Home Waarheid ‘Religie is ontstaan omdat dat nuttig was’
Denkfouten Waarheid

‘Religie is ontstaan omdat dat nuttig was’

Het is een grote misvatting dat het leven alleen maar zin krijgt door religie, meent de atheïstische filosoof Herman Philipse.

Door Thomas Velvis op 17 november 2023

oog pupil iris geloof religie Herman Philipse beeld Alamy

Het is een grote misvatting dat het leven alleen maar zin krijgt door religie, meent de atheïstische filosoof Herman Philipse.

FM12 FM 12 Filosofie Magazine cover
12-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De gelovige met wie atheïstisch filosoof Herman Philipse het liefst discussieerde liet zich nooit overtuigen. De christelijke filosoof Richard Swinburne bleef maar nieuwe argumenten aandragen voor het bestaan van God. Dat deed niets af aan het plezier in de discussie – integendeel. ‘Swinburne bedacht slimme argumenten, en ik vond het een uitdaging om die te weerleggen,’ zegt Philipse (1951) in zijn woonkamer in Amsterdam. ‘We gingen vaak dineren in de tijd dat we samen in Oxford doceerden en dan hadden we na het eten tijdens onze discussies de grootste lol. Swinburne en ik waren het niet eens over de inhoud, maar vonden elkaar in de vorm die redelijke argumenten behoren te hebben.’

Met gelovigen die rationele argumenten gebruiken valt prima te praten volgens Philipse, maar ze hebben geen gelijk. God bestaat niet en religie berust op illusies, betoogt hij in het Atheïstisch manifest (1995). Philipse: ‘Ik ben per toeval boeken over geloof gaan schrijven. In de jaren negentig speelde geloof in God nog een grote rol in de Nederlandse politiek. Op een gegeven moment dacht ik: laat ik de religieuze partijen in Nederland een beetje plagen met een kritisch boekje, een atheïstisch manifest. Het werd heel vaak herdrukt, daarom heb ik later serieus onderzoek naar godsgeloof gedaan.’ Dat onderzoek leidde tot de boeken God in the Age of Science? A Critique of Religious Reason (2012) en Reason and Religion. Evaluating and Explaining Belief in Gods (2022).

Tot zijn emeritaat reisde Philipse de hele wereld over om in discussie te gaan met gelovigen. Dat was niet alleen bedoeld om hen te overreden, zegt hij. ‘Als je atheïst bent en je vraagt je af: is mijn opvatting waar en goed te verdedigen, dan moet je de geniaalste tegenstanders opzoeken om je overtuiging te testen.’

Blikseminslagen

Veel religieuze overtuigingen lopen stuk doordat ze onverenigbaar zijn met de wetenschap, meent Philipse. ‘Vroeger waren alle religies veelgodenreligies. Die goden waren bedacht om natuurverschijnselen te verklaren, bijvoorbeeld blikseminslagen, de zon, de maan enzovoort. Voordat mensen wetenschap ontwikkelden hadden ze vaak antropomorfe verklaringen voor de dingen die ze zagen en meemaakten. Voor hen waren alle verschijnselen met een bedoeling veroorzaakt.’

Dan komt op een gegeven moment de wetenschap in een stroomversnelling. ‘Steeds meer natuurverschijnselen krijgen een wetenschappelijke verklaring, waardoor de bijbehorende goden kunnen worden geschrapt. Dat proces vindt trouwens ook plaats bij monotheïstische godsdiensten: naarmate we meer weten wordt God steeds abstracter, tot er niets meer overblijft waarvan je God nog als oorzaak kunt aanwijzen. Middeleeuwse christenen zagen Gods hand bijvoorbeeld terug in allerlei natuurlijke fenomenen, maar daar geloven verstandige christenen nu niet meer in.’ Gniffelend: ‘Als zulke christenen tenminste bestaan.’

