1. Omarm je lot (anders word je verlamd door de toenemende kennis over je lichaam en gezondheid)
Enkele decennia terug gingen we pas naar de dokter als we klachten hadden. Maar tegenwoordig zijn we de klachten liever een stap voor, zegt voormalig Denker des Vaderlands Marli Huijer, opgeleid tot arts en filosoof. ‘De voorspellende geneeskunde neemt het steeds meer over van de genezende.’ Genen worden onderzocht, weefsels gecheckt en cellen in de gaten gehouden – zonder dat er klachten zijn. ‘Allemaal vanuit het idee dat ziektes ongemerkt al aanwezig zijn in ons lichaam en door ons bijtijds op te sporen zijn.’ In de nabije toekomst zullen er piepkleine machientjes zijn om door ons bloed te laten rijden, denkt Huijer. ‘Op microniveau kunnen ze afwijkingen of veranderingen van minuut tot minuut in ons lichaam bijhouden. De ontwikkelingen zijn al ver.’ Maar dit voortdurend bezig zijn met eventuele toekomstige afwijkingen zorgt voor permanente onrust. Hoe meer we ons bewust zijn van de risico’s, des te groter de angst. ‘Dat is het rare: het leven wordt steeds veiliger, ook medisch gezien, maar mensen worden banger. Door de mogelijkheid alles te laten onderzoeken ontstaat de angst dat je spijt zult krijgen als je al die testen niet doet en je toch iets blijkt te hebben.’ Wat doe je daartegen? ‘Het lot omarmen. Mensen zijn eindig en het leven bestaat ook uit toeval.’ Als je vanaf je geboorte weet welke afwijkingen je zult krijgen, is je leven feitelijk gedetermineerd. ‘Durf met onzekerheden te leven. Anders is het leven echt niet meer leuk.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
2. Blijf de mens zien als individu (anders verandert internet ons in een versplinterd wezen)
Alles is tegenwoordig online, online is alles. Met de digitale revolutie is het internet doorgesijpeld in alle aspecten van ons leven. Het gevolg: een grens tussen een echte en een virtuele wereld is niet meer te trekken. ‘Offline dingen doen is nu eigenlijk al geen mogelijkheid meer’, zegt filosoof en schrijver Miriam Rasch, auteur van het net verschenen Zwemmen in de oceaan. Berichten uit een postdigitale wereld. ‘Als je bijvoorbeeld de trein neemt, moet je inchecken met je OV-chipkaart en word je gefilmd door camera’s op het station. In de toekomst zal digitale technologie ons handelen alleen nog maar meer structureren. Domeinen in het dagelijks leven worden steeds verder gekwantificeerd.’ Nu doet Facebook dat bijvoorbeeld al, door op basis van je online gedrag continu voorspellingen te doen van jouw interesses en wensen. ‘Van sociale media weten we dat. Maar wanneer jij door de stad beweegt, ben je je er minder van bewust. Toch zullen onze bewegingen steeds meer gevolgd worden, met technologie die steeds minder zichtbaar is.’ Digitalisering betekent dat alles meetbaar wordt. Met kleine brokjes informatie wordt gerekend en voorspeld. En dat kan heel negatieve gevolgen hebben. ‘De mens wordt steeds minder een individu, maar een dividu: opgedeeld in stukjes. Dat kan leiden tot versplintering en fragmentatie.’ Want als de nadruk continu ligt op kleine stukjes van jou, wanneer is er dan nog oog voor jou als geheel? Daarom roept Rasch op om oog te hebben voor dat wat niet te kwantificeren is. Voor het complexe, het tegenstrijdige, dat wat niet rechtlijnig in te passen is. ‘Zoals je zo vaak tegenkomt in de filosofie en in de literatuur. En in de mens zelf.’
