Home Wereldklassiekers: Het lijden van de jonge Werther van Goethe

Wereldklassiekers: Het lijden van de jonge Werther van Goethe

Door Mariska Jansen op 21 september 2009

08-2009 Filosofie magazine Lees het magazine

Misschien net zoveel als naar Lotte verlangt de hoofdpersoon van Goethes Het lijden van de jonge Werther naar de natuur. Of bemint hij de natuur in Lotte?

Haar verschijning te midden van zes jongere broertjes en zusjes betovert Werther als hij Lotte voor het eerst ziet in de beslotenheid van haar ouderlijk huis. Vol enthousiasme schrijft hij in een brief aan zijn vriend Wilhelm over haar witte jurk met roze linten en haar grote zorgzaamheid voor de moederloze kinderen. ‘Ze hield een bruin brood in haar hand en sneed er voor ieder van haar kleintjes al naar leeftijd en eetlust een stuk af, deelde het met de grootste vriendelijkheid rond, en ieder kind riep even ongekunsteld zijn: Dank je! – nadat het tevoren almaar met zijn handjes in de hoogte had gereikt…’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tussen Lotte en Werther zal een vriendschap ontstaan in Johann Wolfgang von Goethes Het lijden van de jonge Werther (1774). De verliefde Werther beschrijft zijn emotionele wereld in brieven: zijn bezoeken aan Lotte, haar donkere ogen en haar liefde voor de natuur en poëzie.
Helaas blijft zijn hartenkreet onbeantwoord. Lotte is al verloofd, en een zwaar onweer op een feestavond doet vermoeden dat het liefdesverhaal weleens fataal kan eindigen. ‘De dans was nog niet afgelopen toen de bliksemschichten, die we allang aan de horizon hadden zien flikkeren en die ik steeds een ver weerlichten had genoemd, feller begonnen te worden en de muziek door de donder overstemd werd.’

De brieven van Werther behoren tot de hoogtepunten van de Sturm und Drang, de artistieke stroming uit het einde van de achttiende eeuw. Net als zijn opvolger, de Romantiek, keert die zich tegen de Verlichting. Werther heeft als enige leidraad zijn gevoel. De ratio schuift hij terzijde. Zo volgt hij zijn verliefdheid, ook als die hem aan het einde van de roman noodlottig wordt.

Herfst in mij

Goethe (1749-1832) liet zich voor Het lijden van de jonge Werther inspireren door de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778), die stelt dat de mens een diep verlangen heeft naar de natuur. Naar een plaats ver weg van de beschaving, waar hij een harmonieus en vredig leven zou kunnen leiden. Ook Werther kent dat verlangen naar de natuur. Hij aanbidt Lotte vanwege haar ongekunstelde (lees: natuurlijke) manieren en de vanzelfsprekendheid waarmee ze voor haar broertjes en zusjes zorgt. Tevens beschrijft hij voortdurend op opgetogen toon de landelijke omgeving: ‘Dat bosje daar! – O, in die schaduw onder te duiken! – Die bergtop! – O, daarvandaan de verre omtrek te overzien!’ Later, als na vele innerlijke tegenslagen zijn geestestoestand verslechtert, ziet hij zijn gevoel opnieuw weerspiegeld in de natuur. ‘Zoals de natuur naar herfst neigt, wordt het herfst in mij en om mij heen. Mijn bladen vergelen, en van de bomen in de buurt is het blad al af gevallen.’

Zoals het een exponent van de Sturm und Drang-beweging betaamt, botst Werther met de door rangen, standen en codes geregeerde burgerlijke samenleving. Zijn innige omgang met de verloofde en later getrouwde Lotte druist in tegen de fatsoensregels. Maar ook uit andere voorvallen blijkt dat Werther niet past binnen de maatschappij. Hoe pijnlijk is de situatie als hem, na een diner bij een zekere graaf von C., dringend wordt verzocht te verdwijnen op het moment dat er hoogstaand bezoek arriveert. De adellijke visite weigert vanwege het standsverschil met hem in één ruimte te verkeren. Een illusie armer over zijn band met de graaf druipt Werther af.

Uiteindelijk wordt het hem steeds duidelijker dat hij Lotte niet zal krijgen en raakt hij in de ban van sombere gedachten. ‘Begrijp me dan toch’, schrijft hij naar Wilhelm. ‘Het is afgelopen met me, zie je dat niet, ik houd het niet langer vol! Vandaag zat ik bij haar – ik zat, zij speelde op haar klavier, allerlei liederen, en met zoveel innigheid! Zoveel! –Zoveel! – Hoe moet ik het zeggen? – Haar kleine zusje kleedde haar pop aan op mijn schoot. De tranen schoten me in de ogen. Ik boog mijn hoofd, en mijn blik viel op haar trouwring – Mijn tranen stroomden.’

Tegen het einde van de roman neemt de (fictieve) uitgever het woord. Werther heeft met een smoesje een pistool geleend en zich daarmee door zijn hoofd geschoten. Hij ‘was op bed gelegd, een verband om zijn voorhoofd, zijn gezicht al reeds als van een dode, hij bewoog niet. Het rochelen van zijn longen was nog vreselijk, nu eens zwak, dan weer harder; men wachtte op het eind.’
 

Werther-theekopjes

De droeve geschiedenis van Werther veroorzaakt een golf van zelfmoorden in Europa. Maar de geëmotioneerde lezers verbinden ook minder fatale consequenties aan het verhaal: zijn kleding – een gele broek met dito vest, gecombineerd met een blauwe rokjas – groeit uit tot mode. De tragische held wordt een idool. Afbeeldingen van Werther sieren theekopjes en er wordt zelfs een parfum naar de roman vernoemd. De waanzin neemt zo toe dat Goethe besluit om in de tweede druk een waarschuwing toe te voegen: ‘Wees een man en doe mij niet na.’

Jean-Jacques Rousseau, Julie ou la Nouvelle Héloïse, een briefroman over een onmogelijke liefde. De bestseller eindigt met de dood van hoofdpersoon Julie en inspireerde Goethe tot Het lijden van de jonge Werther.

Georg Lukács, Goethe und seine Zeit: ‘Werthers tragedie laat het onoplosbare conflict zien tussen de vrije en volledige ontwikkeling van de persoonlijkheid en de burgerlijke samenleving.’

Arnold Cornelis, De logica van het gevoel: ‘Het lijden van de jonge Werther, een roman in brieven die een angstaanjagend aantal zelfmoorden teweegbrengt bij jonge mensen die zichzelf in de gespletenheid tussen twee stabiliteitslagen in de cultuur herkennen en zich met Werther identificeren.’