Home Leiderschap Zeven adviezen aan koning Willem-Alexander
Leiderschap

Zeven adviezen aan koning Willem-Alexander

Door Ivana Ivkovic op 27 maart 2013

koning koningschap kaart kaarten
beeld Joost Stokhof
Cover van 04-2013
04-2013 Filosofie magazine Lees het magazine
Erasmus en Machiavelli schreven ‘Vorstenspiegels’, handboeken met tips en adviezen voor koningen. Wat kan Willem-Alexander van die filosofen leren?

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

1. Verandering

Is het koningshuis nog wel van deze tijd? Moet Willem-Alexander de monarchie vernieuwen? Het advies van zowel Erasmus als Machiavelli: verander zo min mogelijk. Zelfs wanneer vernieuwing een verbetering is, zegt Erasmus, is een nieuwe situatie op zichzelf een bron van onrust en daarom iets om te vermijden. Laat gewoon alles wat tolerabel is met rust. Machiavelli: elke verandering roept om een volgende. Wees dus gewaarschuwd. De basis van de macht van een erfelijk vorst ligt in de gewoonte, in de patronen die ingesleten zijn. Wie zijn macht heeft geërfd, hoeft alleen maar die orde in acht te nemen en slechts bij te sturen naar omstandigheden. Iemand die over een normale energie beschikt, moet zich dan in zijn positie kunnen handhaven, voegt Machiavelli daar nog aan toe.

2. Adviseurs

Er zijn vele zaken die de vorst kunnen afleiden van zijn taak, waarschuwt Erasmus: te veel goed geluk, overvloedige materiële rijkdom, extravagante pleziertjes, vrijheid om te doen wat hij wil, het reilen en zeilen van menselijke aangelegenheden, maar (bovenal) vleierij vermomd als eerlijkheid en oprechtheid. Het spreekt voor zich dat mensen die de koning stroop om de mond smeren uiterst gevaarlijk voor hem zijn, aldus Erasmus, want een koning heeft realiteitszin nodig om te heersen. Machiavelli voegt eraan toe dat de vorst niet alleen verstandig zijn adviseurs moet kiezen, maar hun ook de vrijheid moet geven om de waarheid te kunnen spreken. Maar wanneer de vorst de adviezen heeft ingewonnen, moet hij zijn eigen plan trekken en niet weifelen. Dat is niet zo eenvoudig, erkent Machiavelli, want de adviezen die van verschillende mensen komen, zijn nooit eensluidend. Een heerser die zelf niet over een grote intelligentie beschikt, kan daarom niet goed geadviseerd worden, want hij kan die verschillende stemmen niet bij elkaar brengen.

3. Imago

Kon Willem-Alexander de hermelijnen mantel bij de kroning maar beter thuislaten? Wel als het aan Erasmus ligt. Hij geeft blijk van Hollandse nuchterheid wanneer hij adviseert dat bij zijn publieke vertoningen de vorst er goed aan doet om een zekere luister tentoon te spreiden, maar zonder uitbundigheid. Machiavelli is meer een voorstander van flink uitpakken: hij weet als geen ander dat imago meer is dan zomaar opsmuk. Neen, imago is de kern van macht, want iedereen ziet wat de vorst schijnt te zijn en maar weinigen weten wie hij is. De vorst kan zich daarom ook nooit permitteren om zijn gezicht te verliezen. Wat moet hij dan doen om in aanzien te stijgen? Niets verschaft meer aanzien, aldus Machiavelli, dan dat hij grote militaire acties onderneemt. Dat valt in deze tijd niet mee. Maar misschien kan het uniform wel wat vaker uit de kast worden getrokken. Het gaat immers niet om daden, maar om schijn. 

