‘Wie verzint nu zoiets, denkt Alice. In het kort: ik weet niet echt waar ik ben of waar ik heen ga. In dit land wonen mensen uit allerlei tijden en werelddelen, en ik moet zelf maar uitzoeken welke ideeën waar zijn of bij me passen, al heb ik geen flauw idee hoe ik dat moet doen. En wie gaan me hierbij helpen? Die twee, een stelletje vreemde… “Muizen,” zegt de Slimme Muis.’ Is dit een citaat uit Lewis Carrolls Alice in Wonderland? Bijna. Deze woorden komen uit Alice in Verwonderland van de Franse filosoof en Le Monde-columnist Roger-Pol Droit. Zoals de titel al aangeeft, vormt dit boek een bewerking van Carrolls meesterwerk, alleen dan in een filosofische setting. Omdat Droits werk een speelse introductie tot de wijsbegeerte vormt voor een jonger publiek, staat het expliciet in de traditie van het wereldberoemde De wereld van Sofie (1991) van Jostein Gaarder. Wie in het schrijven van lichtvoetig filosofische proza voor jongvolwassenen wil excelleren, moet echter over goede kaarten beschikken. De vraag is of dat opgaat voor Droit.
Om te beginnen is Droits Alice het soort adolescent dat vooral geobsedeerd is door het vinden van de ultieme filosofie-quote zodat ze deze op haar huid kan laten tatoeëren. Ze lijkt de typische verveelde puber. Tijdens de tocht door de in haar achtertuin gelegen tunnel naar ‘Verwonderland’ maakt zij zich vooral zorgen om het ontbreken van wifi. Uit verveling neemt ze tijdens de vrije val door de tunnel allerlei poses aan. Verder breekt ze zich in het dagelijks leven het hoofd over ‘hoe je moet leven’ in de klimaatcrisis. Dit alles is herkenbaar, al te herkenbaar. Het wil niet echt leuk worden.
Waterbuffel
Een pluspunt ten opzichte van andere filosofische jeugdboeken zoals De wereld van Sofie is dat Droit een serieuze poging onderneemt tot het verrijken van de canon. Dat wil zeggen: in een hoofdstuk waar Alice ‘het Chinese gedeelte van Verwonderland’ betreedt, komt ze Confucius en Lao Zi tegen. Deze pagina’s zouden een even ludieke als lucide inleiding tot deze inheemse hoofdaders van het Chinese denken kunnen opleveren, maar dan moet je de denkbeelden van de meesters wel loepzuiver weergeven.
Droit voert Lao Zi op als een drankzuchtig, morsig mannetje
Droit laat Confucius echter vooral preken over ‘de Hemel’: ‘De Hemel drukt zichzelf niet uit. Kijk wanneer u buiten bent maar eens omhoog. Dan ziet u het zelf: de Hemel zegt niets. Bestudeer de Hemel zorgvuldig: die geeft geen enkele blijk van een bedoeling of een wil. Er zit geen plan achter. Toch bepaalt de Hemel alles.’ Deze passage is om een aantal redenen problematisch. Het lijkt erop dat de Confucius-figuur ‘de Hemel’ gelijkstelt aan de lucht, terwijl deze term eerder vergelijkbaar is met het westerse begrip ‘heelal’. Dat de Hemel geen bedoeling heeft, komt wel erg dicht bij het non-conformistische taoïsme in de buurt; veel modernere confucianisten zien de hemel wel degelijk als bron van de menselijke moraal. En dat ‘de Hemel alles bepaalt’ maakt van het confucianisme dan weer een soort determinisme. Grootste bezwaar is echter dat je Confucius’ denken nog het beste als seculier kunt beschouwen; hij spreekt liever helemaal niet over ‘de Hemel’.
Vervolgens komt Alice Lao Zi tegen, de grootmeester van het taoïsme, die op een os rijdt. Volgens de traditie rijdt de Oude Meester echter op een waterbuffel. Deze slordigheid wekt prompt irritatie op. De os is namelijk een centrale metafoor binnen het zenboeddhisme, terwijl de waterbuffel met het fluïde element en dus met de taoïstische ‘kracht van het zachte’ is verbonden. Als de Lao Zi-figuur Alice vertelt dat de natuur ‘niets doet’, terwijl haar reisgenoot de kangoeroe in een gesprek daarna de term ‘niet-doen’ laat vallen is de verwarring compleet. Ook de manier waarop Droit ‘Lao Zi’ opvoert als een drankzuchtig, morsig mannetje dat ‘misschien wel briljant is’ houdt het midden tussen een cliché en het niet serieus nemen van een anders-dan-westerse cultuur.
Lao Zi, de geheimzinnige taoïst
Na zulke ‘gedegen inleidingen’ smelt je nieuwsgierige verwondering over het verdere verloop van het verhaal als sneeuw voor de zon. De grote vraag die na Alice’ bezoek aan Verwonderland blijft liggen, luidt: welke levensles moet ik op mijn lijf laten tatoeëren? Het antwoord: geen enkele! Waarom: ‘Omdat één levensles nooit kan volstaan. Het leven onttrekt zich voortdurend aan zulke wijsheden.’ Is daar nu een vierhonderd pagina’s lange tocht door Verwonderland voor nodig?
Alice in Verwonderland. Een droomreis door de filosofie
Roger-Pol Droit
Ten Have
416 blz.
€ 23,99


