Home De eeuwige terugkeer van hetzelfde

De eeuwige terugkeer van hetzelfde

Door Jan Sietsma op 29 januari 2013

06-2002 Filosofie magazine Lees het magazine

“Het nieuwe zwaargewicht: de eeuwige wederkeer van het gelijke”, dat lezen we bij Nietzsche in een nagelaten aantekening uit augustus 1881.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ongeveer een jaar later treffen we in De vrolijke wetenschap het volgende aan: “Het grootste gewicht. – Als jou nu eens, op een dag of een nacht, een demon achterna sloop tot in je eenzaamste eenzaamheid en tegen je zei: ‘Dit leven, zoals je het thans leeft en geleefd hebt, zul je nog eens en nog ontelbare malen moeten leven (…) De eeuwige zandloper van het bestaan wordt telkens weer omgedraaid – en jij ook, stofje van het stof’ – Zou je je niet plat ter aarde werpen en tandenknarsend de demon vervloeken die zo praatte?”

Aan het einde van zijn geestelijk leven, schrijft Nietzsche hierover in Ecce Homo dat de eeuwige wederkeer van het gelijke zowel de conceptie als de grondgedachte van Also sprach Zarathustra is. Het is voor hem “de hoogste formule van de levensbeaming die denkbaar is.” Terwijl Nietzsche aanvankelijk nog speelde met de gedachte zijn idee natuurwetenschappelijk te verifiëren, kreeg het al snel de status van een soort gedachte-experiment: Leef jij je leven zo, dat je het tot in het oneindige nog een keer kunt leven? Bij Nietzsche zijn drie mogelijke reacties te vinden op de deze vraag. Je kunt uit onverschilligheid je neus ervoor ophalen, of het idee kan je doen walgen, maar deze reacties zijn voor hem niet gewenst. Dat zou alleen ‘de laatste mens’ doen (de individualistische, genotzuchtige en onverschillige quasi-democraat). De passende reactie is er één van amor fati (liefde voor het lot), van ja-zeggen tegen het leven is. Dát is Nietzsches ideaal. De inlijving van deze gedachte lijkt misschien eenvoudiger dan het lijkt. Wat Nietzsche betreft waren er tot dan toe twee mensen geweest die de gedachte hadden kunnen krijgen: Spinoza en (heel misschien) Plato… Leef jij je leven zo, dat je het tot in het oneindige nog een keer kunt leven?