3. Bescherm de vrije wil (anders worden we willoze consumeermachines)
Voor wie in de toekomst niet in een consumeermachine wil veranderen, is het een goed idee om in de supermarkt een zonnebril op te zetten. Tenminste, dat zegt filosoof Bas Haring. ‘Het kan helpen om weerstand te bieden tegen reclames die ons met felle kleuren verleiden.’ Om het gevaar daarvan te begrijpen, moeten we eerst een stapje terug doen. ‘Het idee is dat bedrijven goede dingen doen in de samenleving. Dat klinkt misschien wat idealistisch. Maar stel je voor dat ik een tandenborstel koop, dan profiteer ik daarvan en de tandenborstelfabrikant ook.’ Op het moment dat bedrijven middelen inzetten om ons te manipuleren, wordt het een ander verhaal. ‘Bedrijven proberen ons nu al zo goed mogelijk te doorgronden, bijvoorbeeld door data te verzamelen. In de toekomst neemt dat doorgronden alleen maar verder toe – zo wordt nu al geëxperimenteerd met MRI-scans.’ Door in onze hoofden te kijken wat er precies gebeurt in welk stukje hersenen als we besluiten iets te kopen, wordt het makkelijker ons aankoopgedrag te beïnvloeden. ‘Ik koop die tandenborstel dan niet langer uit vrije wil, maar enkel omdat de fabrikant dat wil. Dan ga je langzaam de kant op van een willoze koopmachine.’ Nieuwe regelgeving die dergelijke manipulatie aan banden legt, is het beste middel hiertegen. Maar als individu hoef je daar gelukkig niet passief op te wachten. Je kunt nu al genoeg doen om je vrije wil te beschermen. ‘Zodra er een commercial op de radio klinkt, draai ik die bijvoorbeeld uit. Apps met reclameboodschappen verwijder ik meteen. En in de supermarkt kun je dus een zonnebril opzetten.’
4. Onderzoek je onbewuste ideeën (anders blijft de ongelijkheid tussen man en vrouw bestaan)
Een vrouw die politicus, bedrijfsleider of hoogleraar wil zijn, heeft nog steeds meer hindernissen te overwinnen dan een man met deze ambities. En een man die zijn werk ondergeschikt wil maken aan de zorg voor het gezin ondervindt meer weerstand dan een vrouw met dezelfde ambities. ‘Deze gendernormen, verwachtingen over hoe mannen en vrouwen zich behoren te gedragen, zijn onrechtvaardig en onderdrukkend’, zegt Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek aan de Universiteit Utrecht. Dat is helaas niets nieuws: gendernormen maken van oudsher deel uit van onze culturele patronen. We groeien ermee op en hebben niet altijd in de gaten hoe sterk ze onze verwachtingen en oordelen over anderen beïnvloeden. Hoe gaat dat in de toekomst? ‘Het rechts-populistische tijdsgewricht helpt niet om dit op een redelijke manier bespreekbaar te maken in de publieke sfeer.’ Maar tegenwoordig lijkt gelukkig het geluid dat gendernormen onnodig de vrijheid van vrouwen en mannen beperken vaker te klinken. ‘Gendernormen zullen in de toekomst om die reden eroderen. Maar mensen met privileges binnen de bestaande orde zullen proberen om de huidige normen te behouden.’ Iedereen die inziet dat gendernormen onrechtvaardig zijn, heeft volgens Robeyns de taak om te werken aan het ontmantelen daarvan. Dat vergt kritisch naar jezelf kijken en je afvragen of je, wellicht onbedoeld, gendernormen niet bestendigt. Zo gaat ons brein als we een expert zoeken automatisch op zoek naar mannen. ‘Daar kunnen we ons tegen wapenen door expliciet de vraag te stellen wie de vrouwelijke experts op een terrein zijn.’ Door zulke korte reflectiemomenten in te bouwen komt een toekomst zonder gendernormen langzaam dichterbij.
5. Zoek naar goede vormen van inbedding in de wereld (anders dreigen gevaarlijke vormen)
De moderne wereld ontwortelt mensen: ze raken los van hun geschiedenis en hun directe omgeving. Een belangrijke factor hierbij is de verstedelijking, zegt Haroon Sheikh, filosoof, econoom en bestuurskundige, en auteur van De opkomst van het Oosten. ‘Alleen al in China verlaten elke maand 1 miljoen mensen hun thuisdorp om naar een grote stad te verhuizen. Een andere factor die mensen losmaakt van hun directe omgeving is digitale technologie, die mensen een constante stroom van informatie biedt van over de hele wereld.’