4. Haat

Het is veel beter om te worden gevreesd dan geliefd, leert Machiavelli. Mensen zijn ondankbaar en onbetrouwbaar, en de vorst kan zich maar beter niet te veel verlaten op hun gevoelens. Desalniettemin moet de vorst koste wat kost voorkomen dat hij wordt gehaat, aldus Machiavelli. Want wie het volk echt tegen zich in het harnas jaagt, zal snel ontdekken dat hij dan maar één man tegen velen is. Maar wie hieruit de conclusie trekt dat de vorst dan maar alle dingen moet laten die het volk onwelgevallig zijn, denkt niet in de geest van Machiavelli. Het gaat er immers niet om wat de vorst doet, maar om hoe het overkomt, om zijn reputatie. En zelfs Erasmus toont zich, als het om vermijden van haat gaat, van zijn meest opportunistische kant. Volgens hem moet de heerser die de haat van zijn onderdanen wil vermijden en hun goodwill wil bevorderen de taken die het volk veracht delegeren aan anderen, en zelf alleen dat doen wat goed valt. Gelukkig beslist de koning niet waarop moet worden bezuinigd – daar hebben we het kabinet voor.

5. Goedheid/deugden

Erasmus zet het zwaar aan: de heerser moet zijn karakter ombouwen tot een monument van deugd. Erasmus weet dat het een zware last is om een goed heerser te zijn, maar hij werpt tegen: het is een nog zwaardere last om een slechte te zijn. Het is vermoeiend om steeds te moeten veinzen en bedriegen. Kortom, deugdzaam zijn is gewoon de meest economische keuze. Machiavelli is het daarmee oneens. De vorst kan zich gewoon niet permitteren om altijd goed te zijn. Neen, de heerser moet weten slecht te zijn wanneer nodig, als de omstandigheden hem daartoe dwingen. Machiavelli ontkent niet dat dit immoreel is – en als het zou kunnen, zou het beter zijn als de vorst wel de deugd zelve zou zijn. Maar in zijn functie is deugd een gevaar, omdat andere mensen nu eenmaal niet deugdzaam zijn. Bovendien, het behoud van het koningschap is nog belangrijker dan moreel handelen.

Even tussendoor… Meer lezen over deugdzaam handelen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

6. Gulheid

Volgens Erasmus zou de vorst elke dag die hij niet besteedt om iemand te helpen als verloren moeten beschouwen – want gulheid draagt bij aan de glorie van de goede heerser. Toch waarschuwt Erasmus ook onmiddellijk dat de vorst zijn vrijgevigheid niet moet verwarren met roekeloosheid. Want gulheid zou deugd moeten belonen en geen bevlieging moeten zijn. Machiavelli vindt juist dat een heerser de deugd van vrijgevigheid niet zonder schade aan zichzelf kan beoefenen. Want als de vorst gul is, wennen mensen snel aan zijn vrijgevigheid, en mocht hij wat minder geven dan voorheen, dan zullen mensen hem al snel gierig vinden. De vorst loopt daarom gevaar dat dat hij al zijn middelen zal moeten opmaken om zijn reputatie overiend te houden. Dus paradoxaal genoeg wordt een vorst die vrijgevig is al snel als gierig gezien.

7. Beloftes

Moet de vorst altijd zijn woord houden? Belofte en eed zijn voor Erasmus belangrijke kwesties, maar Machiavelli denkt er anders over. De heerser moet alleen zijn woord houden voor zover dit hem geen schade berokkent. Als mensen allemaal goed waren, aldus Machiavelli, zou dit advies niet juist zijn. Maar omdat ze slecht zijn en zij ook ten opzichte van de vorst hun woord niet zullen houden, hoeft de vorst dit evenmin tegenover hén te doen. De vorst moet volgens Machiavelli leren veinzen. Om te heersen moet hij niet alleen mens zijn, maar ook dieren weten te imiteren: de leeuw en de vos. En dan vooral de vos, die met slinkse streken meer voor elkaar weet te krijgen dan wie ook. Want diegenen die slechts op de kracht van de leeuw vertrouwen begrijpen de zaken niet, zegt Machiavelli. Kan het huis van Oranje die leeuw uit het wapen dan maar beter vervangen door Reynaert de Vos? Nee, beter van niet, want de vorst moet weliswaar de vos leren spelen, maar moet dat natuurlijk niet laten blijken. Zo bezien is de leeuw in het wapen de beste vossenstreek die een koningshuis zich kan wensen.