Home Identiteit We zijn verdeelde wezens | recensie
Eenzaamheid Identiteit Psyche

We zijn verdeelde wezens | recensie

Een gevoel van onbehagen hoort bij ons mens-zijn, schrijft Paul Verhaeghe. Zijn overtuigende analyse laat zien dat helemaal jezelf zijn onmogelijk is.

Door Annette van der Elst op 28 april 2023

spiegel mens Paul Verhaeghe Onbehagen beeld James Kemp/Unsplash

Een gevoel van onbehagen hoort bij ons mens-zijn, schrijft Paul Verhaeghe. Zijn overtuigende analyse laat zien dat helemaal jezelf zijn onmogelijk is.

FM5 cover vergeten Filosofie Magazine
05-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Paul Verhaeghe herneemt in zijn nieuwe boek Onbehagen de thema’s uit zijn drieluik Identiteit (2011), Autoriteit (2015) en Intimiteit (2018). In deze boeken analyseerde de Belgisch hoogleraar klinische psychologie de psychische malaise in onze tijd en onderzocht hij hoe we ons tot onszelf, tot autoriteit en macht, en tot de ander verhouden.

In Onbehagen verbindt Verhaeghe deze thema’s aan de dominante opvatting in onze samenleving dat iedereen een autonoom individu moet zijn. Maar, zegt Verhaeghe, het ‘ik’ is juist het resultaat van een voortdurende interactie met de omgeving. Identiteit berust op identificaties met opvattingen en waarden van de buitenwereld. We willen graag samenvallen met de verwachtingen van belangrijke anderen, zoals ouders en peers. De buitenwereld speelt dus mee bij zelfreflectie. Ik beoordeel mijzelf aan de hand van maatschappelijke criteria, met het ‘vertoog van de Ander’.

We zijn, kortom, verdeelde wezens: de ander schuilt in ons. Elke maatschappelijke ordening veroorzaakt daarom een gevoel van onbehagen, van vervreemding. In elke samenleving zullen we de ervaring hebben niet met onszelf samen te vallen en te beseffen dat we opgebouwd zijn uit delen die ‘van buiten komen’.

Anonieme macht

Elke samenleving koestert volgens Verhaeghe haar eigen idealen. Aan de hand daarvan construeren mensen hun identiteiten. In onze samenleving zien we onszelf sinds de jaren tachtig als maakbaar; we kunnen worden wie we willen zijn en beschikken zelf over ons leven. Tegelijkertijd hebben we gezag van buitenaf ingeruild voor een anonieme macht.

Net als in Autoriteit maakt Verhaeghe een onderscheid tussen autoriteit en macht. Autoriteit is gebaseerd op een gedeelde overtuiging over wat goed en niet goed is. Macht is overheersing: jij doet wat ik wil omdat ik het zeg. Die macht hebben we veelal geïnternaliseerd; we ervaren de dwang als afkomstig van onszelf. Gebrek aan succes zien we, zonder dat iemand ons dat hoeft te vertellen, als ons eigen falen. Die tendens gaat goed samen met het neoliberale vertoog, aldus Verhaeghe, waarin nut en financiële opbrengsten de belangrijkste waarden zijn.

Uitputting

Op zijn sterkst en deskundigst is ­Verhaeghe – ook praktiserend psychoanalyticus – als hij de gevolgen hiervan voor onze psychische gezondheid analyseert. Die komen vooral somatisch tot uiting. Net als in Intimiteit stelt hij dat een goede afstemming op je emoties en op je lijf een voorwaarde is voor goede relaties met anderen. Maar we zijn vervreemd van ons lijf geraakt, waardoor we en masse ons lichaam uitputten.

Geen wonder dat psychotherapie steeds meer opschuift naar lichaamsgerichte behandelingen: mindfulness, ademhalingsoefeningen, yoga. Ook in de omgekeerde richting zie je de verschuiving. Van ogenschijnlijk lichamelijke aandoeningen, zoals reuma en kanker, wordt onderzocht of ze een psychosociale oorzaak te hebben.

Autonomie en verbondenheid gaan hand in hand

Een maatschappij die haar leden een voortdurende concurrentie oplegt – met anderen en met zichzelf – maakt verbondenheid onmogelijk. Wanneer diezelfde maatschappij ook nog eens autonomie oplegt is het resultaat geen autonomie, maar eenzaamheid, analyseert Verhaeghe.

We zullen, stelt Verhaeghe, moeten gaan beseffen dat de tegenstelling tussen autonomie en verbondenheid vals is. Zonder de verbondenheid met anderen is er simpelweg geen ‘mijzelf’. Nadenken over hoe mijn ik verbonden is met anderen kan leiden tot bewustere keuzes. Dat kunnen ook eerder gemaakte keuzes zijn, die ik me door reflectie eigen maak of afwijs. Zo verwerf ik mijn autonomie en verzoen ik mij tegelijk met een verbondenheid die al bestond.

Even tussendoor… Meer lezen over identiteit, macht en autoriteit? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Verhaeghes stijl is helder, soms met wat veel aplomb. Hij herhaalt – als de ervaren (hoog)leraar die hij is – de uitleg die hij in zijn eerdere boeken uiteen heeft gezet. Dat kan handig zijn als dit het eerste boek is dat je van hem leest of wanneer de kost zwaar is. Maar echt verrassend wordt het boek pas voorbij de helft, wanneer hij zijn inzichten over de verzoening tussen samenleving en individu introduceert. Hopelijk pakt hij dit thema in zijn volgende boek verder op.

Onbehagen
Paul Verhaeghe
De Bezige Bij
256 blz.
€ 24,99