieke Asma
beeld Kalle Singer
Het debat over vooroordelen is te veel gericht op onze binnenwereld, vindt Lieke Asma. ‘Vooroordelen worden pas problematisch wanneer we anderen onrechtvaardig behandelen.’

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

‘Om rechtvaardig te zijn tegenover anderen, moet men eerlijk zijn tegenover zichzelf,’ schreef de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau in Overpeinzingen van een eenzame wandelaar. Maar wat als je ervan overtuigd bent dat je een situatie eerlijk beoordeelt, terwijl je ongemerkt toch discrimineert? Helaas gebeurt dat meer dan ons lief is, weet filosoof en psycholoog Lieke Asma. ‘Op basis van gender, huidskleur, geloofsovertuiging en lichaamsgewicht kunnen we mensen onrechtvaardig behandelen zonder het te willen en zelfs zonder het op te merken.’

In haar boek Blinde vlekken. Hoe impliciete vooroordelen je (mis)leiden onderzoekt Asma hoe dat kan. ‘Al onze handelingen zijn gebouwd op impliciete vooroordelen. We hebben ze nodig om te functioneren. Eerdere ervaringen en overtuigingen vormen de vuistregels waarmee we dingen categoriseren. In een oogopslag neem ik een auto waar, zonder eerst te hoeven beredeneren dat vier wielen, een ombouw met ramen en een stuur samen een auto vormen. Over mensen doen we ook constant aannames die ons helpen met elkaar om te gaan. Dat je op de stoep automatisch aan de kant gaat voor een vrouw in een rolstoel, komt voort uit het neutrale vooroordeel dat jij eenvoudiger kan uitwijken. Daar is niets mis mee.’

Waar gaan we dan de mist in met onze vooroordelen?
‘We associëren eigenschappen met bepaalde groepen en op basis daarvan verwachten we gedrag van sommige mensen dat we niet van andere verwachten. De vraag is: wanneer is dat eerlijk? Het gaat erom hoe je informatie over een groep gebruikt. Neem bijvoorbeeld de statistiek dat vrouwen minder vaak technische studies doen dan mannen. Pas wanneer je vrouwen daardoor onbewust anders behandelt op kantoor, gebruik je dat feit om een schadelijk stereotype te bevestigen.’

Hoe kan het dat we dat vaak niet doorhebben?
‘Onze waarneming is doordrongen van onze doelen, concepten en overtuigingen. In een bekend onderzoek krijgen mensen de opdracht te tellen hoe vaak twee groepen op een scherm een bal overgooien. Steevast ontgaat het de proefpersonen dat halverwege een gorilla op de borst roffelend ten tonele treedt. Je waarneming is altijd gekleurd door de doelen die je hebt en je eerdere ervaringen.

Daarnaast geven we achteraf betekenis aan handelingen. Hoe ambiguer een situatie is, hoe meer ruimte we hebben om onze reactie achteraf recht te breien in overeenstemming met ons zelfbeeld. Je hebt de indruk dat je een kandidaat hebt afgewezen vanwege zijn competenties en niet door zijn gender of huidskleur.’

En we doen dat dus onbewust. Is dat gedeelte van ons denken niet per definitie onzichtbaar?
‘In de psychologie worden impliciete vooroordelen vaak gezien in termen van wat ik het ijsbergmodel noem. Er heerst het dualistische idee dat we twee soorten processen in onze geest hebben: de bewuste – het zichtbare ijsbergtopje – en de onbewuste processen die zich onder water bevinden. Dat we op de automatische piloot onbewust discrimineren zouden we niet doorhebben, omdat die processen ontoegankelijk zijn. Maar het ijsbergmodel verklaart niet hoe het kan dat ik me soms van automatische handelingen bewust ben, zoals naar de winkel lopen, en ik me omgekeerd bij reflectieve processen soms totaal onbewust ben van de factoren die ik laat meewegen, zoals gender bij het beoordelen van een cv.’

Hoe moeten we impliciete vooroordelen dan begrijpen?
‘Als je nadenkt over de vraag hoe beslissingen tot stand komen, wordt zichtbaar waarom het ijsbergmodel niet werkt. Een besluit is geen dialoog tussen de bewuste en onbewuste processen in je hoofd, maar tussen jou en de wereld. Als je onbewust discrimineert heb je niet goed door wat de relatie is tussen jouw oordeel en de persoon tegenover je.

Het debat over impliciete vooroordelen is te veel gericht op onze binnenwereld. Het is geen psychologisch, maar een moreel vraagstuk. Impliciete vooroordelen worden pas problematisch wanneer we anderen erdoor onrechtvaardig behandelen. Daarom kunnen we ons beter naar buiten keren en ons afvragen: hoe zijn wij in de wereld?’

Die benadering is gericht op discriminerende neigingen van individuen, maar we weten dat er ook structurele, maatschappelijke vormen van discriminatie zijn. Maken die ons als individu niet machteloos?
‘Zo’n dualistisch perspectief op het individuele versus het structurele geeft een vertekend beeld. Individuen creëren de systemen en andersom vormen structuren individuele keuzes. Dat zijn geen tegengestelde krachten die los van elkaar opereren, maar het is een wisselwerking. Individuen zullen institutionele verandering in gang moeten zetten, wat er weer voor kan zorgen dat mensen veranderen.

Even tussendoor… Meer lezen over filosofie en de psyche? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Als je actief naar feedback zoekt, kun je je eigen blinde vlekken ontdekken. Mensen zouden wat meer moeten twijfelen aan hun oordelen en besluiten. Naast wie zit je meestal in de trein? Welke films kijk je? Na het bekijken van één cv is het moeilijk te bepalen of je oordeel gekleurd was door een impliciet vooroordeel, maar als je vaker kandidaten werft kun je patronen ontdekken. Rousseau had dus een punt: om rechtvaardig te zijn, moet je eerlijk zijn tegenover jezelf.’

Blinde vlekken, Lieke Asma - Paperback - 9789024453085