‘Ik volg mijn schrijfpenseel waarheen hij gaat.’ Zo kun je het Japanse begrip zuihitsu nog het beste vertalen. Kampioen van dit potpourri-achtige literaire genre is de mysterieuze Japanse hofdame Sei Shonagon (ca. 966-1017). Haar meesterwerk Het hoofdkussenboek begint met de regels: ‘In het voorjaar gaat er niets boven het ochtendgloren. Geleidelijk wordt het lichter, de bergkammen krijgen een zachtrode glans, purperen wolkenslierten glijden aan de hemel voorbij.’ Wat volgt is een onvergelijkelijke verzameling fragmenten, soms in de vorm van lijstjes, die met elkaar wedijveren om charme, humor en gevatheid. Vanwege haar krachtige stijl wordt de Japanse hofdame weleens de eerste blogger uit de geschiedenis genoemd.
Dat Shonagons werk nog altijd literaire auteurs en wijsgerige essayisten inspireert, bewijzen Rooksignalen van essayist MarÂian Donner en Dezelfde maan van schrijver en dichter Dorien Dijkhuis. Overigens doe ik beide auteurs direct tekort, want Donners filosofisch proza transformeert zich regelmatig tot zuiver literair vertellen, terwijl Dijkhuis’ vertelling opvallend veel filosofische reflectie en citaten van grote denkers bevat. Zo bewegen beiden zich vrij tussen de categorieën letterkunde en wijsbegeerte. Daarbij verwijst zowel Donner als Dijkhuis naar Shonagon als inspiratiebron.
Perfect plaatje
Donner, die internationale faam verwierf met haar Zelfverwoestingsboek (2019), vertelt dat ze Het hoofdkussenboek op haar twintigste las en dat de tekst haar altijd bijbleef, omdat ‘de wereld die eruit verrees zo radicaal anders was dan die waar ik zelf in leefde’. Donner ziet in Shonagon haar absolute tegenpool (‘zij maakt lijstjes, ik schrijf zelfs geen to-do-list’), maar laat zich wel inspireren door de fragmentarische stijl van het Japanse dagboek. In losjes met elkaar verbonden, columnachtige stukjes staat ze bijvoorbeeld stil bij het ongelukkige leven van jonge mensen die alleen aan het perfecte plaatje willen voldoen. Ze valt de Koreaans-Duitse filosoof Byung Chul Han bij: alle navelstaarderij leidt tot ‘een arme wereld, waarin het zelf doelloos rond zichzelf cirkelt’. Dankzij zulke overwegingen bevat Donners hoogstpersoonlijke ‘hoofdkussenboek’ een flinke dosis maatschappijkritiek, die even urgent als elegant wordt geformuleerd.
Op zijn eigen manier vormt iedereen een afwijking
De titel van Dijkhuis’ zuihitsu-boek, Dezelfde maan, roept in de eerste plaats associaties met Japanse liefdeslyriek op. Geliefden die elkaar ’s nachts missen, putten troost uit de gedachte dat ze naar dezelfde maan kijken. De ‘ik’ uit Dijkhuis’ vertelling krijgt van haar opa de raad om naar het hemellichaam te kijken. Veel fragmenten van het boek, die soms maar uit één zin bestaan, verwoorden de rouw om een verbroken liefdesrelatie. In een puntgave stijl vertelt Dijkhuis op bij vlagen zeer rauwe wijze over de vrouwelijke ‘ik’ met een kinderwens en haar depressieve partner, die juist geen kinderen wil uit angst dat hij ze zal beschadigen. De geliefden houden van elkaar, maar kunnen elkaar niet redden. Je zou kunnen zeggen dat ze na hun breuk alleen nog eenzaam naar dezelfde maan kunnen kijken. Daarnaast maakt Dijkhuis ook lijstjes, net als haar Japanse inspiratiebron: ‘Woorden die alleen in het Nederlands bestaan (2):/ Tegenligger/ Luchtkasteel/ Kinderwens’.
Lichtheid
Bij zowel Donner als Dijkhuis resulteert het aan Shonagons ontleende principe ‘Ik volg mijn pen waarheen hij gaat’ in diepgaand en subtiel proza. Bij Donner zet de fragmentvorm onverbiddelijk aan tot eigen denkwerk. Haar fragmenten getuigen dan ook van een ontwapenende bescheidenheid; ze stelt grote problemen rondom zingeving en het milieu aan de orde, maar pretendeert nergens de ultieme oplossing te hebben. Bovendien breekt ze voortdurend een lans voor iedereen die gemarginaliseerd en beschimpt wordt, bijvoorbeeld de morbide obese Amerikaanse schrijfster Roxane Gay: ‘Want niemand is eenduidig en niemand is te reduceren tot zijn strijd. Op zijn eigen, hoogst individuele manier vormt iedereen een afwijking.’
Dijkhuis balanceert de fragmenten over liefdespijn en de gefnuikte kinderwens op subtiele wijze uit met tekstjes over het dierenrijk. Hier blijkt een heel scala aan voortplantingsmogelijkheden te zijn die zich onttrekken aan het mannetjes-vrouwtjesparadigma. Ook zijn er genoeg dieren waarbij de vader en de moeder niet samen voor jongen zorgen. Deze bespiegelingen troosten de verteller niet direct, maar plaatsen haar problematiek in een ruimer perspectief. Een fijnzinnige lichtstraal in de psychische duisternis toont zich eveneens in het slotfragment van Dezelfde maan, waarin de ‘ik’ haar schrijfeiland verlaat en weer aan wal gaat.
Met hun hoofdkussenboeken zorgen Donner en Dijkhuis voor lichtheid en openheid in ernstige maatschappelijke en persoonlijke thema’s. Een eigenschap die Sei Shonagon, zo stel ik mij voor, graag in een waarderend lijstje had opgenomen.
Dezelfde maan
Dorien Dijkhuis
Van Oorschot
128 blz.
€ 20,-
Rooksignalen. Een hoofdkussenboek
Marian Donner
Das Mag
248 blz.
€ 23,99