Ontwortelde mensen zoeken een nieuwe inbedding, een eigen plaats in een cultuur en samenleving waarin ze zich thuis voelen. Die inbedding kan verschillende vormen aannemen, ziet Sheikh. ‘Het meest problematisch is inbedding die het resultaat is van deformerende krachten. Deze ontstaan als de moderniteit en traditie elkaar ontmoeten, maar zonder ruimte tussen die twee. In grote delen van de islamitische wereld ben je bijvoorbeeld óf een moslim, óf een seculiere, moderne kosmopoliet. Omdat daar geen ruimte tussen zit, krijg je nieuwe verschijningsvormen van tradities die levens deformeren, zoals de radicale islam.’
Het is volgens Sheikh beter wanneer inbedding het resultaat is van transformerende krachten. Die ontstaan wanneer er wél ruimte is tussen moderniteit en traditie. ‘In deze ruimte kan worden onderhandeld, uitgewisseld en geëxperimenteerd. Dan vindt een vruchtbare kruisbestuiving plaats tussen moderniteit en traditie, die resulteert in hybride vormen van inbedding die de levens van mensen verrijken. Een mooi voorbeeld hiervan is een Chinese talkshow waarin in de stijl van Oprah Winfrey adviezen worden gegeven, maar dan aan de hand van confuciaanse filosofie.’
Hoe kan die inbedding wel transformerend zijn? ‘We moeten de ambiguïteit van hybrides niet willen oplossen door ze in een hokje te stoppen van “modern” of “traditioneel”, maar accepteren dat ze beide zijn. Dat betekent ook dat we tradities een kans moeten geven, in plaats van ze weg te zetten als achterlijk. We moeten de mogelijkheid leren zien dat tradities samen kunnen gaan met moderniteit en dat daar een positieve vorm van inbedding uit kan voortkomen.’
6. Streef naar autarkie (anders zijn we overgeleverd aan de macht van grote bedrijven en overheden)
Autarkie, oftewel zelfvoorzienend leven, is al een oud ideaal. Filosoof Ruud Veltenaar ziet een ontwikkeling aankomen die ons naar dit oude ideaal zal terugbrengen. ‘Op dit moment vindt er een revolutie van “exponentiële technologie” plaats: de kwaliteit en de capaciteit van de technologie nemen exponentieel toe, en tegelijkertijd wordt deze technologie exponentieel goedkoper. Daardoor zal de techniek die ontwikkeld gaat worden niet alleen in handen zijn van grote bedrijven, maar zal deze ook beschikbaar worden voor de massa. Met deze technologie kunnen groepen mensen sociale innovaties tot stand brengen die hen deels onafhankelijk maken van grote bedrijven of de overheid.’
Een mooi voorbeeld is volgens Veltenaar de energierevolutie die nu op Texel plaatsvindt. ‘De efficiëntie van zonnepanelen neemt exponentieel toe, terwijl de kosten ervan enorm dalen. Daardoor is het mogelijk dat ze op Texel nu een energiecoöperatie hebben die genoeg zonnepanelen heeft ingekocht om Texel helemaal te voorzien van elektriciteit. De inwoners van Texel worden dus voor hun energievoorziening onafhankelijk van grote bedrijven.’
Veltenaar constateert dat dit lijkt op de samenleving zoals die vroeger in dorpen was: er werd niks voor de dorpelingen geregeld door een centraal gezag of door grote bedrijven, en daarom moesten ze alles samen organiseren. In de toekomst zal zelfvoorziening volgens Veltenaar op een veel grotere schaal plaatsvinden, wat mogelijk is door de technologische ontwikkeling. In dorpen was zelfvoorziening bovendien een economische noodzakelijkheid, terwijl de onafhankelijkheid van grote bedrijven en overheid ook een ideaal is. Veltenaar wijst er regelmatig op dat de overheid, en zeker het bedrijfsleven, niet altijd onze belangen voorop hebben staan. ‘Als we de macht over de producten en diensten die we gebruiken terugnemen, kunnen we deze inrichten op basis van onze gedeelde waarden.’