Vindt u een geloof zoals het christendom onredelijk?
‘Geloven betekent denken dat iets waar is. In het geval van religieus geloof gaat het om denken dat God bestaat. Maar er zijn geen goede argumenten te geven voor het bestaan van God, dus je kunt het onredelijk noemen als iemand toch aan die overtuiging vasthoudt.’

Er zijn toch wel goede argumenten voor het bestaan van God?
‘Dan moet je er een noemen.’

Neem het horlogemaker-argument. Als je een horloge vindt op straat kun je ervan uitgaan dat dat door iemand gemaakt is. Op dezelfde manier wijzen complexe natuurlijke fenomenen op een ontwerper, een god.
‘Het probleem met dit argument is dat de analogie niet opgaat. Van horloges weten we dat die door mensen gemaakt worden; we weten precies hoe dat gaat. Bij bijvoorbeeld een tropisch regenwoud of het menselijk oog weten we dat dat niet door mensen gemaakt is. We hebben wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het ontstaan van regenwouden en de evolutie van het oog, en met die kennis hebben we kunnen uitsluiten dat een god er de hand in heeft gehad.’

‘Als de bewering “God bestaat” zinloos is, is religieus geloof onmogelijk’

En het feit dat bij alle culturen godsdiensten en religieuze overtuigingen voorkomen? Is dat geen argument voor Gods bestaan?
‘De vraag is hier of zulke geloofsverschijnselen het best met een seculiere of met een religieuze uitleg verklaard kunnen worden. Als je voor de religieuze verklaring kiest – je meent dat je geloof van God afkomstig is – kom je direct voor een dilemma te staan. Want hoe verklaar je dan de veelheid aan godsdiensten die onderling onverenigbaar zijn? Je kunt dan alleen je eigen geloof toeschrijven aan God en de andere religies verklaren door een seculiere theorie, bijvoorbeeld de evolutionaire uitleg dat geloof vroeger nuttig was om grote groepen te laten samenwerken. Of je kunt alle verschillende geloofsovertuigingen aan God toeschrijven.

Beide opties zijn onaantrekkelijk. Als je voor optie A kiest, moet je uitleggen waarom alleen jouw eigen religie uitgezonderd is van de theorie die je hanteert voor andere godsdiensten. En als je voor optie B kiest, krijg je nieuwe dilemma’s: ofwel de geloofsovertuiging van elke religie is door haar eigen god of goden veroorzaakt, ofwel de god van één religie heeft de geloofsovertuigingen van alle verschillende religies veroorzaakt. Het eerste dilemma is ongeloofwaardig en legt het af tegen een seculiere theorie die alle religies vanuit één opvatting verklaart. En wat het tweede dilemma betreft: waarom zou een god mensen verkeerde geloofsovertuigingen inblazen?’

Je kunt jezelf als gelovige verdedigen door te zeggen dat geloof niet vatbaar is voor argumenten.
‘Dat noem ik in het Atheïstisch manifest de these van de buitenrationaliteit van religie, afgekort TBR: het idee dat religie buiten het domein van de rede en de wetenschap valt. Maar daarmee ben je als gelovige niet uit de problemen. Als je gelooft dat God bestaat, zul je de bewering “God bestaat” betekenis moeten geven. Je moet uitleggen naar wie “God” verwijst of een beschrijving geven van wie “God” is. Maar je mag daarbij niets noemen wat empirisch detecteerbaar is, want dan trek je religie weer in het domein van de wetenschap. Zo gauw je definitie van “God” berust op waarneembare zaken in de werkelijkheid, loop je kans dat je geloof achterhaald wordt door wetenschappers die een eigen verklaring van die zaken opstellen, zoals de regengod achterhaald raakte toen mensen ontdekten hoe regen werkelijk ontstaat.

