Filosofieles is hip, ziet filosoof Eva-Anne Le Coultre. In de Randstad dan – daar beconcurreren scholen elkaar ermee. Maar in Groningen daalt het aantal scholen dat filosofieles aanbiedt. ‘Groningen is een krimpgebied waar veel scholen moeten vechten om overeind te blijven. En dan vliegt filosofieles – als het al aangeboden werd – er vaak als eerste uit’, zegt Le Coultre. ‘Dat is zonde, omdat filosofieonderwijs bijdraagt aan het oordeelsvermogen van leerlingen. Het helpt hen om te bepalen hoe ze later willen leven, met wie ze willen leven, op wie ze moeten stemmen.’
Le Coultre wil het tij keren en kreeg daarvoor twee ton toegezegd van het ‘Nationaal Programma Groningen’, een samenwerkingsverband van Rijk, provincie en gemeenten. Dat verdeelt onder de noemer ‘Toukomst’ 100 miljoen euro onder plannen die investeren in de toekomst van natuur, economie en onderwijs in de provincie. Het geld komt uit ‘de bevingsschadepot’ van meer dan een miljard euro waarmee de overheid de schade door gaswinning wil compenseren.
‘Groningen is een krimpgebied waar veel scholen moeten vechten om overeind te blijven en dan vliegt filosofieles er al gauw uit’
Filosofieonderwijs is onmisbaar omdat het bijdraagt aan het oordeelsvermogen van kinderen, stelt u. Hoe doet het dat?
‘Door te filosoferen leren we om te gaan met het ongewisse. Het leven confronteert ons met veel belangrijke vragen – wat ga ik studeren? Wil ik kinderen of niet? – waar geen goed of fout antwoord op is. Goed kunnen omgaan met zulke keuzes vergt een bepaalde openheid van denken. Filosofieonderwijs prikkelt kinderen met eveneens onbeantwoordbare vragen: Mag je liegen? Hoe weet ik dat ik besta? Hoe ziet een vlieg de wereld? Je weet nooit wat de uitkomst van zo’n discussie gaat zijn. Zo breekt filosofieonderwijs eigenlijk met alle routines van regulier onderwijs: nu is er eens géén docent die het juiste antwoord weet. Bovendien gaat filosofie niet alleen om het opdoen van kennis en vaardigheden, maar ook om het ontwikkelen van een filosofische houding: je wil dat kinderen zin krijgen om kritisch na te denken.
Kritisch denken is nogal een containerbegrip. Wat bedoelt u daar precies mee?
‘Vaak wordt gedacht dat een kritische denker vooral zijn eigen positie zo goed mogelijk weet te beargumenteren. Maar volgens mij gaat kritisch denken er juist om dat je je eigen vooronderstellingen en ideeën leert te bevrágen. En dat kan, zoals Hannah Arendt schrijft in haar boek Denken, alleen door in dialoog te gaan met anderen. Iemand met een andere mening kan je choqueren, je uit je comfort zone halen. En daarom is de school – waar idealiter kinderen van verschillende achtergronden samenkomen – de ideale plek om een kritische levenshouding te ontwikkelen.’
Even tussendoor… Meer lezen over wat je leert van filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Met uw project wilt u vooral investeren in filosofieonderwijs op het vmbo. Waarom is filosofie juist daar zo belangrijk?
‘Er lijkt in onze maatschappij een soort tweedeling te zijn tussen de ‘denkers’ – de havisten en vwo’ers – en de niet-denkers – de vmbo’ers. Het idee is dan vaak dat filosofie niet aan vmbo’ers besteed is. En dat terwijl ieder mens denkt en filosofische gedachten heeft! Je moet deze alleen nog zien te herkennen en ontwikkelen. Als vmbo-leerlingen ontdekken dat denken niet alleen voor de elite is, maar dat zij het ook kunnen, worden ze daar een stuk weerbaarder van. Dat is goed voor die kinderen zelf, maar ook voor de maatschappij, omdat je ze zo tot kritische, zelfdenkende mensen opleidt die weloverwogen keuzes kunnen maken.’
Er is de laatste jaren in de politiek veel aandacht geweest voor het belang van burgerschapslessen op het vmbo. Zijn de doelen van filosofie- en burgerschapsonderwijs niet hetzelfde?
‘Een groot aantal filosofische vaardigheden, zoals het open staan voor andere meningen en perspectieven, argumenteren en vooronderstellingen onderzoeken, komen voor een belangrijk deel overeen met doelen van burgerschapsvorming. Dat gebruik ik ook om scholen enthousiast te maken voor filosofie. Nu burgerschapsonderwijs wettelijk verplicht is weten veel scholen niet hoe ze daar vorm aan moeten geven, en filosofie kan daarbij helpen.
‘Er is in onze maatschappij nog te veel een tweedeling tussen denkers en niet-denkers. En dat terwijl ieder mens filosofische gedachtes heeft.’
Toch zijn er ook belangrijke verschillen. Ten eerste is het voornaamste doel van burgerschapsonderwijs het vormen van democratische burgers. Maar bij filosofie is het doel altijd open. Filosoferen over democratie betekent ook dat je er tegenin kan gaan, en kan zeggen: misschien is democratie niet de beste staatsvorm. Ten tweede gaat filosofie niet alleen over het belang van de maatschappij. Het gaat er ook om wat een individueel leven zinvol maakt.’
Soms lijkt het alsof we ons in tijden van crisis – of die nou veroorzaakt worden door aardbevingen of corona – meer richten op het behoud van het leven dan de invulling ervan.
‘Dat klopt. Het is natuurlijk essentieel dat we eten en drinken hebben, goede zorg, een dak boven ons hoofd. Maar naast de drang te overleven hebben wij mensen ook de primaire behoefte een leven te leiden dat zin heeft. En om te bepalen wat een zinvol leven is, is goed kunnen denken essentieel. Filosofieonderwijs kan kinderen daarbij helpen met vragen als: ‘heeft mijn leven een doel’? En: ‘wat voor werk vind ik betekenisvol’?
Socrates zei eens: “Het niet onderzochte leven is de moeite van het leven niet waard.” Ik denk dat dat waar is. Filosofie is geen luxe tijdsbesteding voor een elite die gaat studeren. Het is een voorwaarde voor een goed leven.’