Wat kan ik weten?
‘Door naar een oester te kijken kom je veel te weten over de mens. Of je er nou veel van houdt of het heel vies vindt, het eten van de oester laat niemand onberoerd. De psychoanalyticus Nigel Moore verklaart dat door te stellen dat het eten van een oester zowel afschuw als een positieve spanning oproept – je eet tenslotte een levend wezen. Chef-kok Olivier Roellinger is van mening dat de oester ons verbindt met ons verre verleden, omdat ze sinds de prehistorie niet van smaak is veranderd. Op de oester projecteren we zo allerlei menselijke beelden en verlangens. Dat zegt meer over ons dan over die oester.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wat moet ik doen?
‘Het is belangrijk om te beseffen dat wat we eten niet losstaat van ons. Niet alleen zijn we onderdeel van dezelfde voedselketen, we zijn zelfs uit hetzelfde materiaal opgebouwd als bijvoorbeeld een oester. We zijn geneigd een artificieel onderscheid te maken tussen de natuur en de mens. Maar als je het over eten hebt, kun je dat onderscheid niet maken. Dan moet je onder ogen zien dat we samen één geheel vormen. Wat we eten is óók leven. The Taste of Desire gaat daarom niet over het leren kennen van de oester, maar over het aannemen van een levenshouding waarin we dat onderscheid niet maken.’
‘Je mag hopen dat je de parel in de oester vindt’
Wat mag ik hopen?
‘Je mag vooral hopen dat je de parel in de oester vindt. Als de mens geen verlangens zou hebben, niet meer zou hopen, dan zou die niets doen. Zonder verlangen ga je niet creëren, geen nieuwe mensen ontmoeten, geen films maken, geen artikelen schrijven. Maar als je het object van je verlangen gelijkstelt aan je eigen geluk, gaat het mis. Het object van je verlangen kan je namelijk niet vervullen – zelfs het vinden van een parel niet, ontdekte ik bij het maken van de film. Je kunt dat einddoel niet beheersen. Verlangens mogen je koers bepalen, maar niet je eindpunt.’
Wat is de mens?
‘De mens is een vat vol verlangens. Die verlangens hebben we nodig, maar we lijden er ook onder. Telkens zijn we in strijd met wat we verlangen. Ik heb vijf jaar aan de film gewerkt en het allerliefst wilde ik dat die zou verschijnen op een mooi festival met publiek. En toen kwam corona. Het is moeilijk om dan te zeggen: “Het is niet erg, het was leuk om naar die film te verlangen.” De film gaat er zelfs over dat ik de weg ernaartoe leuker had moeten vinden, maar hoe moeilijk is dat?!’