Even tussendoor… Meer lezen over filosofie en religie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Wie TBR aanvaardt kan geen enkel contact hebben met de door hem geponeerde god. “God” wordt een leeg woord en de bewering “God bestaat” verliest haar betekenis. Er zijn filosofen die deze conclusie geaccepteerd hebben. Wittgenstein veronderstelde bijvoorbeeld dat God bestaat, terwijl hij tegelijk meende dat het bestaan van God geen feit is. Maar ik denk dat je uitkomt op een semantisch atheïsme: als de bewering “God bestaat” zinloos is, is religieus geloof onmogelijk.’

Wat doet u als gelovigen zich niet laten overtuigen?
‘Als je je argumenten hebt gegeven en je gesprekpartner heeft geen tegenargumenten meer, maar zegt dat zijn geloof uit het hart komt, dan is de discussie klaar. Dat is heel jammer, maar dan kun je er als atheïst beter het zwijgen toe doen.’

Tekenen

Ook sinds hij met emeritaat is heeft hij de handen vol, vertelt Philipse. ‘Ik ben veel aan het tekenen. Het is een grote misvatting van veel gelovigen dat het leven alleen maar zin krijgt door geloof. Mensen kunnen zin ontlenen aan vriendschappen, aan hun huwelijk, aan de prestaties die ze leveren, aan de mensen die ze helpen, aan de mooie dingen die ze maken. Er zijn honderdduizend voorbeelden van zingeving die niets met religie te maken hebben.’

Geldt dat ook voor moraal? Kun je ook zonder God onderscheid maken tussen juist en verkeerd handelen?
‘Zeker, want moraal heeft een belangrijke sociale functie: het is een manier om de vrede te bewaren binnen een groep mensen. Vroeger bestonden er allerlei volken die met elkaar in strijd waren en die elk een eigen moraal hadden. Toen de groepen groter werden – bijvoorbeeld door bevolkingsgroei, betere communicatiemiddelen en vredesverdragen – ging hun moraal steeds meer mensen omvatten. Tot het punt waar we nu zijn, waar het onderscheid tussen binnen en buiten de groep niet meer te maken valt. De mensheid is één grote groep geworden. Om te voorkomen dat we elkaar massaal te lijf gaan is het essentieel om bepaalde morele regels te delen. Moreel juist is wat bijdraagt aan ons collectieve overleven.

‘Als je wilt begrijpen wat mensen doen, moet je hun geloof begrijpen’

Ook religie is ontstaan omdat dat nuttig was. Godsgeloof is namelijk een voordeel in de strijd tegen andere volken. Soldaten die geloven dat God hun moed geeft en dat ze in de hemel komen als ze sterven, zullen meer bereid zijn hun leven te wagen om de groep te verdedigen. Dat zou je de kracht van geloof kunnen noemen: een gelovig leger zal waarschijnlijk winnen van een tegenstander met sceptische soldaten. Maar dat zegt natuurlijk niets over de waarheid van hun geloof.’

Als geloof in God nuttig is, moeten we er dan wel vanaf?
‘Misschien zijn er landen die nog niet kunnen functioneren zonder religie. Dat zou je empirisch moeten onderzoeken. Het is een feit dat religie nog altijd een enorme invloed heeft op de wereld. Kijk naar de politieke beslissingen die onze levens bepalen, kijk naar de aanslagen die gepleegd worden door moslims of christenen of weet ik wie, kijk naar de offers die mensen brengen voor hun geloofsovertuigingen. Als je wilt begrijpen wat mensen doen, moet je vaak hun geloof begrijpen.

Maar we staan voor een heleboel problemen die onze aandacht vragen. Neem klimaatverandering. We moeten alle mensen in de wereld ervan overtuigen dat ze geen CO2 meer moeten uitstoten. Dat is een enorme taak, die samenhangt met ingewikkelde vragen. Het is ontzettend belangrijk om die taak en die vragen te lijf te gaan met wetenschap, niet met geloof. Want wetenschappelijk onderzoek is de beste methode van kennisverwerving die de mensheid bezit.’