Ga je voor je carrière of zorg je voor een ziek familielid? Ga je samenwonen met je partner of behoud je liever je zelfstandigheid op je eigen stekkie? Kies je voor de goedbetaalde baan of voor het werk met een mager salaris dat je eigenlijk leuker vindt? Het leven plaatst ons constant voor keuzes die grote consequenties hebben voor de rest van ons leven. Hoe weet je wat de juiste beslissing is? De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) biedt ons daarvoor de test van de eeuwige wederkeer: stel je voor dat je precies dit leven dat je leidt oneindig vaak opnieuw zou moeten beleven. Welke keuzes zou je dan maken?
Leren houden van het lijden
Het leven is lijden, dus kunnen we er ons er beter van afkeren, dacht Nietzsches inspirator Arthur Schopenhauer (1788-1860). Nietzsche was het daar niet mee eens: het leven bestaat inderdaad voor een groot deel uit ellende, maar toch moet je het omarmen. Want zonder de ellende kun je ook het hoogste geluk niet ervaren. Daarom pleit Nietzsche voor amor fati, de liefde voor het lot, en bedacht hij de test van de eeuwige wederkeer. Pas als je kunt willen dat je leven zich oneindig herhaalt, inclusief de pijn én het geluk, kun je echt van je leven houden.
Fragment uit De vrolijke wetenschap
‘Stel je voor dat op een dag of nacht (….) een demon je achterna sloop en tegen je zei: “Dit leven, zoals je het nu leeft en hebt geleefd, zul je nog een keer en nog ontelbare keren moeten leven; en er zal niets nieuws aan zijn, maar elke pijn en elk plezier en elke gedachte en verzuchting en al het onnoemelijk kleine en grote uit je leven moet terugkeren, en alles in dezelfde reeks en volgorde (…).” Hoeveel zou je van jezelf en het leven moeten houden om naar niets méér te verlangen dan naar deze definitieve, eeuwige bevestiging en bezegeling?’

Uit: De vrolijke wetenschap, Friedrich Nietzsche, vert. Hans Driessen, Uitgeverij Vantilt, 2018.