Home Postuum interview Foucault: ‘Dit meldpunt kadert de verwarde mens in’
Waanzin

Postuum interview Foucault: ‘Dit meldpunt kadert de verwarde mens in’

Door Ruben Endendijk op 26 november 2018

Postuum interview Foucault: ‘Dit meldpunt kadert de verwarde mens in’
Cover van 12-2018
12-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Er komt een landelijk telefoonnummer voor klachten over verwarde personen. Michel Foucault, filosoof van de waanzin, vindt dat een verontrustende ontwikkeling.

Tekst loopt door onder afbeelding

Illustratie: Berend Vonk

Wat vindt u ervan dat burgers verward gedrag straks makkelijker kunnen melden?
‘In de eerste plaats vind ik een dergelijk meldpunt een kras voorbeeld van de neiging van de staat om individueel menselijk gedrag te classificeren, te criminaliseren en te pathologiseren. Wat mij daarbij nog meer zorgen baart is dat de overheid haar burgers actief inzet om verward gedrag te signaleren en te melden. Het is niet enkel de staat die bepaalt wie verward is of niet – nee, zijn burgers worden, om het gekscherend te zeggen, gebruikt als mobiele panoptica. Het is precies deze dimensie van een controlerende en disciplinerende staat die in mijn oeuvre centraal staat. Nieuw voor mij is dat burgers steeds vaker actief worden ingeschakeld binnen deze controlerende mechanismen. Denk bijvoorbeeld ook aan een fenomeen als de buurtwacht.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Waar baseert u uw kritiek op?
‘Met mijn genealogische of archeologische methode kijk ik hoe concepten in onder meer de wetenschap tot stand komen. Zo ook waanzin, of meer specifiek: psychopathologie. Waanzin, in al haar diverse vormen, is een sociale constructie die haar gestalte zoals wij die nu kennen tijdens de Verlichting heeft gekregen. Met het ontstaan van de psychiatrie als medische discipline begon men waanzinnige elementen te pathologiseren en uit te sluiten. Met de totstandkoming van het humanistische ideaal van de redelijke mens moest de waanzinnige, degene die wordt geleid door een bestiale on-rede, het ontgelden. Welnu, ik denk dat het meldpunt in kwestie dezelfde logica volgt. Het is andermaal een manier om het redelijke en onredelijke tegenover elkaar te zetten. Bedenk dat de wetenschap zich ook in dit geval juist kan profileren door het onredelijke uit te sluiten, om vervolgens het positieve van de rede en het verstand te propageren.’
 
Maar verwarde mensen kunnen toch een bedreiging vormen? Daarbij: zo’n meldpunt kan een middel zijn om verwarde mensen de juiste hulp te bieden, het begin van een zorgtraject.
‘Ik denk dat de kern van mijn argument u ontgaat. Hoewel zo’n meldpunt vast gepaard gaat met vormen van piëteit en bezorgdheid, en hoewel het gedrag van verwarde individuen zeer zeker tot sociale onrust kan leiden, is die zorg volledig ondergeschikt aan wat er werkelijk aan de hand is. Er bestaat in onze door en door gerationaliseerde samenleving een diepgewortelde afkeer van het irrationele. Dit meldpunt is, misschien impliciet en niet al te zichtbaar, een manier om het irrationele, waanzinnige en ongerijmde af te bakenen, te definiëren en uit te sluiten.’
 
Met alle respect, maar vervalt u nu niet al te makkelijk in naïeve antipsychiatrische kritiek?
‘Wat ik probeer duidelijk te maken, is dat westerse samenlevingen verkrampt omgaan met waanzin of psychiatrische aandoeningen in het algemeen. Kijk maar naar de almaar groeiende lijst van mentale stoornissen en de daarmee gepaard gaande medicalisatie. Worden mensen niet te makkelijk gediagnosticeerd met depressie? Is het rigide predicaat “schizofrenie” niet slechts een overkoepelende term voor een heterogene verzameling van vormen van menselijke subjectiviteit? Hoeveel kinderen krijgen niet Ritalin voorgeschreven? De psychiatrie maakt zich al te vaak schuldig aan reïficatie – dat wil zeggen, ten onrechte met psychopathologische etiketten strooien, terwijl een harde wetenschappelijke basis ontbreekt. Daarbij komt dat de dwangbuis en andere fysieke methoden tot disciplinering zijn vervangen door een biochemische vorm van controle. Alleen wanneer we de rigide scheiding tussen normaal en pathologisch, rationeel en irrationeel, proberen te slechten kunnen we wellicht – in de toekomst – de verwarde mens op een andere manier gaan begrijpen.’

Wat zou zo’n andere manier van begrijpen inhouden?
‘Het is au fond de objectiverende houding van de wetenschap die een probleem vormt. De wetenschap – in dit geval vrij expliciet de psychiatrie en de neurowetenschap – blijft altijd buiten de beleving van waanzin. We zouden eigenlijk andersom moeten denken. Niet vertrekken vanuit een welomschreven definitie van een gegeven psychopathologie, maar proberen de subjectieve ervaring van de verwarde mens te begrijpen. Hoewel de psychiatrie, en in ruimere zin de humanistische filosofie, een beeld van één vorm van redelijkheid heeft geschapen waaraan alles wordt afgemeten, zou een dergelijke empathische houding ons wellicht de ogen openen. Laat ik u er tevens aan herinneren dat gedurende de Middeleeuwen en later de Renaissance de waanzinnige niet zo negatief werd beoordeeld. Hij of zij maakte echt deel uit van de samenleving, en vaak werden aan hem of haar een diepgaande kennis en wijsheid toegeschreven. Misschien kunnen wij in onze tijd iets van die houding leren.’