OncoMouse is een raar beestje. Het is het eerste transgene dier dat door de onderzoeksindustrie als originele uitvinding is gepatenteerd. Zijn biotoop is het laboratorium. Kenmerkend is dat hij spontaan aan borstkanker verwante tumoren ontwikkelt. Onderzoekers kunnen het beestje kopen voor hun experimenten. Handig, want laboratoriummuizen zijn altijd voorradig.
OncoMouse is op de wereld gezet om vrouwen te redden. Tien procent van alle vrouwen krijgt borstkanker. Als het onderzoek met behulp van deze kankermuizen succes heeft, zullen vrouwen hem nog dankbaar zijn, zo was de gedachte. Dat was iets te snel gedacht. OncoMouse, ontwikkeld in 1988, bleek al snel een onbetrouwbaar onderzoeksinstrument omdat zij te veel oncontroleerbare tumoren kreeg.
Inmiddels zijn er veel meer transgene dieren ontwikkeld. Toch blijft OncoMouse voor Donna Haraway prototypisch voor razendsnelle veranderingen in ideeën over wat eigendom is en wat geldt als een natuurlijke soort. Bovendien vraagt ze zich af wat mensen eigenlijk zijn als hun leven zo is verweven met dieren en machines.
Om over deze vragen na te denken, heeft Haraway een reeks zogeheten ‘kritisch-theoretische figuraties’ ontwikkeld. Ze vormen een kleurrijke menagerie, met onder meer deze kankermuizen, maar ook cyborgs, vampieren en primaten. Haraway gebruikt deze figuren om ons huidige tijdsgewricht te onderzoeken: hoe kunnen we verhalen vertellen over onze tijd, die zich zó snel ontwikkelt dat OncoMouse alweer passé is?
Haar bekendste figuratie is de cyborg, bekend van het in het Nederlands vertaalde ‘Manifest voor cyborgs’. Haraway schreef dit essay begin jaren tachtig, toen personal computers, e-mail en internet nog in de kinderschoenen stonden. Ze was haar tijd ver vooruit in het beschrijven van fenomenen die de gemiddelde burger pas nu zal kunnen herkennen.
Even tussendoor… Meer lezen over Donna Haraway en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Neem haar stellingen dat mensen niet langer beschikken over authentieke menselijke ervaringen, omdat ons bewustzijn daarvoor te sterk is veranderd. Dat komt ondermeer door de introductie van communicatiemachines: lichte schone machines die in staat zijn informatie te verzenden met de snelheid van het licht. Plaats, tijd en identiteit staan door uitvindingen als internet en e-mail niet meer vast. Hetzelfde geldt voor concepten als mens, dier, nationaliteit, sekse of natuurlijke soort. Nieuwe fusies tussen mensen, dieren en machines hebben deze begrippen onwerkbaar gemaakt.
Haraway publiceert teksten waar een doorsnee Nederlands academicus zich niet aan zou wagen. Ze verbindt bijvoorbeeld een sciencefiction-verhaal met een geschiedenis van het denken over auto-immuunsystemen of een kritiek op het transnationale kapitalisme van na de Koude Oorlog. Het maakt haar oeuvre moeilijk: een lezer moet in vele disciplines thuis zijn om al haar verwijzingen te kunnen volgen.
In haar publieke optredens is Haraway veel transparanter. Ze is grappig, ironisch, snel, en in voortdurende dialoog met haar publiek. Even sprankelend is ze in How Like a Leaf, een gebundelde verzameling gesprekken tussen Haraway en haar voormalige student Thyrza Nichols Goodeve.
Die dialogen leveren soms nieuwe inzichten op. Zo legt Haraway zelf het verband tussen haar theorieën en haar katholieke afkomst – hoewel ze beslist niet meer gelovig is. Voorbeeld: brood en wijn zijn voor katholieken werkelijkheid en metafoor tegelijk. Dat geldt ook voor Haraways figuraties als de cyborg; ze bestaan echt, maar ze zijn ook mysterieuze metaforen die je voortdurend moet bestuderen. Een verschil met het katholicisme is er gelukkig ook: religieuze studies beloven waarheid en helderheid, Haraway toont plezier in het zaaien van verwarring en het doorbreken van grenzen.
Voor de echte Haraway-fans is How Like a Leaf onmisbaar, ook al vanwege de uitbundige beschrijving van Haraways privé-leven. De inrichting van haar huis, het beroep van haar geliefde, de homoseksualiteit van haar ex, de jeugd van diens geliefde, hun beider sterven aan aids, et cetera. Ook trivia zijn met de nodige achting genoteerd. Je kunt theoretische redenen aandragen voor deze openbaringen (in de trant van: theorie kun je niet los zien van de plaats en tijd waarin deze is geformuleerd), maar het blijft ongemakkelijk, zo’n fusie tussen persoonlijke informatie en theoretische inzichten. Wellicht heeft het iets te maken met linkse, Californische klimaat waarin Haraway al zo’n dertig jaar opereert? ‘How Like a Leaf’ laat zich soms lezen als een hagiografie, ook al omdat de interviewer haar gesprekspartner zelden kritisch ondervraagt. Maar lekker lezen is het wel.
How Like a Leaf. An Interview with Donna J. Haraway
Thyrza Goodeve
Routledge
208 blz.
€ 49,95